Architect Rudy Uytenhaak ging in zijn jonge jaren met een «lelijke eend» langs de moderne gebouwen in Frankrijk, tekende al lo pend het stratenpatroon van Barcelona, en nam Goethes beschrijvingen als leidraad voor een route door Italië. Aan architectuurreizen kleeft een bepaalde romantiek. Maar leveren ze ook wat op? Het Amsterdamse architectuurcentrum Arcam heeft geprobeerd de effecten van de reizen op latere ontwerpen in beeld te brengen.
In de tentoonstelling is te zien dat architecten als ware bedevaartgangers de wereld rondreizen, ca mera in de aanslag. Natuurlijk naar Italië en Griekenland, maar ook langs het oeuvre van grote roerganger Le Corbusier, langs de gebouwen van Jean Nouvel en Peter Zumthor, en meer recent, naar China en Brazilië. Voor Uytenhaak is reizen vooral een kwestie van «materiaal van ver-halen». Het is een wat dommig woordgrapje, maar Uytenhaak benadrukt te recht dat invloeden en anekdotes «verteerd» moeten worden voordat ze vorm krijgen in eigen werk. Reizen levert geen rechtstreeks bruikbaar vocabulaire op, eerder onbewust en onnadrukkelijk. De mu ren van rode baksteen in Uytenhaaks recente project Het kwartier kunnen beïnvloed zijn door het vakantiehuis van Alvar Aalto, maar net zo goed door een oud klooster of een terloops geobserveerd woon huis van een onbekende lokale architect.
Dat het niet per se nodig is om inspiratie van ver te halen bewijzen Pim Köther en Ton Salman. Hun project De loodsen aan de Amsterdamse IJ-oever werd geïnspireerd door de manier waarop in Marken het landschap tussen de huizen doorloopt. Köther en Salman zijn het vleesgeworden plei dooi voor groepsreizen. Zij begonnen hun samenwerking tijdens een excursie naar Finland. Voor de expositie kozen de architecten van elke belangrijke reisherinnering één foto. Het bleek een onmogelijke opgave. De fotoreeksen doen jammerlijk onrecht aan de ruimtelijke ervaring ter plekke, en bewijzen vooral dat, wat de bestemming ook is, architecten overal kijken naar «saaie» dingen als materiaal, constructie en textuur. Wat overblijft van een intense ervaring met La Jolla van Louis Kahn zijn plaatjes van de afwerking van de houten kozijnen.
Ook voor Charlotte ten Dijke van Tangram Architecten zijn structuur en contrast de voornaam ste inspiratiebron. De reisfotos or dent ze keurig op themas als vorm en licht, dicht en open, massa en leegte. Het is een analytische, on der zoekende manier van kijken die haaks staat op het avontuur dat iemand als Herman Zeinstra zoekt. Zeinstra laat zich liever verrassen door dat onverwachte juweeltje van die on bekende architect. Hij ziet de we reld het liefst door de ogen van zijn studenten of vrijgevochten kunstenaarsvrienden, waar mee hij kan ontsnappen uit excursiegroepen om door een vulkaanlandschap te lopen. En wat is er mooier dan met studievrienden kamperen in een Volkswagenbusje en s ochtends wakker worden met zicht op een gebouw van Le Corbusier?
Als al bij iemand af te lezen is hoe de verzamelde indrukken vorm krijgen is het bij eminance grise Herman Hertzberger. Sinds de jaren vijftig wandelt hij kriskras door de architectuurhistorie van de landen rond de Middellandse Zee, door Afrika, India, Japan en Brazilië. In themas als «sociale ruimte», «tussenruimte» en «kansrijke ruimte» komen zijn invloeden gebroederlijk bij el kaar. Het zijn vooral ontmoetingsruimten of «verbindingen» zoals trappartijen, omsloten pleinen en galerijen die Hertzberger observeert en gebruikt in zijn eigen werk. De indrukken die hij vastlegt staan ten dienste van zijn visie over architectuur, en hebben geleid tot een enorme beeldbank, waar naar willekeur uit gesampled kan worden door zijn bureau.
Tot en met 27augustus www.arcam.nl