Het is weer oorlog. Voor alle duidelijkheid, deze column gaat niet over Feyenoord-Ajax maar over de situatie in Israël. Vier dagen lang hebben negentien joodse vrouwen en mannen een solidariteitsbezoek aan Israël gebracht. Niet omdat ze gelukkig zijn met de huidige politiek of weer zo nodig een joods geluid willen laten horen. Wel omdat ze daar allemaal familie hebben die elke ochtend met auto, bus of trein naar hun werk moeten, dus ondanks een negatief reisadvies elke dag moeten reizen.
In die vier dagen hebben we ervaren dat in Israël veel deskundiger, kritischer en in elk geval minder eendimensionaal over de problematiek in het Midden-Oosten wordt gesproken dan door sommige «deskundigen» in de Volkskrant.
De grote meerderheid van de Israëliërs wil maar één ding: vrede met de Palestijnen. En ook wij werden niet vrolijk van de vertegenwoordiger van de nederzettingenpolitiek. Zoals er aan de andere kant nog fundamentalisten zijn die alle joden in zee willen drijven. Dat streven wordt overigens door niet één Israëliër gesteund. Sprekend over de rol van de media vroeg Stuart Schoffman van de Jerusalem Report of we Connie Mus kenden. «Als wij hem intifada geven, toont hij u intifada. Maar als wij hem de geslaagde exodus van joden uit Sarajevo tonen, toont hij u dat. Israëliërs en Palestijnen denken weleens te makkelijk dat alle media anti zijn.»
Ook werd ons duidelijk waar een letterlijke interpretatie van het recht op terugkeer van alle Palestijnen uiteindelijk toe leidt: tot twee Palestijnse staten; één langs de grenzen van Israël en één binnen de grenzen van Israël. Dat vinden zelfs gematigde Israëliërs één te veel.
Maandagochtend om negen uur pareerde Shimon Peres kritiek van sommigen binnen de pvda op zijn deelname aan een regering met Sharon: «Ik had na de verkiezingen de keus tussen oppositie voeren en een minderheid vormen in de coalitie. Ik moet in de regering rekening houden met de ideeën van premier Sharon. Maar het is hier geen dictatuur, waaronder Sharon mij gebiedt. Wij zijn de enige democratie in de regio. In zo'n oorlog als wij nu weer voeren, zou je daarom iets meer steun van Europa verwachten. Sorry, ik hoop niet dat u het erg vindt dat ik u twee antwoorden op een vraag gaf.»
We waren er vier dagen. In die periode vielen twaalf doden, wandelden we vrijdagochtend door het centrum van Jeruzalem, ‘s middags door de veel beschoten wijk Gilo en ’s avonds door druk Tel Aviv. En voelden we ons veilig. Dat verwart wel.