Vorig seizoen heb ik de voorstelling Wuivend graan (tekst Wim T. Schippers, regie Titus Tiel Groenestege, producent Hummelinck Stuurman) gemist. Ze ging onlangs wegens enorm succes in reprise en speelt tot eind september.
Wuivend graan begint als een lezing-met-lichtbeelden. Die lichtbeelden komen uit een computer, een zogeheten powerpoint-presentatie. Zegt mij niks, maar iedereen om me heen alles, want meteen als er iets misgaat ligt de helft van de zaal op de grond van het lachen. De inleider van de hoofdspreker is niet komen opdagen, derhalve wordt die taak overgenomen door de voorzitter van de organiserende vereniging, meneer De Bruyn (Kees Hulst), een sukkelaar die graag rap uit zijn woorden komt en die er juist daarom hopeloos in verstrikt raakt. De hoofdgast van de avond is de ethicus Henrik van Woerdekom (Titus Muizelaar), een kloon van Maarten van Rossem: breed voorkomen, grote bek, over alles een mening, over ieder onderwerp een container weetjes paraat. Hoogst irritante man dus, die binnen de kortste keren de pas wordt afgesneden door een viertal familieleden die zich op het podium dan wel bij de interruptiemicrofoon melden: zijn moeder (Nelly Frijda), zijn ex (Olga Zuiderhoek), de muts waar hij tegenwoordig de Story mee haalt (Raymonde de Kuyper) en zijn dochter (Anke van ’t Hof). Dit alles tot groeiende wanhoop van meneer De Bruyn, die zijn stichtelijke avond over ethiek onder de titel ‘Wat doen wij ertoe?’ volledig naar de filistijnen ziet geholpen.
De speelruimte ziet eruit als een zaaltje waar gewoonlijk bingo wordt gespeeld, de lokale zangvereniging oefent en regionaal beroemde beeldend kunstenaars hun huisvlijt aan de muur hangen. Er ging vrij snel iets mis tussen mij en deze voorstelling, terwijl ik al even spoedig werd overdonderd door mij omringende lachsalvo’s. Dat gebeurt me gelukkig niet al te vaak, en áls het gebeurt wordt het ook meteen een borrelende bron van zelfreflectie: is de houdbaarheidsdatum van mijn gevoel voor humor definitief overschreden, is de wereld mij aan het ontglippen, ben ik een professionele azijnzeiker aan het worden?
Hoe of wat het ook zij, ik zag de grappen (op die van één personage na) van kilometers afstand aankomen, toen de moeder en de hooggeblondeerde muts langs waren geweest voelde ik aan mijn water… en jawel, daar was de ex en daar kwam ook de dochter nog even langs. Titus Muizelaar had de weinig dankbare taak om met een minimum aan boeiende tekst en een maximale hoeveelheid gezever en gezaag de woordenstroom op gang te houden, terwijl de vier vrouwelijke familieleden ook niet echt uitblonken in originaliteit.
‘Nieuwe Wim T. Schippers is geniaal’, schijnen kranten te hebben gekopt. En ik maar piekeren welke geniale wendingen in de plotlijn ik had gemist. Gelukkig was er meneer De Bruyn in de vertolking van Kees Hulst. Het overgrote deel van de tekst loost hij in het begin, als de orkaan van interrupties nog moet losbarsten. Wankelend in het oog van die orkaan heeft hij nog maar een paar raak geplaatste zinnen, voor de rest moet hij het hebben van stil spel, een lijf van elastiek, een grandioze mimiek en een timing om je vingers bij op te vreten. Als ingrijpen echt geen zin meer heeft en hij tot overmaat van ramp zich ook nog de beschuldiging ‘van de verkeerde kant’ te zijn moet laten welgevallen, gaat meneer De Bruyn de opgehangen beeldende kunst op zijn gemak bekijken.
Naast een hangende sculptuur zit een deur die door meneer De Bruyn met veel esthetisch raffinement wordt bestudeerd. Tot die deur open blijkt te kunnen. En meneer De Bruyn zijn vogelkoppie om de hoek van de deur steekt en kijkt in de hel die hij zojuist dacht te zijn ontvlucht. Jacques Tati verdwaald in de André van Duin-revue.
De beste grap komt overigens van de publiciteitsafdeling van de producent: ‘Kees Hulst is genomineerd voor de Theo d’Or.’ Dat is: de beste vrouwelijke hoofdrol van het seizoen.
Arme meneer De Bruyn.

Wuivend graan speelt nog t/m 30 september, www.hummelinckstuurman.nl