
Het gebeurde op een moment dat niemand zat op te letten, omdat het leven een hordenloop is van dagelijkse sores en overlevingsproblematiekjes. Zeker het leven in Italië de laatste jaren, dat voor de kleine man één gevecht tegen het creatief boekhouden van de staat is geworden. Er is altijd weer iets onverwachts dat binnen drie dagen betaald moet worden; dagelijkse noden als gas, licht en water worden onaangekondigd verhoogd met forse belastingtoeslagen, in de brievenbus een stroom van mistige naheffingen van tien jaar terug, voortdurende herzieningen van de kadasterwaarde van ieder krotje, schuurtje, wijnkeldertje of stukje land, krankzinnige claims vooraf van de fiscus over de ‘te verwachten’ inkomsten van op leven en dood worstelende vrije beroepsgroepen – het houdt niet op. Her- en herberekeningen van steeds maar hetzelfde: het karige leven en bezit van de kleine man, die met zijn rug tegen de muur staat.
Italië is in de afgelopen paar jaar in hoog tempo een soort Zwitserland geworden waar het gaat om belastingen innen, terwijl de kwaliteit van het dagelijks leven op hetzelfde mediterrane rotzooiniveau is gebleven, maar dan zonder de vrolijkheid en de voordeeltjes die er vroeger ook bij hoorden. Het zorgeloze leven-en-laten-leven en iedereen knijpt een oogje toe kan niet meer omdat Europa meekijkt over de schouders, maar wat ervoor in de plaats is gekomen wordt niet ervaren als een verbetering. De wegen zijn een onvoorstelbare gatenkaas; het verouderde openbaar vervoer is permanent kaduuk of in staking; de publieke gezondheidszorg waar alles gratis en verrassend goed kon worden geregeld voor wie echt in nood zat is op slot gegooid met zulke dodelijke wachtlijsten dat iedereen met iets meer dan een griep maar uit eigen zak betaalt; ouderen en gehandicapten worden genegeerd; het schoolsysteem is achterhaald, om over aardbevingen, immigranten en hele gebieden in handen van de georganiseerde misdaad nog maar te zwijgen. Overleven in het helemaal niet meer zo dolce vita-Italië van de 21ste eeuw is een dagelijkse loodzware inspanning geworden die weinig tijd laat voor andere dingen.
En dus lette in oktober 2017 even niemand op, toen het ‘Rosatellum’ met acht vertrouwensstemmingen door de Kamer en de Senaat werd geramd. Het was de nieuwe kieswet, maar dat had niemand begrepen. Italiaanse kieswetten worden altijd in verhullend Latijn vernoemd naar de bedenker, in dit geval ene Ettore Rosato, de niemand ooit opgevallen fractievoorzitter van de PD in de Kamer. De Partito Democratico, zoals de grootste communistische partij van het Westen de pci (Partito Comunista Italiano) zichzelf uiteindelijk heeft gedoopt, is een regeringspartij geworden die de zaken liever achter de rug van de kiezer om regelt. De drie premiers van de PD die de afgelopen vijf jaar stuivertje hebben gewisseld hebben nooit op eigen kracht stemmen vergaard. De al lang weer vergeten Enrico Letta, de branie Matteo Renzi en de huidige muisgrijze zaakwaarnemer Paolo Gentiloni: allemaal werden ze in naam van ‘de regeerbaarheid’ van bovenaf benoemd door de president van de republiek. Een begrip waarmee de Italianen voortdurend om de oren worden geslagen, ‘de regeerbaarheid’, maar dat zo langzamerhand klinkt als een doos van Pandora waarin alle trucs kunnen worden verstopt.
Het verschrikkelijke vermoeden dat het Rosatellum de zoveelste truc is waarmee de Italianen nu, na al zoveel jaar van ongekozen regeringen en premiers (sinds 2011, toen Berlusconi tot ‘vrijwillig’ aftreden werd gedwongen) opnieuw van hun stemrecht worden beroofd, begint pas nu, vlak voor de verkiezingen op zondag 4 maart, langzaam door te sijpelen. De stembiljetten zien eruit als een doolhof dat bedoeld lijkt om de kiezer zo veel mogelijk in verwarring te brengen. Door je kruisje te zetten op een kandidaat stem je automatisch ook op een coalitie, maar als je niet op een coalitie wilt stemmen, kom je terecht op een geblokkeerde lijst van mensen die misschien helemaal niet je keuze zijn. Wie wil stemmen op één kandidaat en daarmee uit, wordt afgestraft met de ongeldigheid van zijn stem; als je een kruisje op én een partij én een kandidaat zet kom je weer terecht in een ander optel-automatisme dat je niet had bedoeld en vooral: niet snapt. De kandidaten op de geblokkeerde lijsten hebben onzichtbare ‘vangnetten’ waardoor je nooit van ze af komt, hoe je ook je best doet. Bovendien wordt in zes regio’s (Lombardije, Trentino-Alto Adige, Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Molise en Basilicata) ook nog voor een nieuw regiobestuur gekozen. De ongelukkigen uit deze regio’s krijgen dus drie stembiljetten voor hun neus, voor de Kamer, de Senaat en de regio, allemaal met verschillende systemen, proportioneel, uninominaal en mixvormen. Waarop de Italiaanse kiezer nu precies zijn kruisjes heeft gezet zal pas blijken bij de tellingen, áls hij het tenminste niet fout heeft gedaan.
Uiteindelijk zal de partij of de coalitie die de veertig procent haalt worden beloond met de oneerlijke ‘meerderheidsbonus’ die nu al jarenlang het Italiaanse verkiezingsmechaniek frustreert. Het nieuwe van deze kieswet is dat de meerderheidsbonus ook direct naar een van tevoren aangekondigde coalitie kan gaan. Voorheen alleen naar een partij, vandaar dat de PD het nu al sinds 2013 met een nooit behaalde verpletterende meerderheid in de Kamer voor het zeggen heeft.
Het waarom van al deze pogingen om de Italiaanse stem zo veel mogelijk te blinderen en te sturen, is eenvoudig verteld. Niemand kan dat beter dan Marco Travaglio, de hoofdredacteur van het kleine onafhankelijke krantje Il Fatto Quotidiano (Het Dagelijkse Feit). In een editorial legt Travaglio even uit hoe het zit: ‘Aangezien de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo al jarenlang altijd nummer één staat in de peilingen, terwijl Renzi’s PD en Berlusconi’s Forza Italia steeds maar ver achter bleven als tweede en derde, was het zaak om een manier te vinden om wie wint te laten verliezen en wie tweede en derde wordt te laten winnen. Aangezien er nergens op de hele wereld, zelfs niet binnen een kraal van tien plaggenhutjes in Donker Afrika, een kieswet bestaat die dit mogelijk maakt, hebben ze zich in de garage van Renzi suf gepiekerd over hoe dit resultaat toch te bereiken.’
Want dat is de grote reden, de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo, die inderdaad al jaren ver bovenaan staat in de peilingen met een percentage tussen de 28 en 33. En die met niemand coalities wil sluiten, omdat voor de Vijfsterren het hele Italiaanse systeem corrupt is. De leidraad van deze kieswet was: hoe houden we de Vijfsterren buiten de deur?
In de woorden van Travaglio: ‘Toen kwam dus de tot dat moment stille, onopvallende boekhouder Ettore Rosato met een fantastisch idee dat zomaar in zijn hoofd kwam opbubbelen, beter dan wat een Julius Caesar had kunnen bedenken. Jongens! Ik heb hem! Een wet die stemmen onttrekt aan de Vijfsterren en ze optelt bij de PD en Forza Italia, dankzij schijncoalities die het alleen even hoeven te houden tot de avond van 4 maart, maar biologisch afbreekbaar hè. Want de Italianen – dachten de hoge heren in Renzi’s garage – zijn achterlijk en merken het toch niet. Aangezien de kieswet expres zo is gemaakt dat er totaal niet geregeerd kan worden, zullen alle opinieonderzoekers en politicologen in binnen- en buitenland constateren dat er totaal niet geregeerd kan worden, alsof dat niet het zorgvuldig van tevoren bedachte plan was, maar een onverwacht effect van de klimaatveranderingen. Goehoed Ettore!’
Marco Travaglio heeft maar een klein krantje, dat als enige niet van staatswege wordt gesubsidieerd. Alle andere Italiaanse kranten worden dat wel en het gaat om miljoenen op kosten van de belastingbetaler. Maar Travaglio’s lezerspubliek (de oplage van Il Fatto Quotidiano is rond de 120.000) staat in geen verhouding tot zijn tv-publiek. Want de hoofdredacteur is de meest gevraagde gast in de enorme hoeveelheid dagelijkse politieke talkshows, debatprogramma’s en interviewsalons die van ’s ochtends vroeg tot middernacht op de Italiaanse televisie te zien zijn. Als hij zou willen, kan hij vijf keer per etmaal in beeld zijn. De ‘achterlijke’ Italianen (zestig miljoen) horen graag van Travaglio hoe het zit omdat hij het zo glashelder en onbevreesd kan uitleggen. Zijn editorials zijn eigenlijk een dagelijkse oefening voor zijn zorgvuldig gekozen tv-optredens. Wie zijn krant leest, herkent ook de volgende voorspelling: ‘De avond van 4 maart zullen de grote partijen die Italië de afgelopen 24 jaar schandalig slecht hebben wan-geregeerd, oftewel Berlusconi’s Forza Italia en de PD, alle beloftes van “nooit een gemeenschappelijke regering” ontkennen en zal de gemeenschappelijke regering onder leiding van de huidige premier Paolo Gentiloni, in Italië een onbekende, maar in Brussel daarentegen een veelgeziene gast, de draad gewoon weer oppakken. Ons establishment gedraagt zich nu al alsof het Grote Gehaktbrood een feit is, om wie de verkiezingen zal winnen op voorhand buiten de poorten te stellen. Gentiloni stelt Merkel gerust met de belofte dat Italië na de verkiezingen “een stabiele, niet-populistische regering zal hebben”. Dus dezelfde als nu.’
Dit soort voorspellingen worden alleen en uitsluitend door de krant van Travaglio gedaan. Alle andere Italiaanse media doen alsof het een razend spannende strijd gaat worden. Alsof er van alles kan gaan gebeuren, terwijl inderdaad het mechanisme van de kieswet eigenlijk alles al naar ‘het Grote Gehaktbrood’ heeft gekneed. Alle dreigementen ten spijt, Juncker die ‘de grote zorg van Europa over een onregeerbare situatie in Italië’ nog even te berde brengt – allemaal theater. Les jeux sont faits, en het is alleen zaak om nog even te doen alsof het heel spannend gaat worden.
‘Vrienden van onze minister van Economische en Financiële Zaken – de belangrijkste van allen voor Brussel – zouden hem misschien even moeten attenderen op het gebruik dat je bepaalde dingen wel kunt dóen, maar niet moet zéggen’, aldus nogmaals het kleine krantje. ‘Want om in een vroeg ochtendprogramma op de publieke omroep te mogen vernemen dat onze minister Padoan denkt, nee weet, dat hij gewoon na deze verkiezingen nog in het zadel zit is toch vreemd. Zijn uitspraak “ik ben nog minister en ik weet dat het mijn ministerie zal zijn dat de nieuwe def (de Italiaanse begroting voor de komende drie jaar) in april zal presenteren, omdat er misschien niet eens een nieuwe regering zal komen”, wekt blijkbaar nergens verwondering. En goed, wij, de Italiaanse kiezers, hebben nu echt wel gesnapt dat het Rosatellum bedacht is om de stemmen van de gematigde partijen (waaronder Forza Italia van Silvio Berlusconi) op te pompen, om na een fors aantal maanden van “eenvoudig zaak waarnemen” in naam van de “regeerbaarheid” toch weer uit te komen op “een regering die door zo veel mogelijk krachten wordt ondersteund zoals Europa ons vraagt”. Maar alleen: zeg het niet nu al op tv zonder enige schaamte, want daarmee verjaag je de kiezer echt van het gemaskerde bal dat zich over een week zal afspelen in de kieshokjes.’
Het is eigenlijk alsof de verkiezingen al achter de rug zijn. Een doffe gelatenheid, de Italianen niet eigen, hangt als een klamme deken over komend weekend. Italianen zijn gek op strijd, op arena’s, op winnaars en verliezers, op een kans om te laten zien aan wiens kant je staat. En helemaal nu het leven de eerder genoemde hordenloop is geworden terwijl ‘zij’ van de regering maar blijven zeggen dat alles goed gaat omdat er vlak voor of achter de komma één puntje weet ik veel wat is verbeterd.
De weinige keren dat ze de afgelopen jaren nog de kans hebben gekregen, hebben de Italianen al duidelijk laten zien hoe ze denken over ‘de regeerbaarheid’ die strak aan de teugel van Europa loopt. Dat was bij de laatste verkiezingen in 2013, toen Grillo’s Vijfsterrenbeweging met ruim 25 procent ook al de grootste werd op neuslengte afstand van de PD, maar vanwege de weigering om met wie dan ook samen te regeren in de oppositiebanken verdween. En nog een keer, in december 2016, bij het referendum over een ook al weer onbegrijpelijke wijziging van de Senaat. Omdat de toenmalige premier Renzi dat technische referendum had opgezweept tot een persoonlijke populariteitstest kreeg hij een stevige afstraffing van de Italianen. Zestig procent stemde tegen en de opkomst was massaal. De boodschap was: weg met Renzi, die toen inderdaad als een aangeslagen bokser de ring uit wankelde, maar er veranderde niets, want de volgende PD-premier was voor je met je ogen kon knipperen al weer benoemd.
De paar momentjes van hoop op verandering zijn vakkundig de grond in geboord en dan krijg je wat je nu ziet. Een dodelijk vermoeide bevolking die zich afkeert van de politiek, of vlucht in het bekende, Silvio Berlusconi van 81, niet eens kandidaat, maar wel voortdurend op tv en dat kan hij, zoals nu vaak genoeg is geconstateerd. ‘Berlusconi is heel goed in campagne voeren’, heet het al sinds 1994. Wat er daarna gaat gebeuren is een tweede, maar in ieder geval is hij niet zo’n zeur. Want de Italianen zijn vooral doodmoe van al die niet-gekozen, niet-inspirerende, zichzelf feliciterende, verantwoordelijke mannen in pakken die blijkbaar iets weten wat het volk niet mag weten.
Of dit nu ook de reden is dat zelfs de vulkaan Beppe Grillo in een mystieke crisis beland lijkt, zal bij gokken blijven. Wat is er met hem aan de hand? Hij zou in het weekend voor de verkiezingen, op 23 en 24 februari, nog een one man show geven in een theatertje in Rome. Insomnia, ‘Slapeloosheid’, een geweldige titel en de kaartjes waren al ruim een maand van tevoren verkocht. Dure kaartjes, 85 euro per stuk, maar dat had je er graag voor over, om Grillo nog even te horen op zo’n belangrijk moment. Grillo die zijn beweging die het hoogst staat in de peilingen in januari ineens de rug toe had gekeerd, nou, daar wil je wel bij zijn. Waarom had hij dat gedaan? Was het een strategische zet? Was dit het moment om de ‘ragazzi fantastici’ (de fantastische jongens en meisjes) van zijn Vijfsterrenbeweging op eigen benen verder te laten gaan? Riskant, maar interessant. Zeker met die intrigerende titel, Slapeloosheid.

Drie dagen voor de voorstelling kregen de weinige gelukkigen die een kaartje hadden bemachtigd een sec berichtje van het online ticketbureau: ‘De shows in het Teatro Flaiano in Rome van 23 en 24 februari zijn uitgesteld tot 23 en 24 maart.’ En wie wilde, kon zijn geld terug krijgen. Maar geen verklaring, niets. Wat was er gebeurd? Grillo is niet ziek, zoals de bezoeker van zijn blog (beppegrillo.it) kan constateren. Daarop zijn dagelijks filmpjes te zien met de overpeinzingen van de 69-jarige cabaretier/filosoof Grillo. Thema’s als ‘erkentelijkheid’ – waar de moderne mens niet meer toe in staat is –, ‘de waarde van woorden’ – die de wereld kunnen veranderen, mits goed gekozen –, ‘regeerbaarheid’ – wat is dat eigenlijk en wie bepaalt dat? –, ‘de mooiste verkiezingscampagne ooit’ – namelijk deze, die in tegenstelling tot wat iedereen zegt juist prachtig is, omdat het een exacte weergave is van hoe de Italianen zijn. De filmpjes zijn gedraaid bij Grillo thuis, dan weer aan het knappende haardvuur, dan weer voor zijn strandhuis in Toscane en hij is steeds alleen. Zijn vermoeide gezicht staat grimmig. Het lijkt net of je Fool on the Hill op de achtergrond zachtjes hoort spelen. Waar is hij in godsnaam mee bezig?
‘Grillo staat aan het raam en wacht’, zegt Jacopo Iacoboni. De 45-jarige journalist van de ooit machtige, nu zieltogende Fiat-krant uit Turijn La Stampa is expert van Grillo en zijn beweging en volgt hem al jaren op de voet. In januari kwam Iacoboni’s boek L’Esperimento (‘Het Experiment’) uit, een gedegen journalistiek onderzoek naar het ware mechanisme dat achter de Vijfsterrenbeweging schuilgaat. De conclusie is onthutsend. Eigenlijk, stelt Iacoboni, was het een experiment van de ‘internetgoeroe’ Gianroberto Casaleggio, die in april 2016 op zijn 61ste aan een hersentumor overleed. Casaleggio was op zoek naar ‘een Grillo’, een volksaandrijver die consensus kon genereren, om eens te kijken hoe ver je kon komen op internet met een mechanisme dat zichzelf zou voeden en bergen data zou opleveren. Keihard cynisme, dus, van een nerd in het pak met lange hippieharen, die niet voor niets gek was op het cultboek The Circle van Dave Eggers, dat hij als een soort statement cadeau gaf aan vele Italiaanse parlementariërs toen Vijfsterren in 2013 de verkiezingen eigenlijk had gewonnen, maar niet aan de macht kwam. Ook toen al vanwege een rare kieswet, die ‘Porcellum’ (Zwijnenboel) was gedoopt. Zelfs de maker wilde er zijn naam niet aan geven.
Toen Casaleggio de razend populaire bijter van de macht Grillo in 2004 contacteerde had hij het hele plan al in zijn hoofd, aldus Iacoboni, en de cabaretier Grillo was dus eigenlijk niets meer dan een tool in handen van een diabolische bestuurder, die alleen geïnteresseerd was in het algoritme van het net, niet in de ideeën. Het is een aantrekkelijke theorie die de (voor)oordelen over de Vijfsterrenbeweging bevestigt, maar er zijn toch een paar dingen waarmee je blijft zitten. Casaleggio was bijvoorbeeld een begenadigd schrijver van de dagelijkse ‘posts’ op de site van Grillo, waaruit wel degelijk een sterke ideologie sprak. Hij kon ideeën en beelden samenbrengen als geen ander en wist alles in historische, sociale en culturele context te plaatsen. Niet voor niets heeft Grillo na het even een tijdje te hebben aangezien in januari besloten om zijn merknaam op het net los te koppelen van de Vijfsterrenbeweging, want het waren onleesbare, humorloze, arrogante politbureau-communiqués geworden. Casaleggio’s opvolger zoon David (want ja, Italië blijft daarin wel Italië) kon het niet, inspirerende posts schrijven. En sowieso lijkt Grillo de huidige institutionele koers van zijn beweging niet toe te juichen.
‘Vergis je niet, hij houdt alles in de gaten’, aldus nogmaals Iacoboni, die uiteraard vanwege zijn boek op de zwarte lijst staat van journalisten met wie nooit meer gesproken wordt. ‘Wat Luigi Di Maio (de 31-jarige premierskandidaat van Vijfsterren) nu aan het doen is, het overtuigen van het establishment, vindt Grillo eigenlijk maar niks. Maar hij geeft hem de kans. Ik denk ook niet dat het hem lukt, Di Maio, want er is geen partij die zal intekenen op het “per voorstel stemmen” van Di Maio. Ze laten hem echt geen premier worden met carte blanche. Eerst de verdeelsleutel van de macht en dan zien we nog wel. Het is Italië, het land van de Gattopardo’s. Grillo weet dit en wacht af.’
Na de verkiezingen is alles in handen van de president van de republiek. De 76-jarige christen-democraat Sergio Mattarella zal bepalen wie de regering gaat vormen, wie de premier wordt en of er meteen weer nieuwe verkiezingen moeten worden uitgeschreven omdat het resultaat onleesbaar is. De Italianen verheugen zich op al weer een nieuwe kieswet.