Bij de pvda ging het goed en bij het cda mogen ze achteraf ook niet ontevreden zijn. Maar dat lijsttrekkersverkiezingen binnen een partij altijd één groot feest van de democratie zouden zijn is een fabeltje. Nadat zes jaar geleden eerst bij de vvd Mark Rutte en Rita Verdonk een onverkwikkelijke strijd uitvochten en kort daarna bij d66 Lousewies van der Laan en Alexander Pechtold een niet altijd even frisse campagne voerden, is het nu bij GroenLinks uit de hand gelopen.

Dat roept de vraag op of er voorwaarden te formuleren zijn die een goed verloop garanderen. Ik ben geneigd te antwoorden dat als er aan één alles bepalende factor niet is voldaan je als partij kunt regelen wat je wilt, maar dat het dan altijd gedoe zal zijn. Die factor zijn de kandidaten zelf. Of ze tegen hun verlies kunnen, op de man spelen, een dubbele agenda hebben, zichzelf overschatten – je hebt het als partij uiteindelijk niet in de hand.

Niet dat politieke partijen dat niet proberen. Er is geen enkele partij met interne verkiezingen die zomaar iedereen laat meedoen aan een lijsttrekkersstrijd. Om te voorkomen dat een of andere lichtgewicht de partij voor gek zet of dat een buitenstaander die de partij-ideeën niet onderschrijft de boel overneemt, zijn er beschermingsconstructies ingebouwd in de vorm van regels en procedures.

Zo waren er buiten de zes kandidaten die bij het cda de strijd aangingen nog zes leden die lijsttrekker hadden willen worden, maar die al vooraf zijn afgewezen. Ook bij GroenLinks mogen twee leden die zich hadden gemeld voor de interne strijd niet meedoen. Omdat het in deze gevallen om onbekende partijleden gaat, kraait daar geen haan naar. Wie echter denkt dat partijdemocratie niet aan regels gebonden is, moet eens de statuten van een aantal partijen erop naslaan. En wie iemand die zich daaraan wil houden ervan beschuldigt een apparatsjik te zijn doet dat meestal alleen omdat hem dat zelf goed uitkomt.

Bij de pvda ging het dus mede goed omdat de tegenkandidaten van winnaar Diederik Samsom hun verlies ruiterlijk hebben genomen. Bij het cda leek het even onverkwikkelijk te worden toen oudgedienden als Ab Klink en Ernst Hirsch Ballin zich er vanaf de zijlijn mee gingen bemoeien, maar de leden hebben uiteindelijk vorige week in één ronde voor de huidige fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma gekozen. Die is vervolgens zo verstandig geweest de verrassende runner-up Mona Keijzer van harte aan te bevelen bij de commissie die de rest van de kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen vaststelt. Als die twee elkaar het licht in de ogen gunnen, hoeft dat het cda geen windeieren te leggen.

Waarom ging het bij GroenLinks zo fout? Eerst is daar de uitdager van de huidige fractievoorzitter Jolande Sap, collega-Kamerlid Tofik Dibi. Zijn kandidatuur hadden Sap en velen met haar niet verwacht en is daardoor ervaren als een dolksteek in de rug. Het riep onmiddellijk de vraag op welk belang Dibi voor ogen heeft: dat van hemzelf of dat van de partij? Zijn act met de stropdas, zijn campagnekreet ‘BAM’ en zijn als loos overkomende woorden over vernieuwing deden het eerste vermoeden.

Terwijl de buitenwereld daarmee bezig was, bleek de interne kandidatencommissie zich te hebben gebogen over de geschiktheid van Dibi voor het lijsttrekkerschap aan de hand van een aantal openlijk geformuleerde criteria. Die criteria nam de commissie, zoals haar opdracht ook was, serieus, waardoor ze wel tot de conclusie moest komen dat Dibi ongeschikt is. Leidinggevende capaciteiten, verbindende factor, goed kunnen samenwerken: het zijn geen eigenschappen die op Dibi van toepassing zijn. Het ontbrak de commissie echter aan het inzicht dat er gedonder zou komen als je een verder gezichtsbepalend Kamerlid als ongeschikt bestempelt.

Voor het partijbestuur, dat zich volgens de interne partijregels niet met de kandidatuur mocht bemoeien, was er toen geen goed meer te doen. Advies opvolgen zou gedonder geven, advies niet opvolgen ook. Ondertussen bemoeiden allerlei partijmastodonten, zoals oud-partijleider Femke Halsema, zich er wel openlijk mee. Het zijn niet alleen de door GroenLinksers als regentesk omschreven partijen als cda en vvd die daar last van hebben. Over je graf heen regeren zit blijkbaar menigeen in de genen.

De schade voor de partij is inmiddels groot. Kiezers houden niet van interne ruzie en lopen weg. Als Dibi deze verkiezingen zou winnen, heeft de kandidatencommissie geen gezag meer en is ook dat van het bestuur ondergraven. Geen prettig vooruitzicht, zo vlak voor de verkiezingen. Het zal nog meer gedoe geven en nog meer kiezers die zich van GroenLinks afkeren.

De vraag is vervolgens om welke reden de leden Dibi dan hebben gekozen. Omdat hij de underdog was? Dan zou deze keuze nog wel eens slecht kunnen uitpakken. Mogelijk dat de kandidatencommissie dan gelijk krijgt waar het de ongeschiktheid van Dibi betreft, maar dan is het wel te laat.

Mocht Sap winnen, dan is haar opdracht om de neergaande spiraal waarin de partij door deze interne affaire terecht is gekomen te keren nog zwaarder dan deze toch al was na de Kunduz-affaire en de nu aanzwellende kritiek op het Lenteakkoord. Bij verlies bij de Kamerverkiezingen kan ze dan niet anders dan opstappen. Mocht Dibi dan wél in de Kamer zijn gekozen, dan kan zijn wraak zoet zijn. Als hij een vent is, accepteert hij dan wel dat – net als bij de PvdA – de leden mogen kiezen wie uit de dan kleine fractie de leider wordt.

Hoe de strijd ook uitpakt, GroenLinks zal zich vast en zeker over de interne regels gaan buigen en de beschermingsconstructie aanscherpen of juist versoepelen. Maar de garantie dat het een volgende keer beter gaat, zal het niet geven. Ook dan zal dat afhangen van personen.