Premier Mark Rutte zit de eerste ministerraad van het nieuwe kabinet voor © ANP BART MAAT

Op 11 januari zag ik Pieter Omtzigt, Joost Eerdmans en Liliane Ploumen in Nieuwsuur aandachtig naar een grafiekje kijken, zonder een spier te vertrekken. De grafiek kwam uit de eerder die dag gepresenteerde CPB-briefing aan de Tweede Kamer. We zagen er de overheidsschuld langs twee lijnen de toekomst in lopen. Eén lijn liep omhoog naar 92 procent van het bbp in 2060, was roodgekleurd en had het label ‘totaal coalitieakkoord’. Volgens een enquête in september 2020 meent (ook al) 92 procent van de Nederlandse economen dat de staatsschuld zonder enig probleem tot boven de negentig procent kan stijgen. In het coalitieakkoordscenario gebeurt dit uiterst geleidelijk gedurende vier decennia. En toch werd dit alom behandeld als de uitzinnige consequentie van een losgeslagen kabinet.

De andere lijn, uitgevoerd in zachtblauw, liep omlaag naar 28 procent van het bbp in 2060 en was voorzien van de tekst ‘basispad’. Beide getallen zijn de uitkomst van een CPB-model met de naam Saffier 3.0. In de echte wereld is er één ding zeker aan een staatsschuld van 28 procent van het bbp: die is nog nooit voorgekomenin de twee eeuwen dat de Nederlandse rijksfinanciën bestaan. Gaat ook niet gebeuren, zeker niet voor 2060. Binnen de EU vind je minder dan dertig procent alleen in Bulgarije, Estland en Luxemburg (maar dat is een stadstaat). Het is een basispad waarin iedere basis onder de Nederlandse welvaart verdwenen is. Toch kwalificeert het CPB deze uitkomst als ‘de verwachte ontwikkeling bij ongewijzigd beleid’, iets dus wat mogelijkerwijs zou kunnen gebeuren, ja zelfs redelijkerwijs verwacht kan worden – quod non. Niemand gelooft dat Nederland een ‘basispad’ gaat bewandelen waarin we de overheid zo verregaand ontmantelen en de economie zo grondig kapot bezuinigen dat we tot Bulgaarse toestanden afdalen. Het is een non-vergelijking. Er is dus dringend een gesprek nodig over de aard van Saffier 3.0 en – belangrijker nog – over de functie in het publieke debat van de model-uitkomst.

Want als gezegd, de aanwezige politici bij Nieuwsuur vertrokken geen spier bij de geprojecteerde vergelijking van 92 met 28 procent in 2060. De framing was funest en ongefundeerd. Politici en het publiek verkeren door deze cijfers in de veronderstelling dat de coalitieplannen een ruim drie keer zo hoge staatsschuld opleveren als wat in een basispad mogelijk is, en dat dit zorgelijk is. Dat het basispad in de echte wereld een onmogelijkheid is, dat 92 procent niet problematisch is: het werd nergens benoemd.

Mij verbaast ook de eensgezinde kritiek op het coalitieakkoord van diegenen die dit wél weten. Toegegeven: het was niet voor niets dat zeven economen een dag later zorgelijk in NRC Handelsblad schreven over de doelmatigheid van dit uitgavenpakket. Maar wat hadden we dan verwacht? Neem een premier zonder visie die koste wat het kost aan moet blijven. Voeg toe coalitiepartijen waarvan sommige willen doorpakken in klimaatbeleid, zorg en onderwijs, terwijl andere boeren, multinationals en Nederland belastingparadijs willen ontzien. Ze moeten allemaal hun zin krijgen, anders komt de premier het Torentje niet in. In deze politieke constellatie, met deze coalitie en met zo’n premier, is een genereuze begroting zonder coherentie geen verrassing. Maar ook geen ramp.

Want wat zien we nu eigenlijk gebeuren? Een omwenteling waarin het kabinet zichzelf en zijn opvolgers committeert aan klimaatbeleid, publieke investeringen en sociale cohesie, en dat bij een groei van de staatsschuld die vrijwel iedereen verantwoord acht. Natuurlijk, de ideeën achter de geldpotten zijn mager of afwezig, het gebruik van fondsen in plaats van begroten verdient geen schoonheidsprijs, en het kabinet geeft de gemeenten met de ene hand geld dat het met de andere neemt, tegen eerdere afspraken in. Old habits die hard. Rutte IV is allesbehalve de ‘mission-oriented’ overheid die we volgens de Londense hoogleraar Mazzucato nodig hebben om de problemen van onze tijd op te lossen. Maar wat willen we? Er is vooruitgang. De kabinetten-Rutte hadden tot nu toe geen visie en geen geld voor sociaal en groen beleid. Nu ontberen ze alleen nog visie. Dit akkoord zet flinke stappen in een richting waar bijna iedereen naartoe wil. Dat verdient waardering. Wie gaat dát eens bij Nieuwsuur vertellen?