
Bhutan had een paar jaar geleden de status van ‘gelukkigste land ter wereld’. Maar als íemand wist dat Bhutan helemaal geen gelukkig land is, is dat wel de jonge leraar Ugyen (Sherab Dorji) in Lunana: A Yak in the Classroom. Ugyen wil zo snel mogelijk wég, naar Australië waar hij hoopt carrière te maken als zanger van westerse muziek. Hij heeft zijn immigratiepapieren op orde en zit in z’n hoofd al op Bondi Beach. Maar dan krijgt hij van de regering een nieuwe standplaats toegewezen. In de zomer moet hij de Himalaya in om les te geven op ‘de meest afgelegen school ter wereld’.
Tijdens de barre tocht te voet naar ‘de meest afgelegen school ter wereld’ blijkt Ugyen een drama queen ten voeten uit. Mijn iPod doet het niet. Waar is de wc? En o, wat is het koud. Wist Ugyen veel dat hij in de komende maanden zal meemaken dat hier in het hóóg gelegen plaatsje Lunana het ultieme geluk voor het oprapen ligt.
Zo vaak zie je Bhutanese films niet, wat A Yak in the Classroom des te interessanter maakt. De regie van regisseur Pawo Choyning Dorji is zelfverzekerd (het is zijn eerste speelfilm). Hij wisselt de bij vlagen adembenemend mooie widescreen-fotografie af met close-ups, van Ugyen en de bijzondere inwoners van het dorpje, vooral het meisje Pem Zam dat zichzelf speelt. Ze is een jaar of tien, class captain, en ze vertelt de nieuwe leraar precies wat hij moet doen. Haar gezicht is ‘open’: grote ogen, hoge jukbeenderen en een brede glimlach. Net als je denkt: hier zien we het ultieme geluk, blijkt dat Pem Zam uit een gebroken gezin komt.
Langzaam leert Ugyen de lasten van de moderne tijd van zich af te schudden en net als de pakweg twintig inwoners van het bergdorpje te denken in mythen en metaforen. Van de opwarming van de aarde hebben ze bijvoorbeeld nog nooit gehoord. Wel weet Ugyens gids dat de omliggende heuvels al jaren niet meer wit worden; slechts de hoogste bergtoppen, waar geen mens kan komen, krijgen nog sneeuw. Wat zegt dat? Dit: de grote, witte leeuw die daar woont heeft straks geen thuis meer.
Traditie en vooruitgang botsen frontaal op elkaar. Voor de kijker is het net als voor Ugyen de vraag of de romantiek van het stadje met de bijzondere inwoners iets méér betekent dan ‘mooie plaatjes’ of ‘schattig kind’. Een man zegt: ik draag geen schoenen, want als ik dat zou doen zou ik niet weten hoe ik moet lopen. Daar zit een interessante logica in, net als in het geval van het bergrund, yak, die dus echt in het klaslokaal leeft. Want waarom niet.
Te zien vanaf 19 mei