Prinsjesdag zal sober zijn dit jaar. Geen rijtoer met koets en paarden door de straten van Den Haag deze derde dinsdag. De koning en zijn vrouw komen met de auto. En die rijdt niet zoals gewoonlijk naar de Ridderzaal, maar naar de Grote Kerk. Daar is meer ruimte om Kamerleden en ministers op gepaste corona-afstand van elkaar te kunnen laten zitten. Het militair ceremonieel bij de kerk zal deze keer beperkt zijn. En na het voorlezen van de troonrede is er niet de gebruikelijke bordesscène op Paleis Noordeinde. Het coronavirus maakt drommen mensen die naar de koning en zijn vrouw gaan zwaaien onverantwoord.

Zo sober als de Prinsjesdag-rituelen zullen zijn, zo uitbundig echter zal de begroting voor het komende verkiezingsjaar uitpakken. Ook dat is het gevolg van Covid-19, het heeft minder te maken met de komende verkiezingen. Losgelaten zijn gebruikelijke Prinsjesdag-graadmeters, zoals een laag financieringstekort, een geringe staatsschuld en een relatief klein aantal werklozen, graadmeters waaraan een jaar geleden nog het succes van het kabinetsbeleid werd afgemeten. Inmiddels gelden andere prioriteiten.

Al bijna zes maanden lang stut de overheid het bedrijfsleven, werkenden en werklozen met miljarden euro’s. Alles in een poging de negatieve gevolgen van de periode van de intelligente lockdown en daarna de soepeler anderhalvemetersamenleving zo veel als mogelijk te beperken. En, zo maakte het kabinet al vóór Prinsjesdag bekend, die steunmaatregelen zullen nog negen maanden worden verlengd, tot eind juni 2021. Wel met enkele aanpassingen, want het idee groeit dat het virus tot structurele veranderingen zal leiden in onder meer de manier van werken, het gebruik van auto, trein of vliegtuig, en de vraag naar goederen en diensten.

Die steunmaatregelen hebben overigens wél met de verkiezingen van maart te maken. Door het recht op de tijdelijke regelingen tot eind juni te laten gelden, hoeft het steunpakket in de aanloop naar de verkiezingen geen item te zijn. De politieke discussie kan daardoor gericht zijn op de visies op en de meningsverschillen over de langere termijn. Over Nederland-na-Covid-19 of, in het somberder scenario, met Covid-19.

Vorige week liet het eerste vragenuurtje in de Tweede Kamer na het zomerreces al zien hoe die discussies kunnen gaan verlopen. Zal het coronavirus blijvend leiden tot minder vliegverkeer? GroenLinks denkt van wel en daarom vroeg het GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger of Lelystad Airport ‘nu eindelijk van de baan gaat’. Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen-Wijbenga (vvd), wilde daar niets van weten. Zij gaat ervan uit dat Schiphol nog steeds behoefte heeft aan een luchthaven bij Lelystad voor het overnemen van de vakantievluchten. Kortom, geen verandering van standpunt van GroenLinks noch van de minister.

De reputatie van Mark Rutte en Hugo de Jonge is corona-afhankelijk

De minister leek wel rekening te houden met een mogelijke afname van het autoverkeer als gevolg van het coronavirus. Het niet naar kantoor gaan, zoals tijdens de strengste maanden van de lockdown, zou weleens tot gevolg kunnen hebben dat werknemers gedeeltelijk thuis blijven werken. Het invoeren van rekeningrijden in de spits zou dan niet meer nodig zijn om de files te verminderen. Dat komt de vvd dan juist weer wel goed uit, aan rekeningrijden hebben ze al decennialang een broertje dood. Dus dat Van Nieuwenhuizen in dit geval wel genegen is blijvende gevolgen van het virus welgemoed tegemoet te zien, is eveneens geen verrassing.

Zouden ook kiezers, net als politici, zo vasthouden aan hun zienswijze, en ook deze keer heen en weer zweven tussen het groepje politieke partijen waartussen ze altijd al kiezen? Ik zou me kunnen voorstellen dat kiezers de bandbreedte van hun keuze op verkiezingsdag gaan verleggen, als zij de afgelopen maanden hebben gezien of ervaren hoe fragiel het bestaan is, hoe ook de vrije markt, als de nood aan de man komt, steunt op de staat, hoe belangrijk beroepen als verpleegkundige, docent en politieagent zijn. En richting partijen schuiven die meer oog hebben voor de samenleving als geheel en voor de overheid als steunpilaar, en minder gaan voor het individuele belang, de vrije jongens en het grote geld.

Maar een van de bepalendste factoren voor de verkiezingsuitslag zal het coronavirus zelf zijn en de aanpak daarvan in de komende maanden. Is er genoeg testcapaciteit? Draagt de nieuwe corona-app bij aan de bestrijding? Is het aantal ic-bedden voldoende bij een hoge tweede golf? Kondigt het kabinet een nieuwe lockdown af? Dat zal koren op de molen zijn van de aanhangers van Viruswaarheid. Maar hoe zullen minder wantrouwige kiezers reageren op een verlenging in de wedstrijd tegen het virus?

cda-lijsttrekker Hugo de Jonge, al maanden minister corona-aanpak, staat vol in de wind. vvd-leider Mark Rutte, bijna tien jaar minister-president, zet de deur naar deze concurrent graag nog verder open, zodat die wind extra flink kan blazen. Beider reputatie is corona-afhankelijk, en dat kan negatief uitpakken als het virus rond blijft gaan.

Hun collega-lijsttrekkers, vooral die van de oppositie, hebben het veel makkelijker. Vanaf de zijlijn kritiek leveren is altijd eenvoudiger, maar zeker nu er zo veel op de tast gaat. Vanaf die zijlijn ontbreekt wel het voordeel te kunnen laten zien een goed bestuurder te zijn in slechte tijden.

Het wordt een sobere Prinsjesdag, in sombere tijden, maar ook met spannende maanden voor de boeg. Drie keer een s, sober, somber en spannend. Niet alleen in Nederland overigens.