Met een harde knal knipt de betonschaar de verzegeling kapot. Terwijl de deuren krakend opengaan bekijkt de beambte argwanend de inhoud van de container. ‘Volgens de papieren zou hier multimedia equipment in moeten zitten’, zegt Shanna van Lenten-De Regt. Met haar lange blonde haar is ze een opvallende verschijning binnen de vooral door mannen bevolkte vestiging van de Rotterdamse douane. ‘Bedrijven proberen ons vaak om de tuin te leiden door onschuldige lading aan de voorkant bij de deur te zetten. De echte troep zit vaak helemaal achterin.’

Een half uur later staat de tl-verlichte loods vol met kartonnen dozen. Nadat de vorkheftruck de allerlaatste pallet uit de container heeft gereden, licht ze het deksel van de enorme plastic kist die erop staat. ‘Kijk, ook nu weer. De hele inhoud is onschuldig maar deze achterste doos zit helemaal vol met kapotte telefoons. Dit is dus chemisch afval.’

‘Rotterdam is een belangrijke doorvoerhaven voor de illegale handel in afval’, zegt rechercheur René van Boxel. De zongebruinde vijftiger maakt deel uit van de milieutak van de havenpolitie die belast is met de inspectie van schepen. Vanuit de controletoren houdt hij contact met patrouillerende politieboten in de haven. ‘Als een schip zijn lading hier ongemerkt heeft kunnen lossen, kan die vervolgens zonder verdere controles door de hele EU verscheept worden. In de enorme hoeveelheid containers die hier verscheept wordt, is het makkelijk om erdoor te glippen. Per jaar gaan er miljoenen containers door de haven heen. Wij kunnen er hooguit een paar honderd controleren.’

Hoe arbeidsintensief de inspecties zijn, is te zien bij een actie waarbij schepen steekproefsgewijs worden gecontroleerd. De politie vaart samen met de douane en de Inspectie Leefomgeving en Transport door de haven. Op basis van risicoprofielen worden rederijen eruit gelicht. Ruikt men onraad, dan vaart de politieboot langszij en klimmen de inspecteurs aan boord. ‘Wij hebben niks met gevaarlijke stoffen van doen’, zegt een schipper wiens schip net is betreden door het team. Na bestudering van zijn papieren blijkt hij toch een container met afval aan boord te hebben. René van Boxel: ‘De belangrijkste aanwijzingen om een schip te selecteren voor inspectie zijn de bestemming van de lading en de benamingen die gehanteerd worden op de documenten. Omschrijvingen als second-hand goods, slurry of auto parts blijken na inspectie vaak chemisch afval te zijn.’

Om de autoriteiten te misleiden richten criminelen in de haven vaak nepkantoortjes op, die zich voordoen als erkende bestemming om afvalstoffen te verwerken, vertelt Van Boxel. ‘Als de gevaarlijke lading ongeïnspecteerd in Rotterdam is gearriveerd vervalsen ze de papieren. Dat worden dan documenten die melden dat het onschadelijke producten zijn.’

Na een lange dag op het water hebben twee teams samen acht schepen kunnen controleren. Twee containers zijn geselecteerd voor verdere inspectie enkele dagen later, in een van de loodsen van de douane.

Steekproefsgewijze controles worden vier maal per jaar uitgevoerd. Volgens de havenpolitie zijn bij meer dan de helft van de gecontroleerde schepen de papieren niet in orde. Begin dit jaar werd een grote vangst gedaan, toen maar liefst 71 containers uit Ierland werden onderschept, verdeeld over negentien schepen. Volgens de documenten zat er papier in, maar na inspectie bleek het huisvuil te zijn, vermengd met ziekenhuisafval. In totaal ging het om twee miljoen kilo. Alle containers werden retour gestuurd.

Enkele dagen later houdt de havenpolitie een nieuwe controle. Ditmaal vindt die plaats aan de kade, naast een enorme veerboot uit Engeland. Het schip staat vol vrachtwagens met afval die na aanmering verder rijden naar diverse Europese bestemmingen. Alle voertuigen worden naar een grote parkeerplaats gereden en daar grondig geïnspecteerd. Tim Tichelaar, een sportieve diender op leeftijd met een strak zilveren kapsel, legt uit waarom de handel in chemisch afval zo lucratief is: ‘Een bedrijf dat chemisch afval produceert moet dat op een milieuvriendelijke wijze verwerken. Dat is heel kostbaar. Als iemand anders dat afval aanneemt, daar veel geld voor vraagt maar dat gewoon ergens laat storten, dan verdient hij daar een behoorlijk bedrag aan.’

Wat afval volgens René van Boxel extra aantrekkelijk maakt voor criminelen zijn de milde straffen. ‘Rechters hebben niet altijd een helder beeld van wat het heeft opgeleverd en hoe het gelopen is. Daarnaast kunnen slimme advocaten vaak nog doen alsof een lading afval eigenlijk een product is. Van cocaïne kun je voor een rechter geen poedersuiker meer maken, maar bij afval kun je je makkelijker verschuilen achter definities.’

Tim Tichelaar meent dat er meer aandacht voor het probleem zou moeten komen: ‘Handel in verdovende middelen vindt iedereen verwerpelijk. Illegale verwerking van afval spreekt veel minder tot de verbeelding, terwijl het op veel grote grotere schaal voorkomt.’ Een van de redenen voor die geringe aandacht is dat de gevolgen doorgaans ver van ons bed plaatsvinden. René van Boxel: ‘De meeste afvalstromen lopen van het rijke Westen naar het arme Zuiden en Oosten. Veelal komt het afval uit Europa of Noord-Amerika, vervolgens wordt het verplaatst naar Azië en Afrika.’

‘Die vuren worden gewoon aangestoken onder de neus van degenen die ons zouden moeten beschermen’

Toch wordt ook veel binnen Europa gedumpt, met name in landen waar de controlesystemen niet werken door corruptie. Campanië, de streek in Italië rond Napels, is een van de gebieden waar dit het meest zichtbaar is. Alessandro Iacuelli weet er alles van: ‘Sinds het begin van de jaren tachtig is Campanië de grootste stortplaats van chemisch afval uit heel Europa.’ Met zijn grote bos grijzende krullen oogt hij vriendelijk, maar zijn woorden klinken verbitterd. Iacuelli geeft natuurkunde op een middelbare school en in zijn vrije tijd is hij werkzaam als onderzoeksjournalist. Hij is een wandelend archief van lokale misstanden, schreef talloze artikelen en een boek, en is medebeheerder van een website over de vervuiling van zijn geboortegrond.

‘Veel afval dat we hier vinden wordt geproduceerd door industrie die we in Campanië zelf niet hebben’, vertelt hij. ‘Het meeste komt uit Noord-Italië, maar we vinden ook afval uit andere Europese landen en soms zelfs van buiten Europa. Wat hier gedumpt wordt, zijn voornamelijk oplosmiddelen voor lak uit de auto-industrie. Daarnaast krijgen we veel vloeibaar afval uit de chemische en farmaceutische industrie en slak uit hoogovens.’

De Camorra, de lokale tak van de maffia die verantwoordelijk is voor de illegale dumpingen, heeft volgens de docent een enorm arsenaal van technieken ontwikkeld om zich van het afval te ontdoen. ‘Vaten met chemisch afval worden begraven in akkers, het wordt rechtstreeks in riviertjes en beekjes gegoten of gewoon langs de kant van de weg gegooid.’ De vervuiling in Campanië is dermate groot dat het ook wel bekendstaat als het Italiaanse Tsjernobyl.

Om te zien hoe het er in de praktijk uitziet, neemt Iacuelli me mee op een rondrit door de provincie. Na een paar kilometer over een landweggetje te hebben gereden stoppen we bij een afgelegen viaduct. We worden omringd door afval in allerlei soorten en maten. ‘Wat we hier op het eerste gezicht zien is een opengescheurde Big Bag met afval uit de rubber- en plasticindustrie, vermengd met sloopafval. Dat laatste wordt vaak gebruikt om giftig afval mee te verdonkeremanen’, zegt Iacuelli.

Dit is de eerste van de talloze illegale stortplaatsen die we die dag zullen zien. Volgens een onderzoek uit 2010 van Legambiente, een Italiaanse milieuorganisatie, zijn er in heel Campanië circa 5200 van dit soort locaties. We zien grote hoeveelheden asbestcement, veel rubber- en sloopafval, verbrande autokarkassen, wc-potten, ongebruikte zakken cement en talloze autobanden. Op vrijwel alle plekken waar je ongestoord je gang kunt gaan ligt rotzooi.

Het smerigste afval ligt vaak begraven en komt alleen aan het licht als de milieupolitie er gericht naar gaat graven, meestal na aanwijzingen van spijtoptanten van de maffia. Op YouTube zijn verschillende filmpjes te zien van lokale omroepen die bij opgravingen aanwezig waren. ‘We vinden lijm, vermengd met oplosmiddelen en industriële restproducten, in lagen van drie à vier meter dik’, zegt een woordvoerder van de milieupolitie in een van die reportages. ‘Allemaal door elkaar gemengd om onderzoek te bemoeilijken. Zodra twee van mijn collega’s de drab aanraakten begonnen hun handschoenen te smelten. Ik had maar één duidelijke associatie toen we daar beneden stonden: het Voorportaal van de Hel.’

‘Wat we vandaag zien is het topje van de ijsberg’, zegt Iacuelli, terwijl hij op een groen bergje af loopt. Onder de begroeiing die hij er vanaf trekt komen grote stukken plastic te voorschijn. ‘Al die mooie groene heuveltjes die je hier overal in het landschap ziet liggen, zijn in feite oude hopen industrieel afval die er al zo lang liggen dat ze begroeid zijn.’

Een dag later zien we ook een van de beruchte brandstapels waar deze streek zijn andere bijnaam aan ontleent: La Terra dei Fuochi, vrij vertaald Het Brandende Land. Iacuelli: ‘Dit is helaas de meest gebruikte techniek om afval te laten verdwijnen. Ze verspreiden grote hoeveelheden afval in kleine hoopjes en steken die vervolgens in brand langs de kant van de weg.’ Dat verklaart ook de grote hoeveelheden autobanden die overal liggen. ‘Die worden gebruikt als ondergrond, want als ze eenmaal branden kun je ze bijna niet meer doven. Daarop worden oude vodden of matrassen gelegd, waarover vervolgens vloeibaar chemisch afval wordt gegoten. Dat wordt dan in brand gestoken.’

Dit soort brandstapels van industrieel afval zorgt vrijwel dagelijks door heel Campanië voor dikke, stinkende zwarte rookwolken. Hoe ernstig de situatie is wordt duidelijk op de blog van Angelo Ferillo, laterradeifuochi.it. Hierop kunnen bewoners van de provincie zelf foto’s of filmpjes uploaden van brandstapels die ze in de buurt aantreffen. Elke melding verschijnt als een klein grafisch vuurtje op een interactieve kaart van Campanië, dat door het grote aantal meldingen volledig in brand lijkt te staan. Als je op een van de vuurtjes klikt, zie je de foto of het filmpje van de brandstapel.

‘Tomaten uit Campanië kunnen ook in jullie ketchup terechtkomen’

‘Jarenlang hoopte ik dat de verantwoordelijke instanties iets aan het probleem zouden doen’, zegt Ferillo, een charismatische dertiger die overloopt van verontwaardiging. Vanuit een kamer bij zijn ouders beheert hij zijn blog. ‘Toen ik erachter kwam dat ze uiteindelijk niks deden, heb ik besloten gewoon op internet te laten zien wat zich hier elke dag afspeelt.’ In de praktijk is het moeilijk om er iets aan te doen. ‘De meeste vuren worden in het donker aangestoken, tussen zonsondergang en zonopgang, als de mensen eten of slapen.’

Het grootste obstakel om het probleem aan te pakken is de betrokkenheid van de overheden. Carmine Schiavone was tot zo’n twintig jaar geleden een van de belangrijkste leden van de Casalesi, een prominente lokale maffiaclan. In die hoedanigheid ontpopte hij zich tot het brein achter de illegale dumpingen door de Camorra. In 1993 werd hij spijtoptant, begon samen te werken met de politie en gaf talloze interviews. Daarin vertelde hij welke enorme bedragen hij jaarlijks uitgaf aan omkoping van politie, ambtenaren en andere gezagsdragers.

Ook was Schiavone naar eigen zeggen medeverantwoordelijk voor de omslag die de afgelopen decennia bij de maffia heeft plaatsgevonden. Ze beseften dat ze een hoop smeergeld konden besparen als ze zelf plaats zouden nemen in het parlement en de lokale overheden. Dat zou kunnen verklaren waarom een parlementaire enquête uit 1997, waarin de illegale lozingen van chemisch afval in Campanië al uitvoerig werden beschreven, in een la verdween. Ook zou het kunnen duiden waarom een wet die dit soort milieudelicten strafbaar stelt al vijftien jaar om onduidelijke redenen wordt geblokkeerd door het parlement.

‘Men heeft het altijd over de Camorra als de grote slechterik’, zegt Angelo Ferillo, ‘maar het ligt veel breder. De overheid doet werkelijk helemaal niets. Als je de brandweer belt, zeggen ze dat je de politie moet bellen. Maar als je hen belt, zeggen ze dat je de brandweer moet bellen. We hebben geen rechtsstaat. Criminelen kunnen elke dag hun gang gaan. Dát is de Camorra.’ Ter illustratie heeft hij op zijn interactieve plattegrond van Campanië aangegeven waar de politiebureaus staan. ‘Kijk, je ziet dat die vuren gewoon worden aangestoken onder de neus van degenen die ons zouden moeten beschermen, maar dat niet doen.’

Om een idee te geven van de hoeveelheid industrieel afval die elk jaar verdwijnt, haalt Alessandro Iacuelli de cijfers erbij van het Italiaanse ministerie van Volksgezondheid, dat bijhoudt hoeveel afval er jaarlijks wordt geproduceerd en hoeveel er op legale wijze wordt verwerkt. ‘Die cijfers komen nooit overeen. In 2000 verdween er 11,7 miljoen ton chemisch afval. In 2004 ging het om 14,6 miljoen ton, in 2006 zelfs 19 miljoen ton en in 2008 raakte er 15 miljoen ton zoek. Al dat verdwenen afval zou op de legale markt een waarde van 5,2 miljard euro hebben gehad. Er zijn clans die de drugshandel op een laag pitje hebben gezet, omdat ze veel meer kunnen verdienen met dumpen van chemisch afval.’

De inwoners van Campanië worden aan alle kanten omgeven door gif. Het zit in de lucht, in het grondwater, in de akkers en als gevolg daarvan ook in de flora en fauna die erop groeit en graast. Er zijn verschillende gevallen bekend waarbij honderden vaten met chemisch afval werden begraven in landbouwgrond die daarna werd afgedekt met schone aarde, waarop vervolgens groenten en fruit werden verbouwd.

‘In 2012 heeft de milieupolitie het verband onderzocht tussen de metalen die er in de grond zaten en in de gewassen’, vertelt Iacuelli. ‘Daaruit bleek dat het lood, koper en zink, ijzer en de tin die in de grond zitten terug te vinden zijn in de bladeren. Dit ging om bloemkool, die elke dag in heel Italië op tafel staat. Voor sla en broccoli gelden vergelijkbare analyses. De hoeveelheid tin lag duizend procent hoger dan wat de voedselwet voorschrijft. Voor ijzer lag het maar liefst 23.000 procent hoger.’

Wat voor gevolgen de aanwezigheid van chemisch afval heeft voor de volksgezondheid werd in 2005 ontdekt door Alfredo Mazza, een oncoloog uit Pisa. Hij was een van de eersten die ging registreren welke soorten kanker er in Campanië voorkwamen, waar precies en in welke mate. Zijn resultaten werden gepubliceerd in het Britse medische tijdschrift The Lancet, volgens Iacuelli omdat geen enkel Italiaans tijdschrift zijn onderzoek wilde publiceren. ‘Hij zag dat in het gebied ten noordoosten van Napels, tussen de dorpjes Acerra, Nola en Marigliana, het aantal gevallen van bepaalde vormen van kanker enorm was toegenomen.’

In Mazza’s rapport is te lezen dat het cijfer van leverkanker bij mannen daar vier keer hoger lag dan het landelijke gemiddelde. ‘Niet alleen liet hij zien dat de stijging dramatisch was’, zegt Iacuelli, ‘ook bleek dat het ging om soorten kanker die veroorzaakt worden door een type industrie dat in Campanië niet eens voorkomt.’

Alfredo Mazza gaf het gebied tussen de dorpjes de bijnaam ‘De Driehoek des Doods’.

‘Nog erger dan de stijging van het aantal kankergevallen is dat de leeftijd waarop men ziek wordt drastisch is gedaald’, zegt Alessandro Iacuelli. ‘Longkanker komt voornamelijk voor bij mensen die al dertig jaar roken. Als je op de kinderafdeling van een kankerinstituut patiëntjes vindt van vier jaar met longkanker, dan klopt er iets niet. Hier hebben we jongens van 25 jaar met leverkanker. Voor borstkanker moet je je normaal gesproken vanaf je veertigste laten controleren, maar hier krijgen meisjes op hun zeventiende borstkanker en sterven ze op hun 22ste.’

Het mag misschien voor de hand liggen om dit ziektebeeld te verbinden met de lozingen van chemisch afval, maar van hogerhand wordt nog regelmatig ontkend dat het probleem bestaat. Nog vorig jaar noemde de bekende televisiepresentator en journalist Giuliano Ferrara de verhalen over La Terra dei Fuochi ‘een enorme lading onzin’. Ook Beatrice Lorenzin, nota bene minister van Gezondheid, ontkent het verband tussen de praktijken van de maffia en de kankerplaag. In een tv-interview weet ze het hoge aantal sterfgevallen aan de ongezonde levensstijl van de inwoners van Campanië: ‘Ze drinken te veel, roken te veel en eten te vet. Daarom krijgen ze kanker.’ De opmerking staat voor de slachtoffers symbool voor desinteresse van de regering, die opzettelijk wegkijkt.

Om een einde te maken aan een discussie die in zijn ogen met te weinig feiten wordt gevoerd, is geochemicus Benedetto DeVivo al jaren geleden begonnen om de volledige bodem van de provincie in kaart te brengen. De goedlachse zestiger geeft les aan de Universiteit Federico II in het centrum van Napels. In zijn werkkamer met uitzicht over de stad legt hij met kleine pretoogjes uit dat dat niet eenvoudig was: ‘Ik wilde weten welke stoffen op welke plekken in de bodem zaten. Ook wilde ik onderzoeken of die stoffen terug te vinden waren in het menselijk lichaam.’

Maar zijn superieuren zaten niet te wachten op een dergelijk onderzoek: ‘In Italië krijg je alleen onderzoeksgeld als je vriendjes hebt in de politiek, maar dat betekent dat je zijn politieke agenda moet volgen. Toen ik mijn onderzoek aankondigde werd de geldkraan meteen dichtgedraaid, tien jaar lang.’ Met hulp van een aantal stagiairs en bevriende wetenschappers in het buitenland, bij wie hij de bodemanalyses liet uitvoeren, lukte het hem toch. ‘We vonden pcb’s, polycyclische koolwaterstoffen, dioxine, allemaal stoffen die niet in de natuur thuishoren.’

Om te zien of de gifstoffen uit de bodem ook in het menselijk lichaam terechtkwamen had hij graag het bloed van de inwoners willen onderzoeken in samenwerking met ziekenhuizen, maar daar was geen geld voor. ‘Uiteindelijk hebben we een groep kappers benaderd door heel Campanië en gevraagd of ze haar van hun klanten wilden verzamelen, uiteraard na hun toestemming. Daarmee hebben we onweerlegbaar kunnen aantonen dat de gifstoffen die niet in de natuur thuishoren in het menselijk lichaam terechtkomen, en hoe. Isotopen van lood komen via de bodem in het grondwater terecht, en vandaar via de gewassen in het haar van de bewoners.’

Op het eerste gezicht lijkt het dumpen van chemisch afval alleen in Campanië voor problemen te zorgen, maar de gevolgen reiken tot ver daarbuiten. De streek is een belangrijke leverancier van agrarische handelswaar. Regionale producten worden niet alleen binnen Europa verkocht, maar over de hele wereld. Alessandro Iacuelli: ‘Als je chemisch afval dumpt in een gebied waar hoogwaardige landbouwproducten vandaan komen, dan dump je het in feite op je eigen bord. Er is hier een grote zaak geweest tegen een zuivelfabriek die mozzarella van buffelmelk maakte die vol dioxine zat. Die mozzarella werd als kwaliteitsproduct beschouwd en tot aan New York geëxporteerd. Het kan zelfs gebeuren dat een Noord-Europese milieucrimineel, die zijn chemisch afval in Italië heeft laten dumpen, een paar jaar later via een salade zijn eigen afval zit op te eten.’

Nadat in 2008 de dioxine in mozzarella was ontdekt, haalde de Italiaanse regering naar eigen zeggen de vervuilde producten uit de verkoop. Daarna achtte de EU geen verdere maatregelen meer nodig. Maar wie denkt zichzelf te kunnen beschermen door geen producten uit Campanië meer te eten komt bedrogen uit, zegt Alessandro Iacuelli: ‘De Camorra is een plattelandsmaffia. Dat betekent niet alleen dat ze de vrije hand hebben in het lozen van chemisch afval, maar ook dat ze de hele handel en distributie van lokale landbouwproducten in handen hebben. Ze weten donders goed dat niemand de bloemkool die hier verbouwd wordt wil kopen. Daarom veranderen ze de etiketjes. In plaats van “geproduceerd in Campanië” staat er dan “geproduceerd in Lombardije”.’

‘Wat hier geproduceerd wordt gaat ook naar Nederland’, zet Angelo Ferillo. ‘Tomaten uit Campanië kunnen ook in jullie ketchup terechtkomen. Hoe kun je de herkomst van een product achterhalen als die verdonkeremaand wordt?’

De illegale handel in afval loopt via een groot wereldwijd netwerk, zegt rechercheur René van Boxel. ‘We hebben contact met alle grote havens van Europa. Je merkt dat als wij de controles intensiveren criminelen zich verplaatsen naar andere havens en daar opnieuw hetzelfde spel gaan spelen.’

Ook de situatie in Europa, waarbij Campanië het afvoerputje van ons continent is, heeft volgens Alessandro Iacuelli wereldwijd equivalenten. ‘In Rusland zeggen ze: “Wat maakt het uit, we brengen het wel naar Siberië.” Frankrijk heeft speciale verdragen met voormalige koloniën. Vanuit Marseille vertrekken er dagelijks schepen met afval naar Algerije, waar het in de Sahara begraven wordt. En in Amerika heb ik een keer iemand horen zeggen: “Het interesseert ons niet. Wij hebben Mexico en Midden-Amerika. We brengen het daar wel naartoe.”’

Hoe lucratief die handel is blijkt ook uit de apocalyptische schaalvergroting die in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, zegt Iacuelli. ‘Er worden nu wereldwijd bedrijven opgericht, multinationals, beursgenoteerd, die alleen maar chemisch afval verhandelen. Dit is het hart van het internationale kapitalisme, waar chemisch afval nu handelswaar is geworden dat miljarden euro’s waard is.’

Volgens hem komt er voorlopig geen einde aan de handel in giftig afval zolang de wereldindustrie haar productieprocessen niet duurzamer maakt: ‘Al sinds de tweede industriële revolutie zijn ze gebaseerd op koolstofchemie, die zeer gevaarlijk en vervuilend is. Alle innovaties die daarna kwamen hadden alleen als doel de productie te verhogen en de kosten te reduceren. Er is vrijwel niets gedaan om de hoeveelheid industrieel restmateriaal tijdens het productieproces te verminderen. Integendeel, de meeste landen willen vooral hun bruto binnenlands product opschroeven. Dat doen ze door meer te produceren. En hoe meer ze produceren, hoe meer chemisch afval ze genereren.’

Op 8 december zond de KRO-NCRV om 23.00 uur Wilfried Koomens documentaire De gifcirkel uit, over de illegale handel in chemisch afval


Beeld: (1) Vuilnisdump bij Marigliano in de regio Campanië, Italië, 2007. Foto Carlo Hermann / AFP / ANP; (2) De Rotterdamse douane controleert een containerschip. Film still