Nu Ajax sinds de terugkeer van eigen kweek Tim de Cler zelfs uitwedstrijden blijft winnen, wil ik het hebben over Job Komol. Komol, zult u zich afvragen, wie is Komol? Job Komol is een naam die vele associaties oproept. Job had zomaar adviseur van de president van Zuid-Afrika kunnen zijn en anders wel zijn ambassadeur bij de Verenigde Naties. Job had ook de schrijver van de bestseller De blanke schaduw kunnen zijn. Zeker is dat Job Komol sinds vorige week bestaat. Job Komol verdient zelfs een standbeeld, schreef Hugo Camps zaterdag in de eerste zin van zijn column in NRC Handelsblad. En waarom dan wel? «Met de openheid van de Vitesse-speler over zijn hiv-besmetting is een taboe doorbroken.»
Zondag horen we Camps op televisie zichzelf herhalen, alleen weet hij dan niet of de arts van Vitesse met toestemming van Komol de besmetting heeft geopenbaard. In de theatrale wereld van wrede dijen en door drank doorgroefde borsten van het patserige Gelredome lijkt me dat een niet onbelangrijk detail bij het aanvragen voor subsidie voor het standbeeld.
In tegenstelling tot Camps is John Jansen van Galen minder standbeeldgericht. In Het Parool schrijft hij: «De achttienjarige voetballer Job Komol, afkomstig uit Kameroen, is seropositief. Erg voor hem. Maar waarom moest het aan de grote klok worden gehangen?» Jansen van Galen spreekt zelfs van moderne hekserij. Zonder dat we Komol ooit hebben gezien doemt ineens het beeld op van een wat verlegen Afrikaanse jeugdspeler in dienst van Vitesse. De grote vraag is waarom Vitesse de besmetting van de achttienjarige voetballer openbaar heeft gemaakt. Als een speler met een hiv-besmetting geen gevaar is voor medespeler en tegenstander, tenzij hij in de rust anaal met zijn tegenstander vrijt en dan nog zonder condoom, waarom dan die openheid? Wat ik al vreesde, zag ik dit weekeinde bevestigd. Een Kameroense lot- en ploeggenoot van Komol, Emile Mbamba, maakte zondag zijn debuut bij Vitesse. In het Algemeen Dagblad van maandag zegt hij: «We vertellen elkaar alles als we problemen of moeilijkheden hebben. Job had me nooit iets gezegd. Toen Vitesse het openbaar maakte, kwam die mededeling als een schok.» Daar gaat het standbeeld.