Van Reinier Baas (1985), onmiskenbaar het grootste Nederlandse jazztalent op gitaar en idool van alle conservatoriumstudenten, zullen de adviseurs en subsidiebeoordelaars in hun handen wrijven. Zijn nieuwe plaat is een ‘instrumentale, geïmproviseerde surrealistische jazz-opera in drie aktes’. Bijgeleverd: een 24 pagina’s tellend stripboek, een serie ansichtkaarten en een poster op A2-formaat en dat alles in een tinnen sigarendoos. En, niet te vergeten, hij brengt het meesterwerkje met een balorigheid die we van hem gewend zijn: ook humor is een vernuftige manier om andere doelgroepen aan te spreken. Met vlag en wimpel geslaagd dus.

Het verhaal gaat over Princess Discombobulatrix, een sigaretten rokende diva die achterna wordt gezeten door een tovenaar, een generaal en de ‘Duke of Waalwijk’. Alle ontmoetingen escaleren in verwoestende gevechten. Baas heeft blijkbaar zijn rijke fantasie de vrije loop gegeven. Illustrator Typex verbeeldt de absurde vertelling in een fraai vormgegeven graphic novel.

Is al die heisa nodig? Ja, omdat Baas op deze vindingrijke manier sowieso alle aandacht trekt en krijgt en zich ook op buitenmuzikale wijze onderscheidt. Alle nationale media zullen hierover berichten en het ludieke karakter van zijn laatste project zal gaan rondzingen.

Of toch niet? Want enkel muzikaal is de instrumentale opera al een onafhankelijk overtuigende plaat. Baas’ compositorisch vermogen ontwikkelt zich stormachtig. Voor het eerst brengt hij muziek voor een septet dat op de plaat wordt uitgebreid met negen muzikanten. Wat we horen is indrukwekkend. In de intelligent opgebouwde composities creëert Baas een fijne balans met ruimte voor improvisatie. Mooie, lang uitgerekte melodieën vinden afwisseling met prettig hakkelende lijnen die zich knap vastbijten in opzwepende ritmes. Af en toe klinkt een goede rock vibe of klinken rauw langs elkaar schurende blazers in een bombastische klankmuur. Baas goochelt met fundamenten als tempo, melodie, ritme, vorm, harmonie, klankkleur én persoonlijke expertise: spannend zijn de momenten waarin de klassiek geschoolde blazers en strijkers samenspelen met het kernseptet, dat bestaat uit gerenommeerde jazzmuzikanten als Ben van Gelder, Joris Roelofs en Martijn Vink.

De klassieke stukken en vooral de blaasarrangementen maken misschien nog wel de meeste indruk, met als hoogtepunt de bijdrage van sopraanprinses Nora Fischer. Als Baas vervolgens zijn virtuositeit laat gelden in solo’s of catchy ostinato’s hoor je zijn compleetheid als muzikant, nu al, op jonge leeftijd. Zeker wanneer hij zich ook verdienstelijk laat gelden op de piano besef je zijn volwassen reikwijdte. En dat terwijl dit onmogelijk geschreven en gespeeld kan zijn door een oude jazzheer: de gretigheid, naïviteit en bravoure die in elke noot doorklinken, kunnen alleen maar afkomstig zijn van een jonge hond met bruisende ideeën aan het begin van zijn carrière.


Reinier Baas vs. Princess Discombobulatrix, 23-9 Lantaren Venster, Rotterdam, 24-9 Verkadefabriek, Den Bosch, 27-9 Tolhuistuin, Amsterdam, 28-9 LUX, Nijmegen en 29-9 TivoliVredenburg, Utrecht

Beeld: Ansichtkaart van Typex voor Reinier Baas vs Princess Discombobulatrix (Typex)