Dat is het teken dat ze naar een van de vele witte containers mogen om daar de eerste zitting in de zaak tegen de dertienjarige Hani bij te wonen. Het is nu vier dagen geleden dat hij werd gearresteerd en vastgezet door het Israëlische leger. Ahmad draagt een grote zonnebril, die niet kan verhullen dat hij huilt.
Naast hen staat schrijver Arnon Grunberg. Een medewerker van de mensenrechtenorganisatie Military Court Watch tolkt voor hem. Grunberg bezoekt Israël en Palestina deze week op uitnodiging van Breaking the Silence, een organisatie die kritische verklaringen van Israëlische veteranen publiceert. Volgend jaar, wanneer de bezetting vijftig jaar duurt, brengt de organisatie een essaybundel uit, waaraan Grunberg een bijdrage zal leveren.
Het is de eerste keer dat Hani is opgepakt, vertelt zijn moeder. Ze is streng voor hem en laat hem nooit in z’n eentje ergens naartoe gaan. Maar nu kwam hij, op zijn weg van school naar huis, in een confrontatie tussen Palestijnse jongens en het leger terecht. Volgens Tahani wist haar zoon niet wat hij moest doen en rende hij een supermarkt in. Daar werd hij in de kraag gevat.
Ahmad beweegt onophoudelijk zijn vingers. Buigen, strekken, trommelen, weer buigen. Zijn zoon moet ontzettend bang zijn, zegt hij. Hij is nog zo jong, God weet wat hij tijdens zijn verhoor heeft gezegd of gedaan. Gelukkig heeft Hani wel een advocaat. Die zal hij straks tijdens de zitting voor het eerst ontmoeten. Maar wat hem ook ten laste zal worden gelegd, de kans op vrijspraak is bij deze militaire rechtbank nihil – slechts 0,26 procent van de verdachten blijft onbestraft.
Grunberg luistert aandachtig, stelt vragen. Hij zou liever bij Tahani en Ahmad blijven wachten tot de zaak van hun zoon behandeld wordt, zodat hij die kan bijwonen. Maar niemand weet hoe laat de zitting is, dus kan de schrijver beter bij een andere zaak gaan kijken. Hij heeft de keuze uit een tiental witte containers, omgebouwd tot minirechtszalen, waarin verdachte Palestijnse burgers vanaf twaalf jaar zich moeten verantwoorden.
Het Israëlisch-Palestijnse conflict staat niet meer boven aan de internationale agenda, en in vrede of een tweestatenoplossing gelooft Grunberg zelf al niet meer. ‘Toch moeten we erover blijven praten. Er zit niets anders op.’