
Ooit was ze dakloos. Maar afgelopen augustus zette Cori Bush de Amerikaanse politiek op de kop met een verbluffende overwinning. Van begin af aan was Bush de underdog. De afgelopen vier jaar heeft ze al twee voorverkiezingen in haar staat Missouri verloren. Weinig mensen verwachtten dat ze zou winnen van Lacy Clay, telg uit een machtige politieke dynastie die al ruim een halve eeuw de zetel voor het eerste congresdistrict van Missouri in handen heeft. Ze versloeg Clay en in november zal ze naar alle waarschijnlijkheid – het district is solide Democratisch – de eerste Afro-Amerikaanse vrouw in het Huis van Afgevaardigden voor de staat Missouri zijn.
Cori Bush komt uit een arbeidersfamilie uit St. Louis, een paar minuten van Ferguson, geboortestad van Black Lives Matter. Ze is een 44-jarige verpleegkundige, BLM-activist van het eerste uur en alleenstaande ouder van twee. Anders dan veel establishment-politici in Washington D.C. kent ze de dagelijkse pijn en worstelingen van Amerikanen door en door.
Arbeiders zijn zwaar ondervertegenwoordigd in Amerikaanse politieke instituties. 52 procent van de Amerikaanse bevolking behoort tot de arbeidersklasse, terwijl slechts twee procent van het Huis van Afgevaardigden een arbeidersachtergrond heeft. In The Cash Ceiling laat politicoloog Nicolas Carnes zien dat deze instituties veel ingebouwde barrières hebben om mensen uit de arbeidersklasse buiten de politiek te houden – ook bij de Democratische Partij. Zo schrijft onderzoeksjournalist Ryan Grim in We’ve Got People dat de belangrijkste lakmoesproef voor kandidaten die de steun van de Democratische Partij willen krijgen de telefoontest is: hoeveel campagnegeld kan men via de eigen contactenlijst ophalen? Komt het potentiële bedrag niet boven de 250 duizend dollar uit, dan wordt de kandidaat niet in overweging genomen voor steun van de Democraten.
Afgelopen zomer is Cori Bush door de barrières heen gebroken. Kiezers herkennen zich in haar. Bush is meermaals haar huis uitgezet, heeft met haar twee kinderen in een auto moeten leven. Net als tientallen miljoenen Amerikanen leeft ze al jaren zonder zorgverzekering – met faillissement zo in een klein hoekje. Elk jaar sterven naar schatting dertigduizend mensen aan medisch makkelijk te verhelpen aandoeningen omdat hen noodzakelijke zorg wordt ontzegd omdat ze geen zorgverzekering hebben. ‘Ik denk dat niemand in het Congres zo voor haar bestaan heeft moeten vechten als Cori Bush’, zegt journalist en politiek commentator Krystal Ball.
Op woensdagochtend 8 april zitten medewerkers van de Bernie Sanders-campagne in zak en as. Na een reeks teleurstellende voorverkiezingen in belangrijke staten als Texas, Michigan en Florida, en het opschorten van alle campagne-evenementen door het coronavirus ziet het er bar slecht uit voor Bernie. ’s Ochtend gaan er al appjes rond: Bernie maakt zo bekend dat hij uit de race stapt. Het is voorbij, we zijn verslagen, is de teneur. De laatste kans op fundamentele verandering is vervlogen.
‘Dit was een gigantische klap voor links’, vertelt Derek Marshall aan de telefoon vanuit de bossen in New Hampshire. Hij was een lokale campagnemanager voor Sanders, zowel in 2016 als in 2020, en heeft sindsdien aan verschillende campagnes van andere progressieve kandidaten gewerkt.
In de loop van de zomer slaat de stemming echter om. Veel door Sanders gesteunde kandidaten in verkiezingsraces op verschillende overheidsniveaus behalen overwinningen. ‘Het Democratische establishment heeft Bernie uit de race gewerkt. Maar in plaats van dat we allemaal teleurgesteld naar huis zijn gegaan, is het tegenovergestelde gebeurd’, zegt Marshall. ‘Omdat er zoveel progressieve voorverkiezingen waren – zoals voor Cori Bush, Jamaal Bowman, Alexandria Ocasio-Cortez – bleef de campagneorganisatie in tact. Iedereen helpt iedereen. Het is één groot netwerk.’
In het verleden was Sanders altijd terughoudend geweest met het uitdelen van ‘endorsements’ – het publiekelijk steunen van politici en kandidaten. Maar in de weken na 8 april volgt een stortvloed aan endorsements. Sanders is zijn politieke kapitaal en campagne-infrastructuur in gaan zetten voor progressieve kandidaten als Cori Bush. Er worden vele mails naar miljoenen Bernie-aanhangers gestuurd met de vraag of ze een donatie willen splitsen tussen progressieve kandidaten door het hele land. Zo haalde Bush, zonder de steun van de Democratische Partij, achthonderdduizend dollar campagnegeld op, enkel van kleine donateurs.
Met groots resultaat, want The Squad groeit. The Squad is een informele groep progressieve congresleden bestaande uit Alexandria Ocasio-Cortez, Rashida Tlaib, Ilhan Omar en Ayanna Presley, die in 2018 de Amerikaanse politiek opschudden met hun strijd voor systeemverandering. Jonge buitenstaanders als Jamaal Bowman, Mondaire Jones en Cori Bush mogen zich nu aansluiten. Tegelijkertijd hebben de originele Squad-leden hun herverkiezingen met marges van tientallen procentpunten gewonnen. Deze successen zijn misschien juist wel mogelijk geworden doordat Sanders uit de race voor het Witte Huis is gestapt. Zo is er ruimte, tijd en energie voor andere progressieve kandidaten vrijgekomen. Een overwinning gemaskeerd als nederlaag.
‘Bob Marley zit nu lachend op een wolk!’ roept een politiek commentator in de podcast Pod Save America in reactie op Joe Bidens historische keuze voor Kamala Harris als vicepresidentskandidaat. Harris is van Jamaicaanse en Indiase komaf en senator van Californië. Ze zal daarmee de eerste zwarte vrouw en eerste Aziatische Amerikaan op de presidentiële kandidatenlijst van een van de twee grote partijen zijn. Daarmee heeft Biden een vicepresidentskandidaat gekozen die, anders dan hijzelf, beter de demografische toekomst van de Democratische Partij en van de VS representeert.
Biden zit bijna vijf decennia in de nationale politiek en is vanwege zijn centrum-rechtse profiel in 2008 door Obama als zijn vicepresident gekozen. Een normale gang van zaken, zo benadrukt prominent journalist Ezra Klein, die erop wijst dat Biden met de keuze voor Harris een aloud cliché doorbreekt. In de afgelopen twintig jaar hebben Democratische presidentskandidaten consequent een vicepresident gekozen die zich rechts van hen bevond.
Ondanks deze historische keuze voor Harris is progressief Amerika sceptisch. Voor hen is het een teken aan de wand dat het op Wall Street en in Silicon Valley feest was toen bekend werd dat Harris Bidens vicepresident werd. De economische elite van het land gaat ervan uit dat onder een Biden-Harris-regering weinig fundamenteel zal veranderen in het pro-businessklimaat van de Obama- en Trump-regeringen.
Ook Harris’ verleden op het gebied van strafrecht leidt bij progressieven tot argwaan. Sinds de start van de grootste protestbeweging in de geschiedenis van de Verenigde Staten, naar aanleiding van de politiemoorden op George Floyd en Breonna Taylor, groeide de druk op Joe Biden om een vrouw van kleur als vicepresident te kiezen. Maar voor progressieven is het juist wrang dat tijdens protesten tegen het racistische strafrechtelijke systeem van de VS Kamala Harris als vicepresidentskandidaat wordt gekozen. James Forman, professor in de rechten en burgerrechtenadvocaat, uitte vorig jaar al zijn ongenoegen over hoe Harris als officier van justitie in San Francisco het racistische politiebeleid steunde. Zo steunde Harris het beleid om ouders van kinderen die school misten te arresteren. Dit raakt hoofdzakelijk mensen die ‘overweldigend arm, zwart en bruin zijn’, benadrukt Forman.
Derek Marshall heeft Harris als officier van justitie en procureur-generaal meegemaakt. ‘We leven in een tijd waar we het over systemisch racisme moeten hebben. Bij Harris is het tweeledig. Ik waardeer de symboliek van een vrouw van kleur als vicepresidentskandidaat. Tegelijkertijd ben ik teleurgesteld in haar bijdrage aan dat racistische systeem.’
Toch is Marshall ook hoopvol over Harris. Samen met andere activisten had hij in augustus een afspraak met het kantoor van senator Harris. Marshall was op voorhand sceptisch. Hij verwachtte met een stagiair te spreken. In plaats daarvan verscheen Harris’ stafchef. ‘Ik was onder de indruk van de ontvankelijkheid naar burgers toe. En ik had niet verwacht om als Bernie-aanhanger en activist op dit niveau behandeld te worden.’
Bovendien is Harris sinds 2017 een van de meest linkse senatoren in de VS. Als er naar stemgedrag wordt gekeken, zit ze veelal op dezelfde lijn als Bernie Sanders en Elizabeth Warren. Volgens GovTrack, een onafhankelijke organisatie die wetsvoorstellen bijhoudt, stond ze in 2019 zelfs op nummer één in de ranglijst van linkse senatoren.
Harris’ gezondheidszorgplan is een stuk linkser dan Bidens originele voorstel. Daarnaast heeft ze een wetsvoorstel gedaan voor een coronavirus-basisinkomen van tweeduizend dollar per maand voor huishoudens met een inkomen van minder dan 120.000 dollar per jaar. In de Senaat is Harris ook teruggekomen op posities die ze in het verleden heeft verdedigd – met name wetgeving die gemeenschappen van kleur disproportioneel hard raken. Zo wil ze commerciële gevangenissen verbieden, een einde maken aan verplichte minimumstraffen, het gebruik van borgtochten stevig aan banden leggen en wiet legaliseren. Dit ondanks dat ze in haar carrière als officier van justitie en procureur-generaal bijna tweeduizend mensen in de gevangenis heeft gegooid omdat ze kleine hoeveelheden wiet op zak hadden.
Biden en Harris zijn allebei politieke windvanen die naar links getrokken kunnen worden, stelt Marshall. ‘Harris is een pragmatisch politicus die op dit moment naar links beweegt.’
Franklin Delano Roosevelt, oftewel FDR, is al jaren een van de populairste presidenten in de geschiedenis van de VS. FDR is in 1933 tijdens de Grote Depressie aan de macht gekomen en heeft tot aan zijn dood in 1945 geregeerd. Zijn populariteit is te danken aan de New Deal, een groots sociaal en economisch hervormingsprogramma als reactie op de Grote Depressie. FDR staat te boek als de grootste sociaal-democraat die het land ooit gekend heeft.
Volgens historici was hij een pragmatische centrist die door de historische context naar links werd getrokken. Zoals Howard Zinn, invloedrijk Amerikaans historicus, in A People’s History of the United States laat zien, werd FDR door een spontane serie chaotische opstanden en stakingen gedwongen om immense economische en sociale hervormingsprogramma’s in te voeren.
Daniel Schlozman, politicoloog aan Johns Hopkins University, beschrijft Biden, net als FDR, als iemand die ‘vooral bewust is van de invloed van verscheidene georganiseerde groepen en de kracht en intensiteit van hun voorkeuren, in plaats van iemand met zeer diepgewortelde eigen opvattingen over de meeste beleidskwesties’.
Joe Biden is in zijn bijna vijf decennia in Washington meer een pragmatische centrist dan een ideologische Democraat gebleken. Kreeg hij onder Obama nog de bijnaam ‘Deporter-in-Chief’ vanwege drie miljoen deportaties in acht jaar tijd (jaarlijkse deportatiecijfers waar Trump enkel van kan dromen), in zijn nieuwe verkiezingsprogramma maakt hij een draai van 180 graden. Biden stelt een radicale hervorming van het immigratiebeleid voor, waarmee het een stuk ruimhartiger en humaner wordt dan tijdens de Obama-regeringen.
‘The campaign ends, the struggle continues’, was de boodschap van Sanders’ concessietoespraak op 8 april. In die toespraak roept hij op om zo snel mogelijk de partij te verenigen om Trump uit het Witte Huis te verwijderen. Zo lukt het Sanders beter dan andere kandidaten uit de voorverkiezingen om zijn aanhangers achter Biden te verenigen. In belangrijke swing states zal naar verwachting 87 procent van de Bernie-aanhangers op Biden stemmen, tegenover 82 procent van de als gematigd beschouwde kandidaat Amy Klobuchar, blijkt uit een peiling van The New York Times en Siena College.
Het opzetten van een gezamenlijke werkgroep, de Biden-Sanders Unity Task Force, heeft een belangrijke rol gespeeld bij het verenigen van de partij. In deze werkgroep werkten Sanders- en Biden-aanhangers samen om een gezamenlijke beleidsagenda te formuleren. Het leidde volgens velen tot het meest progressieve verkiezingsprogramma in de moderne geschiedenis van de Democratische Partij.
Neem Bidens nieuwe klimaatplan. De invloedrijke, door jongeren geleide klimaatorganisatie Sunrise Movement gaf aan het begin van de voorverkiezingen van de twaalf kandidaten Biden de laagste score voor zijn klimaatplannen. Na de herziening van de Biden-Sanders-werkgroep noemt de Sunrise Movement Bidens nieuwe klimaatplan ‘een gigantische stap voorwaarts, en delen zijn nog ambitieuzer dan waar Bernie Sanders in 2016 of Jay Inslee in 2020 campagne mee voerden’.
Het plan omvat een investeringspakket van tweeduizend miljard dollar in groene energie verdeeld over slechts vier jaar. In juni 2019 stelde Biden nog een pakket van zeventienhonderd miljard dollar over een periode van tien jaar voor. Nog belangrijker dan het bedrag is de tijdlijn voor de schone-energiestandaard die in het plan is ingebed. Het plan wil, vijftien jaar eerder dan het originele plan, dat tegen 2035 alle energie van CO2-vrije bronnen komt. Tegelijkertijd stelt de werkgroep voor om het adresseren van raciale ongelijkheid door het investeringspakket heen te weven. Achtergestelde gemeenschappen worden disproportioneel hard geraakt door vervuiling en ecologische verwoesting. Veertig procent van de tweeduizend miljard moet in deze gemeenschappen geïnvesteerd worden.
Ondanks dat er met 69 procent brede steun voor universele gezondheidszorg is onder Amerikaanse kiezers, komt Bernie Sanders’ belangrijkste beleidsvoorstel, ‘Medicare for All’, niet op Bidens verkiezingsplatform. Maar ook hier hebben de bondgenoten van Bernie Sanders Biden naar links weten te trekken. Ze hebben Bidens gezondheidszorgplan verruimd door het eigen risico af te schaffen, het basispakket uit te breiden en de leeftijdsgrens voor universele gezondheidszorg voor ouderen van 65 naar zestig jaar te verlagen.
Ook de economische plannen van de werkgroep zijn een stuk ambitieuzer dan wat Biden oorspronkelijk voorstelde. Dat komt grotendeels ook door de coronacrisis die voor een grote economische ineenstorting zorgt. De economische hervormingen van Bidens Build Back Better-programma zijn er vooral op gericht de veertig miljoen werkloze Amerikanen weer aan het werk te krijgen en de economische raciale ongelijkheid te adresseren. ‘Om ervoor te zorgen dat iedereen die wil werken uitzicht op werk heeft, moet de overheid maatregelen nemen om banen en banenprogramma’s te creëren zoals deze werden gebruikt tijdens de New Deal’, zo schrijft de werkgroep.
De bekende arbeidseconoom Larry Mishel volgt al decennia kritisch de sociaal-economische politiek van de Democraten. In zijn hele carrière, stelt babyboomer Mishel, heeft hij nog nooit zo’n robuust en gedetailleerd plan gezien als dat van Biden. In berichtgeving over Bidens nieuwe verkiezingsprogramma doemt vaak de vergelijking met FDR’s New Deal op.
‘Opstanden hebben een epidemiologie’, schrijft onderzoeksjournalist Ryan Grim in We’ve Got People. ‘Door de geschiedenis heen hebben revoluties en protestbewegingen zich door elkaar laten inspireren. De status quo lijkt onveranderlijk tot het moment dat deze wordt veranderd, en dan, plotseling, dienen geheel nieuwe mogelijkheden zich aan.’
Op 30 april 2015 kondigt Bernie Sanders op een last-minute persconferentie, tijdens een korte pauze van zijn werk als senator, zijn eerste presidentiële campagne aan. Hij verschijnt op een klein grasveldje bij het Capitool. Hij legt zijn verkreukelde aantekeningen op een wankel spreekgestoelte. Een handjevol journalisten is aanwezig. Binnen tien minuten is de aankondiging voorbij.
Sanders wilde hiermee een beweging in gang zetten. ‘Deze campagne ging nooit enkel over het kiezen van de president van de VS’, schrijft hij in Our Revolution, gepubliceerd na zijn eerste presidentiële campagne. ‘Deze campagne ging om het transformeren van Amerika. Het ging om het begrijpen dat werkelijke verandering nooit top-down plaatsvindt. Het vindt altijd plaats van onderop. Dat is waar een politieke revolutie om gaat.’
Er is een krachtig netwerk ontstaan. Progressieve organisaties als Justice Democrats, ontsproten aan de Bernie Sanders-campagne van 2016, ondersteunen alledaagse Amerikanen als Cori Bush om de politiek in te gaan. Daarbij zijn ze vaak doorslaggevend geweest, zoals bij Alexandria Ocasio-Cortez. Ze transformeren de Democratische Partij met zowel druk van buitenaf als van binnenuit.
Er wordt vaak gezegd dat Sanders de Democratische Partij naar links heeft geduwd. Maar data-onderzoekers aan Harvard University stellen dat hij een hele generatie naar links heeft bewogen. ‘Of hij nu wint of verliest, het gaat er vooral om dat hij heeft beïnvloed hoe een hele generatie – de grootste generatie in de geschiedenis van de VS – over politiek denkt’, stelde onderzoeker John Della Volpe in 2016. In nagenoeg elke staat, zowel in 2016 als in 2020, heeft Sanders een overweldigende meerderheid van de jonge stem gekregen.
Deze beweging van onderop zou weleens doorslaggevend kunnen zijn bij de presidentsverkiezingen. ‘We winnen Michigan met Rashida Tlaib’, zegt Derek Marshall. ‘We winnen Minnesota door te organiseren voor Ilhan Omar.’ Met progressieve kandidaten als Tlaib, Omar en Cori Bush kunnen jongeren toch enthousiast genoeg gekregen worden om in swing states naar de stembus te gaan, is zijn overtuiging. En eenmaal daar zullen ze, eventueel schoorvoetend, dan ook maar voor Biden stemmen.
Toen Bernie Sanders op 8 april 2020 uit de race stapte om de Democratische Partij zo snel mogelijk tegen Trump te verenigen, leek het voor veel progressieven het einde te betekenen van een once-in-a-lifetime opportunity. Maar wat zijn twee presidentiële campagnes constant hebben benadrukt lijkt bevestigd met de successen die zijn behaald: dit gaat niet alleen om het Witte Huis, dit gaat om blijvende politieke verandering op alle niveaus. De reeks progressieve overwinningen tonen de aanhoudende kracht van de beweging die in 2015 door Bernie is ontstoken, ongeacht de presidentiële campagne. Zoals podcast-host Benjamin Dixon stelt: ‘Thank you, Bernie. We’ll take it from here.’
Deze publicatie is tot stand gekomen met de Lira startsubsidie voor jonge journalisten.