Pas afgelopen maand hoorde mensenrechtenadvocate Noura Ghazi Safadi dat haar man al twee jaar geleden was geëxecuteerd door de militairen van Bashar al-Assad. ‘He was executed just days after he was taken from Adra prison in October 2015’, zo kondigde Noura Ghazi Safadi op 2 augustus 2017 de dood van de Syrische internetactivist Bassel Khartabil Safadi op Facebook aan. Noura, die jaren de campagne #freebassel – gesteund door onder andere Mozilla, Wikipedia, Creative Commons, Amnesty International en Hivos – voor vrijlating van haar man aanvoerde, eist nu alleen nog het lichaam van Bassel, en de datum van zijn sterfdag. ‘This is the end that suits a hero like him. This is a loss for Syria. This is a loss for Palestine. This is my loss.’

Bassel Safadi, zoals hij online bekend was, behoorde tot de voorhoede van de internetactivisten in Damascus. Als open source-softwareprogrammeur en internetondernemer streed hij voor een open samenleving en vrij internet. Zo richtte hij in september 2010 de eerste hackerspace van Syrië op. Het was een half jaar voor het conflict in Syrië zou uitbreken. Hij noemde het Aiki lab, Japans voor joining spirits. ‘Aiki lab is a place for sharing, creation, collaboration, research, development, mentoring, and of course, learning’, tweet hij op 14 juli 2010.

‘The man who brought open internet to the Arabic world’, kopte The Guardian over hem in 2015. Hij was betrokken bij de oprichting van de Syrische afdeling van Creative Commons, de organisatie die een open vorm van auteursrecht voorstaat, actief op bloggersconferenties in het Midden-Oosten en werkte voor Mozilla en Wikipedia. Een van zijn meest prestigieuze projecten was een interactieve 3D-reisgids van de historische stad Palmyra. (Later zou hij vanuit de gevangenis nog meewerken aan een reconstructie van de door IS vernietigde ruïnes.)

Bassel was niet alleen een slimme ‘geek’, schrijft Monique Doppert, auteur van de longread Bassel: Van nerd tot spil in het verzet op de site van Hivos, maar ook diplomatiek; hij wist een weg te vinden rondom de vele restricties van de gesloten Syrische samenleving. ‘Hij wilde in eerste instantie vooral een snelle verbinding voor Aiki lab regelen, Creative Commons promoten en gewoon geld verdienen’, mailt ze bij navraag. ‘Pas na de start van de revolutie werd hij een hardcore internetactivist.’

Hij kreeg als enig kind van een bekende Palestijnse dichter en een Syrische verzekeringsagente een vrije opvoeding. Hij leerde zichzelf programmeren en studeerde computertechniek in de Letse hoofdstad Riga. Hier ontmoette hij voor het eerst leeftijdgenoten met dezelfde interesses. ‘Hij kon er vrijuit spreken, zowel tijdens de colleges als in de kroeg’, schrijft Doppert. ‘Dat was voor hem een openbaring.’

Veel vrienden vluchtten het land uit. Zelf wilde hij niet weg

Drie maanden na de oprichting van Aiki lab braken de volksopstanden in landen als Tunesië en Egypte uit. De Syrische staatsmedia berichtten er nauwelijks over, maar op sociale media als Twitter en Facebook konden de gebeurtenissen nauwlettend worden gevolgd. Nadat op 15 maart 2011 ook in Syrië de revolutie was begonnen, werd Bassel benaderd door een journaliste die hem vroeg filmpjes voor de bbc te maken. Samen met een paar vrienden legde hij de gebeurtenissen vast en smokkelde de banden het land uit. De wereld voorzien van informatie, dat paste bij zijn visie. Maar zijn werk werd steeds gevaarlijker. Het Syrische regime beantwoordde de opstand met extreem veel geweld, vrienden werden opgepakt.

Hetzelfde jaar verloofde hij zich met Noura op een feest in een villa buiten de stad. ‘Voor de revolutie was angst een emotie op afstand’, zei hij die avond tegen een vriend. ‘Nu is het heel dichtbij. Het zit in mij. Maar stoppen, dat kan ik niet meer.’

‘Ieder mens heeft zijn breekpunt’, schrijft Doppert. ‘Voor Bassel komt dat wanneer hij de revolutie ziet overgaan in oorlog.’ Zijn tweets en posts raakten, schrijft ze, doordesemd van wrange humor en kregen een bittere toon. Hij gaf af op de slecht georganiseerde oppositie en de passieve houding van de internationale gemeenschap. Veel vrienden vluchtten het land uit. Zelf wilde hij niet weg, ook al had dat makkelijk gekund met al zijn internationale contacten. Misschien was het vanwege zijn familie, en om Noura.

‘He wasn’t a typical internet geek’, zo beschreef Noura hem in een interview met de nieuwswebsite The Electronic Intifada in december 2015. ‘He is unbelievably romantic. He used to give me a red rose every day since we became lovers until the day of his imprisonment.’

Op 15 maart 2012, een jaar na het begin van de revolutie, verliet Bassel zijn huis en werd op straat opgepakt. Volgens Amnesty International werd hij negen maanden verhoord en gemarteld door de veiligheidsdiensten van Assad. Daarna werd hij overgebracht naar de Adra-gevangenis waar hij sporadisch bezoek kon ontvangen. Daar trouwde hij met Noura in januari 2013 als ‘bruid en bruidegom van de revolutie’, zoals ze werden genoemd.

‘Of my experience spending three years in jail so far for writing open source code, I can tell you how much authoritarian regimes feel the dangers of technology on their continuity’, schreef Bassel vanuit de gevangenis aan een vriend van Electronic Frontier Foundation waar hij voor had gewerkt. ‘And they should be afraid of that, as code is much more than tools. It’s an education that opens youthful minds, and moves nations forward. As long as you people out there are doing what you are doing, my soul is free.’