Als de lezer het niet erg vindt, vanwege aanhoudende, voor sommigen zelfs beangstigende, zomermalaise geen column van duizend woorden maar een gedicht dat er slechts – inclusief de titel – honderd telt. Te veel woorden is met deze – al dan niet inmiddels voorbije – hitte en droogte geen goed idee. Ik geloof dat het een hoopvol gedicht is, hoewel je zoiets nooit zeker weet met poëzie.

augustus in het buitenland

Voorbij de bomen,
of eerder: er doorheen,
daar is het licht.
Voorhoofd tegen ruit,
zinderend gras, kale takken,
lome koeien, lege achtertuinen,
dor gras, vergeelde glijbaan.
En dan weer het licht,
daar voorbij de bomen.
Misschien is er
wel een zee.
Daar, daar!
Meeuwen, zilt!
En dan een jongen
op de boeg van een boot,
met het licht er achter.
En jij hopen, willen,
wensen dat dit
de vorige eeuw was,
het liefst ergens
aan het begin,
en dat er dan een schrijver was
die dat ziet. Een schrijver
die heel goed
over regen schrijven kan.