
Televisie – Walter van der Kooi
De IJzeren Eeuw - vanaf vrijdag 3 april, NPO 2, 21.05 uur
Vrijdag start een nieuwe grote geschiedenisreeks van NTR en VPRO: De IJzeren Eeuw oftewel de negentiende. Hans Goedkoop is, net als in De Gouden Eeuw, dertien afleveringen lang de alom aanwezige gids, reizend, vertellend en specialisten interviewend. Kundig, helder en, net als bij Andere tijden, soms iets te ‘onhistorisch’ van toon, want met het pietsje arrogantie van wie met kennis en mentaliteit van nu naar de mens van vroeger kijkt.
Elke aflevering kent één thema, behandeld middels één opvallend maar niet altijd bekend personage. Begonnenwordt met ‘de allereerste koning’: Luigi Bonaparte dus, alias Lodewijk Napoleon. Dat die vermorzeld werd door zijn broer kreeg ik als kind al mee. Als puber vernam ik dat zijn vrouw Hortense niets van hem en Holland moest hebben, inclusief het vermoeden dat hij niet de vader was van een of meer van zijn kinderen. Loser kortom. Maar er is al een tijdje sprake van rehabilitatie van deze goedwillende ‘romanticus’ (zoals historicus Rietbergen hem noemt) die het allerbeste met land en onderdanen voor had – wat precies de reden was dat Napoleon, die poen wilde zien, zich kapot ergerde, om broertje na vier jaar te ontslaan en ons hele handeltje in te lijven. Licht revisionistische geschiedschrijving dus, met als bijvangst snufjes Oranje-bashing. Want een van de verklaringen voor het feit dat Lodewijk weinig erkenning kreeg ligt in het doodzwijgen door die dynastie die hem, na het Franse intermezzo, hier opvolgde. Bij jubilea van de Koninklijke Bibliotheek of de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen laten de Oranjes zich nooit zien, want die zijn niet door hen maar door Bonaparte gesticht, zegt iemand die ik juist voor een Oranje-fan aanzag. Zo.

Een stapje verder gaat het waar het Willem Frederik van Oranje, de latere Willem I, betreft. Die bleek als verdreven stadhouderszoon heel wat meer in geld dan in de Nederlanden geïnteresseerd. Dat hij het Duitse Fulda als compensatie kreeg beviel hem dan ook behoorlijk. En, zegt het commentaar, als hij in plaats daarvan Louisiana (ook Frans bezit) had gekregen, was hij content geweest en hadden we waarschijnlijk nooit meer iets van de Oranjes gehoord. Oftewel het ‘if in history’ vanuit Republikeins verlangen. Wat mij betreft: graag het raadhuis op de Dam terug, want die confiscatie tegen Franse betaling hebben de Oranjes mooi wel in dank aanvaard.
Maar er is veel meer dan dit anekdotische: Lodewijks oprechte pogingen land en volk te leren kennen door rond te reizen en hen op te stoten in de vaart der verlichte volkeren. Wat gezien relatieve achterlijkheid op legio terreinen een ambitieus plan was. Een deel van de maatregelen –genoemde instituties, bevordering van borstvoeding, teruggave van kerken aan katholieken (waarbij protestanten soms wel preekstoel en kroonluchters meejatten) – buitengewoon verstandig. Een deel curieus ambitieus. Zoals de plannen om in Assen een ‘nieuw Versailles’ te vestigen: een departementale hoofdstad naar Frans model met lusthoven, brede boulevards en een kweekschool met duizend leerlingen om de Drenten de moderniteit in te trekken. Daar begrijp je dan wel iets van de monkelende 21e-eeuwse commentaartoon.
Een minpuntje: korte stukjes zijn geënsceneerd. Onder meer feestelijke hofbijeenkomsten. Daar causeert en danst dan een groepje figuranten in min of meer verantwoorde kostuums, maar op onverantwoorde locatie (zeker als Hortense’s sociale leven na terugkeer in Frankrijk wordt verbeeld) en met 21e-eeuwse brillen. Geen gezicht. Peanuts: reken maar dat we via een reeks boeiende personages een informatieve blik op de te onbekende en behoorlijk ‘moderne’ negentiende eeuw gaan krijgen.
Tegenlicht: E-stonia - VPRO, NPO 2, 21.00 uur
Hamid Reza Tahsildoost is een jonge Amerikaan van Iraanse afkomst, werknemer van Skype, die tegelijk digitaal ingezetene van Estland is. De term wereldburger krijgt een nieuwe dimensie. Estland wil cyberhoofdstad annex Silicon Valley van Europa worden en is daarin kansrijk door Jan Romeins omgekeerde ‘wet van de remmende voorsprong’: die van de stimulerende achterstand. Onder de sovjetknoet vandaan en met een piepjonge computer-minded regering ontwikkelen ze zich tot e-staat, die dus als eerste identiteitsbewijzen verstrekt, ook aan niet-burgers, die als virtuele paspoorten in cyberspace kunnen gelden. Of, zoals Edward Lucas, voormalig BBC-correspondent in Estland en nu journalist van The Economist zegt: ‘The electronic equivalent for a Swiss bankaccount.’ Hij kreeg van zijn vriend, de Estse president Toomas Henrik Ilves, als eerste zo’n Ests internetpaspoort. Vooral handig bij betalingen en in het bedrijfsleven in het algemeen. En handig bij het aantrekken van kapitaalkrachtigen aller landen richting Estland.
Mij duizelt het bij het aanzien van al die Estse start-ups, Alexanders Klöpping en prognoses over een binnenkort totaal veranderde wereld, maar wie daar midden in wil blijven of komen te staan doet er goed aan zondag naar Tegenlicht te kijken. Shuchen Tan schetst in E-stonia: Een land als start-up de contouren van wat daar al is en wat gaat komen. Gelukkig zit er een sceptische (jonge!) mensenrechtenactivist in die vraagtekens zet bij die stralende e-toekomst. Voel ik me niet helemaal alleen.
In één klap - NCRV 2Doc, maandag 6 april, NPO 2, 20.25 uur
Ramon Gieling maakte in 2014 een documentaire rond een verongelukte motorrijder. Vijftien jaar na dato leek zijn dood voor de meest naasten nog pas gisteren. Datzelfde leek te gelden voor de automobilist die betrokken was bij het dodelijke ongeluk maar er geen enkele schuld aan droeg. Frans Bromet heeft nu een film gemaakt over vijf betrokkenen bij dodelijke verkeersongelukken. Van volledig verantwoordelijk tot volledig schuldeloos. Maar voor ieder geldt: in één klap werd het leven voorgoed veranderd. Die ene klap is dan ook de titel van de film, waarin Bromet met zijn personages praat en de plekken des onheils bezoekt. Jaarlijks betreft het honderden mensen, van veroorzakers tot degenen die het letterlijk overkwam. Van, in dit geval, de vrachtwagenchauffeur die door een motorrijder gebruikt wordt om zelfmoord te plegen en de jongen die een spookrijder op zijn weg vindt tot de jongeman die op de snelweg klooiend met zijn telefoonset inrijdt op een file. Ook deze laatste dader, volledig doordrongen van zijn schuld, is slachtoffer en draagt de rest van zijn leven iets ondraaglijks. Al kwam dat besef de keren dat ik in de stad op een haar na plat was gereden door telefonerende automobilisten niet meteen bij me op: ik tierde en kreeg de middelvinger. Heftige en trieste film, waarin bij de kijker mededogen overheerst. Al is er een personage dat je begrip voor ‘dader = slachtoffer’ op de proef stelt.
Toneel – Loek Zonneveld
Samuel Beckett’s Glückliche Tage - 2, 3 en 4 april in deAmsterdamse Stadsschouwburg. Duits gesproken, Nederlands ondertiteld.
Het sluitstuk van de cyclus voorstellingen van de Britse regisseur Katie Mitchell, die dit voorjaar onder de noemer ‘Brandstichter’ in de Amsterdamse Stadsschouwburg worden gepresenteerd, is deze week Happy Days van Samuel Beckett, Glückliche Tage (want het betreft hier een productie die uit Duitsland komt). De centrale figuur in dat stuk is Winnie, na Prometheus de beroemdste gekluisterde mens in de toneelgeschiedenis. Omringd door haar spulletjes uit het reguliere leven (plus een pistool én haar gemankeerde echtgenoot Willie), is ze voorgoed immobiel geworden, ingegraven als ze is door een duistere macht. In het eerste bedrijf tot aan haar middel. In het tweede bedrijf tot aan haar kin. Een eventuele derde acte zal ze niet overleven.

Julia Wieninger van het Deutsches Schauspielhaus uit de Noord-Duitse havenstad Hamburg toont ons in de regie van Katie Mitchell een Winnie die niet is ingegraven, maar die tussen keukenblok, sofa en boekenkast is ingesloten door het wassende water. De redelijk abstracte toestand van het origineel (hoe komt een vrouw op haar leeftijd zo ingegraven, daar is veel over heen en weer geïnterpreteerd) is hier verplaatst naar de zeer concrete doodsangst voor een alles overspoelende zondvloed.
Vanuit haar raam ziet Winnie enkele bladerloze Beckett-bomen, wijde luchten en veel groen gras. Concreter kan de interpretatie van dit al zeer tastbaar geschreven toneelstuk nauwelijks zijn: het water staat Winnie in de tweede acte letterlijk aan de lippen. Ze blijft dapper door-doen in haar alledaagse waanzin-optimisme, waarin het, op het dwangmatige af, nu eenmaal zo moet zijn, dat ze ondanks alles gelukkig zijn zal. In die tweede acte hangt haar woning overigens uit het lood en stroomt het water woest aan haar raam voorbij. Winnie onderdrukt een lichte paniek en gaat door met doorgaan. Alsof doorleven hier nog een reële optie is. Prachtige voorstelling!
Muziek – Leon Verdonschot
Paaspop - 3 t/m 5 april, Schijndel
Niet dat het buiten al voelt of de tijd er rijp voor is, maar komend weekend al begint officieus het festivalseizoen, met het festival dat ooit begon als een trekpleister voor de regio (en dat getuige het krankzinnig hoge aantal fietsen rond het terrein ook is gebleven), maar inmiddels is uitgegroeid tot een mini-Lowlands: Paaspop.
Het hoofpodium is drie dagen lang gevuld met de eredivisie van de Nederpop: van Anouk tot Kensington, ze staan er allemaal, net als de grote belofte Kovacs (wiens debuutalbum in De Groene Amsterdammer van deze week wordt besproken). Ook twee van de beste live-hiphoppers van het land treden aan: de fabuleus eclectische Typhoon en het verklaarde podiumbeest Fresku, in de aanloop naar zijn nieuwe album.

IJzersterk is de programmering in de hardere sectoren: Paaspop heeft uit eigen land de oudgedienden van Peter Pan Speedrock en de jonge honden van John Coffey, het nieuwe live-project van hardrockkluizenaar Arjen Lucassen (Gentle Storm, met Anneke van Giersbergen als zangeres), uit Ierland en New York twee veteranen in bloedvorm (Sick Of It All en Therapy?) en de meest opwindende punkrockband ter wereld: Against Me!. Een lange adem is wel vereist: niet alleen duurt Paaspop drie dagen, er stappen ook gerust na middernacht nog bands het podium op.
I Am Kloot - zondag 5 april, Melkweg, Amsterdam, 20 uur
Ze staan ook op Paaspop, maar voor wie Schijndel te ver vindt of een club verkiest boven een festivaltent: het Britse I Am Kloot komt ook naar de Melkweg. Toen er een paar jaar geleden sprake was van een ‘new acoustic movement’ in Groot-Brittannië (het land waar de muziekpers een tamelijk chronische behoefte heeft aan nieuwe labels, ook wanneer alleen dat label werkelijk nieuw is), gold het trio uit Manchester als een van de voorlopers daarvan. Live zijn ze goed en intens. Zanger John Bramwell kan soms een knorrepot zijn, maar zijn rauw-warme stem is prachtig, net als zijn teksten. Een fraaie indruk van I Am Kloot biedt de clip van Some Better Day. Net zo Brits als de films van Ken Loach: altijd op het snijpunt van tristesse en hoop, waar iedere zonnestraal zich door een grauwe Britse lucht moet heen vechten.
Televisiedrama – Gawie Keyser
The Americans - verkrijgbaar op dvd
Alleenstaanden hebben het moeilijk in televisieseries. Soms lijkt het net alsof alles maar om één ding draait: lief en leed in het gezin. Of in het pseudo-gezin, gevormd door vrienden of collega’s. Dat was altijd al zo, in sitcoms als All in the Family en Seinfeld, maar ook in soaps en dramaseries als Peyton Place in de jaren zestig en House of Cardsin onze tijd. Zelfs de psychopaat Hannibal Lecter hunkert in Hannibal naar het ‘gezin’, dat wil zeggen het FBI-team bestaande uit ‘vader en zoon’ Jack Crawford en Will Graham. Tegelijkertijd zetten series vraagtekens bij de legitimiteit van het gezin, vooral in het briljante The Americans van de Amerikaanse betaalzender Fox waarvan de eerste twee seizoenen nu uit zijn op dvd.

In het eerste seizoen zendt het Kremlin de jonge, pas opgeleide spionnen Philip en Elizabeth Jennings uit naar de Verenigde Staten. Ze kennen elkaar niet. En nu moeten ze de rollen van verliefden spelen. Het is begin jaren tachtig. Ze vestigen zich in de buurt van Washington waar ze undercover leven als doorsnee Amerikanen. Het ‘echtpaar’ Jennings begint een reisbureau en krijgt twee kinderen, Paige en Henry, die naar een nabijgelegen school gaan. Terwijl de kinderen opgroeien hebben ze geen idee wie hun ouders werkelijk zijn. Overdag zijn vader en moeder even Amerikaans als alle andere inwoners van deze rustige voorstad, ’s nachts zijn ze killers die moorden in naam van moedertje Rusland.
Veranderende identiteiten, dat is de rode draad: wie mensen zijn, wie ze denken te zijn. Philip en Elizabeth zijn ras-acteurs; ze hebben er weinig moeite mee geloofwaardig over te komen als een verliefd echtpaar. Maar later, wanneer de kinderen geboren zijn, volgt de confrontatie met de werkelijkheid. En de vraag: wat nu als we echt van elkaar gaan houden?
Door de kloof tussen ware en verzonnen identiteiten komen Philip en Elizabeth voor dilemma’s te staan. Zo realiseert hij zich in het tweede seizoen dat het wel erg fijn toeven is in het land van de vijand. Hij put er plezier uit met zijn zoon een spannende sportauto voor zichzelf uit te zoeken. Elizabeth daarentegen houdt vast aan haar communistische achtergrond. Voor haar is ideologie alles, een idee dat ze later in seizoen drie op haar dochter wil overdragen, waarmee ze lijnrecht tegenover Philip komt te staan.
Het gezin is het gezin niet meer in The Americans. De leugenachtige Philip en Elizabeth leggen de duistere kant van ‘vader en moeder en kinderen’ bloot, net zoals Francis en Claire Underwood dat doen in House of Cards, specifiek in die beroemde scène in seizoen twee waarin ze de bodyguard Meecham – symbolische zoon van dit kinderloze echtpaar – seksueel verleiden. Ook in The Americans perverse huwelijksmores: Philip en Elizabeth gaan vreemd – dat hoort bij het spionagevak – en vaak vinden ze dat heerlijk. En toch van elkaar houden. Of kan dat niet?
The Americans vertelt het verhaal van een huwelijk, met als pijnlijke vraag hoe twee mensen die zo van elkaar verschillen een manier kunnen vinden om in een gezin met elkaar samen te leven.