‘Er zijn twee dominante mythes die een menselijk leven in beweging houden: de mythe over oorsprong en de mythe over het einde’, zo schreef Nikolaj Berdjajev (1874-1948). Volgens deze filosoof, geboren in Kiev, in 1920 verbannen door de sovjets, was de tweede mythe, de eschatologische, dominant in de Russische cultuur. Het christendom biedt verhalen over het begin (schepping) en over het einde (vernietiging). Aan welk van de twee het meeste gewicht wordt gehangen is een fundamentele uitdrukking van een cultuur.
Kijk met deze blik naar de huidige wereld en Berdjajev, een denker in wie Poetin grote interesse heeft, is bijzonder actueel. Het grote conflict is momenteel Rusland tegenover de Verenigde Staten en Europa. De laatste twee zijn begin-beschavingen. De leidende mythe in de Verenigde Staten is nog altijd de stichtingsmythe van een vrije republiek, altijd op weg naar een betere bestemming, vechtend tegen de eigen tekortkomingen en interne contradicties. In Europa is 1945 het dominante ijkpunt. Daarop volgde de oprichting van een verbond dat moest zorgen voor duurzame vrede en voorspoed. De Brusselse ideologie van een ‘ever closer union’ is ook geënt op het idee van constante zelfverbetering.
Rusland vormt het contrapunt. Er zit weinig vooruitgangsdenken in de Russische cultuur zoals die gestalte kreeg na de val van de Sovjet-Unie. Herstel en terugkeer naar een beter verleden zijn de leidmotieven. Is dat niet haalbaar, dan is de ratsmodee het enige alternatief. Rusland heeft een politieke elite die is geobsedeerd met het einde der tijden, in de huidige context teweeggebracht door de totale nucleaire vernietiging waarmee Poetin en de zijnen dreigen sinds ze Oekraïne binnenvielen.
Afgelopen week werd dit denken verwoord door Dimitri Medvedev, ex-president en vice-voorzitter van Ruslands veiligheidsraad. Volgens Medvedev ‘zijn de ruiters van de apocalyps al onderweg’ en rest enkel ‘alle hoop in de almachtige God’. Een materiële cultuur van dure auto’s, designerkleding en andere bling suggereerde de afgelopen jaren wellicht iets anders, maar in Rusland overheerst een manier van denken die primitief aandoet maar in werkelijkheid uiterst modern is. Armageddon verwelkomen kan prima met een Rolex om de pols, een Mercedes in de garage en een Gucci-handtas aan de arm.
Volgens Medvedev zal Rusland ‘de centra van de macht’ raken als er vanuit Oekraïne op doelen in Rusland wordt geschoten. ‘En die machtscentra liggen helaas niet in Kiev.’ Eerder zei ook buitenlandminister Sergej Lavrov dat nucleaire oorlogen ‘niet onderschat moeten worden’. Telkens klinkt de boodschap dat Rusland zich op enig moment genoodzaakt zal voelen het zwaarste wapen in te zetten. Een aanval wordt zo gewikkeld in de gedaante van een verdediging, zoals ook de inval in Oekraïne berustte op de omkering van defensieve logica.
Hoe deze bedreiging te wegen, vormt het grote dilemma voor het Westen. Meent de Poetin-kliek wat die zegt? Zijn ze inderdaad ondergangsgelovigen die bereid zijn de wereld mee te sleuren in hun eigen val? Voor een groot deel van de Kremlin-elite geldt dat er in dit leven weinig meer te halen valt. Ze hebben vergaard wat ze kunnen vergaren aan bezit en binnenlandse macht. Oekraïne overheersen lijkt een mislukte missie te worden. Internationaal aanzien is ernstig geslonken. Welke ambities en verlangens zou Poetin nog koesteren?
Of is het misschien meer retoriek dan gemeende woorden? Medvedev clausuleerde dat de gezadelde ruiters van de apocalyps nog kunnen afstijgen ‘als de internationale situatie wat verlicht wordt’. Telkens als Poetin zegt dat de grens dreigt te worden overschreden, blijkt het toch mee te vallen. Eerst waren Amerikaanse langeafstandsraketten voor Oekraïne een ontoelaatbare bedreiging. Daarna vond Poetin dat het ‘niks aan de bestaande situatie veranderde’.
Uiteindelijk is er in dit conflict geen zekerheid. Berdjajev dacht dat alle Russen ‘apocalyptici of nihilisten’ zijn. Misschien komen de twee op hetzelfde neer. En dat heeft een onberekenbare vijand tot gevolg.