Wat zijn Wehrmacht-uniform voor haar betekende, zijn laarzen in Sperrzeit door de hele straat hoorbaar, de bel die overging en alleen maar rampspoed kon aankondigen – hij had geen idee. Hij bezocht gewoon zijn oudere zus, die hem mee had opgevoed omdat moeder, weduwe, in failliet Duitsland rond 1920 zich in haar winkeltje kapot werkte. Het zou lang duren voor ze elkaar weer zagen en ze hebben het er nooit over gehad. Te pijnlijk. In 1966 kwam hij op condoleancebezoek. We keken naar de televisie, gekocht om mijn vader te vervangen – armzalige ruil. WK voetbal: West-Duitsland-Sovjet-Unie (2-1). Mijn moeder keek niet, mijn broer en ik waren overduidelijk vóór de Russen. Mijn oom was stil. Hij was jaren krijgsgevangene van Stalin geweest, waarover hij zelfs met zijn vrouw nooit had kunnen praten en was na terugkeer de ddr ontvlucht. Volgens schrijver J.B. Charles had hij bij grensoverschrijding verdiend te sneuvelen en dat vond ik op papier wel een zuiver standpunt: ik was uitzonderlijk goed na de oorlog. Maar het was wel een aardige oom.

Terugkijkend voelt het bar ongemakkelijk: wij supporters van een enge dictatuur omdat alles beter was dan Duits. Zittend naast een Duitser die zwaar geleden had. Maar bij zoveel Duitse schuld was daarvoor geen erkenning mogelijk. Wat makkelijker werd gemaakt doordat de meesten die dat leed toch onder de ogen brachten vaak een dubieus verleden en dito opvattingen hadden.

In Het Duitsland van mijn moeder van Britta Hosman gaat het zowel over de schuld als over het leed. Net als in het boek van Laura Starink Duitse wortels. Het zijn familiegeschiedenissen, beginnend in respectievelijk Oost-Pruisen en Silezië en met een omslag door huwelijken met Nederlanders. Hosman en Starink zijn zich, blijkens interviews, zeer bewust van hun half-Duitse roots. Ik was en ben, een generatie ouder, dat veel minder. Doordat ik moest verdringen omdat het destijds een groter taboe was? Doordat mijn moeder ‘haar Duitsland’ al op haar zestiende verliet voor een Amsterdams dienstje en prompt nooit meer terug wilde?

Ik heb het eigenlijk verdomd makkelijk gehad en als Hollander de erfschuld nooit gevoeld. Hosmans familie behoort tot de verdrevenen. Tot degenen die een gruwelijk lot door het wraaknemend sovjetleger ontvluchtten. Dat is andere koek. Een familie die net niet meer aan boord kon van Hitlers trots, het cruiseschip voor de gewone mens, Wilhelm Gustloff, dat getorpedeerd werd door een Russische onderzeeër waarbij negenduizend vluchtelingen omkwamen (lees ook Im Krebsgang van Günter Grass).

In de Russische enclave Kaliningrad is een standbeeld neergezet voor duikbootkapitein Marinesko. Terecht of wrang? Hosman schrikt van de felle verdediging van dat beeld. Zoals onderweg vaker blijkt hoezeer de Russische en de westerse perceptie verschillen. Maar ja, 25 miljoen sovjetdoden. En zelden enige zelfreflectie aan die kant. En bergen Duitse schuld. Een pijnlijke reis door geografie, geschiedenis, actualiteit en morele dilemma’s.

Britta Hosman, Jorien van Nes, Het Duitsland van mijn moeder, VPRO, zondags, NPO 2, 20.15 uur


Beeld: Britta Hosman bij een parade in Kaliningrad in Het Duitsland van mijn moeder. Foto Marten Kramer