In het midden van die kring staan twee grote kisten waarin meestal decorstukken worden vervoerd, of geluidsapparatuur. Op die kisten staan flessen drank en bekertjes, en daaromheen zijn boeken en roddelbladen gerangschikt. ‘Neem wat te drinken, het staat ervoor. Er is ook lectuur voor wie zich verveelt.’ Lina Fregeres en Sandra Macrander, die de voorstelling hebben gemaakt, geven het voorbeeld. Ze schenken in, delen uit en dwalen vervolgens pauze-achtig door de ruimte. Voorzien van wijn en een Prive probeer ik me over te geven aan het pauzegevoel, maar dat valt nog niet mee. We zitten daar een beetje te kijk, in dat kringetje onder de theaterlampen. We houden elkaar in de gaten. Er wordt nauwelijks gesproken, de sfeer wordt niet echt ontspannen. Misschien denken de meeste toeschouwers, net als ik, dat dit erbij hoort. Dat dit geen pauze is, maar een scene.
Dat die gedachte opkomt, heeft te maken met een ontwikkeling die steeds sterker is aan te wijzen in het theater en in andere kunsten, op televisie ook. De grens tussen de voorstelling en dat wat normaal buiten de voorstelling valt, wordt verlegd. Foute opnamen, versprekingen, ruis, storing - in videoclips en reclamefilmpjes worden deze barsten in het anders zo gelikte beeldoppervlak geraffineerd ingezet om de kijkers te prikkelen. De zwalkende schoudercamera, de opnametijd die onder in beeld meeloopt, het zijn zo langzamerhand al clichemiddelen waarmee wordt getracht film- en tv-beelden een hoger waarheidsgehalte mee te geven. Betrekkelijk nieuw is het in beeld tonen van geluidshengels, cameramensen en kabeldragers zoals dat zo mateloos interessant gebeurt in de EO-jongerenprogramma’s.
In theater zie je weer andere trucjes. Pauzelicht dat aanblijft, ingestudeerde ordeverstoringen uit de zaal, acteurs die zogenaamd hun tekst kwijt zijn of op een andere manier spelen dat de voorstelling hen ontglipt. Een danser begint verlegen stotterend uit te leggen wat hij heeft ‘onderzocht’ in de choreografie die zo dadelijk volgt, en laat zijn praatje zo subtiel overgaan in een stotterdans, dat je pas heel laat beseft hoe precies zijn gestotter was vormgegeven…
Soms denk je alle trucs wel te kennen, maar de illusiemakers bewandelen steeds geraffineerdere wegen om dezelfde lichte verwarring te bereiken. Afgelopen week zag ik in galerie Bloom werk van de Amerikaanse videaste Georgina Starr. Op een monitor zag ik een vrouw bezig met voorbereidingen van opnamen. Ze vervaardigde op die tv het decortje dat in de galerie stond opgesteld: een lief maar krakkemikkige barretje met krukken waar je niet op kon zitten. Dat is ‘the making of…’, was mijn eerste reactie, en ging op zoek naar wat Starr uiteindelijk in het studiobarretje had opgenomen. Het bleek subtieler in elkaar te steken. Starr speelt op haar nieuwe video een vrouw die een feestje voor zichzelf bouwt. Ze tovert haar huiskamer om in een feestlocatie, timmert een bar, trekt mooie kleren aan en maakt hapjes klaar. Daarna speelt ze dat er gasten komen die ze onderhoudt. Het lijkt een treurig verhaal, maar door de consequentie waarmee de vrouw haar plan doorzet, zegeviert ze in haar kracht om zichzelf te vermaken.
Zo was het misschien ook wel bij die twee vrouwen in Het Veem. Ze gaven zichzelf even pauze, en het publiek moest maar zien of het daarin meeging. Maar de voorstelling was aangekondigd als een ‘voorstudie’, dus er hoefden nog geen conclusies te worden getrokken. Ook niet over de vraag of het nu echt pauze was of niet. En het is eigenlijk wel zo plezierig om dat in het midden te laten.
Rubriek
Barsten in het beeldoppervlak
‘Het is nu misschien tijd voor een kleine pauze.’ De voorstelling in Het Veem is nog niet lang bezig als er alweer wordt gestopt. Vanuit de hoek van de zaal maakt actrice Lina Fregeres een uitnodigend gebaar naar het publiek. Zij staat bij het mengpaneel waarmee de twee theatermaaksters hun eigen voorstelling van muziek en licht hebben voorzien. De toeschouwers zitten midden in de weidse ruimte op stoelen die in een kleine kring zijn neergezet.
www.groene.nl/1995/26