Op de middag dat in Brabant wordt opgeroepen tot sociale onthouding, vind ik in mijn mailbox een bericht van de Rijksvoorlichtingsdienst. Daarin staat dat de koning midden volgende maand in Rijksmuseum Boerhaave te Leiden een tentoonstelling opent. De titel van de expositie luidt: BESMET! Ondanks de ernst van het rondwarende coronavirus moet ik moeite doen niet in lachen uit te barsten. Deze samenloop had ik niet eens dúrven verzinnen.
Inmiddels heeft het kabinet alle Nederlanders aangeraden hun sociale contacten te beperken, zijn de scholen dicht en heeft ook de horeca de deuren moeten sluiten. De Tweede Kamer vergadert alleen nog maar als het hoognodig is en bij stemmingen moeten kleine delegaties de fracties vertegenwoordigen.
‘BESMET!’, zo staat op de website van Rijksmuseum Boerhaave, ‘gaat over de uitbraken van besmettelijke ziekten, en hoe die het leven kunnen ontwrichten.’ Niet alleen vroeger bij pest en pokken dus, door het coronavirus maken we het nu zelf mee. En niet alleen hoe het ons sociale leven ontwricht, maar ook hoe het de economie treft. Gigantische koersdalingen op de beurzen, bedrijven die werktijdverkorting aanvragen of mogelijk failliet gaan, zzp’ers en flexwerkers die geen inkomen meer hebben.
De reacties op het Covid-19-virus zijn in grote lijnen zoals in het verleden op andere epidemieën. Albert Camus beschreef in 1947 in zijn roman De pest al de diverse stadia die we ook nu doorlopen. Het begint met onverschilligheid, verandert in ontkenning, inmiddels zijn we aanbeland in het stadium bestrijding, wat nog komt is de berusting. Ook de verschillende karakters uit Camus’ roman zijn om ons heen herkenbaar. Er zijn mensen die het virus bagatelliseren, mensen die hun sociale verantwoordelijkheid nemen, egoïstische mensen, mensen die kwaad zijn dat de overheid niet eerder en harder ingrijpt, mensen die alleen iets doen of laten als de overheid het hun expliciet gebiedt.
Voor de politiek gaat weer eens op wat de Britse premier Harold Macmillan ooit gezegd zou hebben tegen een journalist: ‘Events, dear boy, events.’ Het virus laat zien dat in een regeerakkoord allerlei beleid kan worden afgesproken, maar dat het events zijn die een regering pas echt op de proef stellen en ingrijpend het beleid kunnen beïnvloeden. Een maand geleden had het kabinet het nog over een investeringsfonds voor het bedrijfsleven om de groei van de economie te stimuleren, nu zal het geld hard nodig zijn om de harde klappen op te vangen.
Toen het virus in China al tot ontwrichting leidde, kon je de aanvankelijk ontkennende houding van het kabinet terugvoeren op een diep ingesleten houding bij politici: niet willen ingaan op ‘wat als’-vragen. Niet vooruit willen lopen op ontwikkelingen, geen paniek willen zaaien, geen dingen willen roepen over een onzekere toekomst waar je dan later aan wordt gehouden. Ontkenning is er niet meer. Maar vooral pvv-leider Geert Wilders heeft nog steeds kritiek. Hij pleit inmiddels voor een complete lockdown, zoals nu in Frankrijk is besloten. Wilders’ manier van oppositievoeren wordt niet netjes gevonden door politici die vinden dat je juist nu eenheid moet uitstralen en elkaar niet te hard mag vallen. Laat staan dat je uit deze coronacrisis politieke munt mag slaan.
Maar Wilders houdt zich niet aan die ongeschreven regel. Hij blijft zeggen dat de grenzen eerder dicht hadden gemoeten voor reizigers uit risicolanden. De woorden ‘grenzen dicht’ liggen Wilders al jaren in de mond bestorven. Maar dan niet voor mensen die mogelijk besmet zijn met het coronavirus, maar voor mensen uit met name islamitische landen. Weerzin daartegen maakt het ongemakkelijk nu wél naar zijn advies te luisteren. Maar het beleid gaat hier en in het buitenland steeds meer zijn kant op.
Ook meer onderhuids is er kritiek. Binnen welwillende oppositiepartijen zijn er Kamerleden die worstelen met de houding van minister voor Medische Zorg, Bruno Bruins. Ze willen hem niet openlijk afvallen, maar vinden dat hij zich te veel verschuilt achter de technische teksten van de experts, dat hij er niet ‘staat’. Mensen die hem kennen, verdedigen hem juist door erop te wijzen dat Bruins zich niet gek laat maken.
Want het kabinet staat voor duivelse dilemma’s. Het duidelijkst was dat tot nu toe bij de aanvankelijke beslissing de scholen open te houden. Dat was mede ingegeven door een ander maatschappelijk belang. Als jonge kinderen naar huis worden gestuurd, moeten ook ouders thuis blijven. Dat kan de economie en maatschappij schade berokkenen, omdat zorgpersoneel, politieagenten, technici, leveranciers van levensmiddelen en vele anderen hard nodig zijn om Nederland draaiende te houden. Onder grote maatschappelijke druk besloot het kabinet echter alsnog de scholen te sluiten.
In zijn tv-toespraak legde minister-president Mark Rutte uit dat sociale onthouding een hoge piek in het aantal besmettingen moet voorkomen. Deze zou tot een van de grootste dilemma’s leiden: wie krijgt voorrang op de schaarse bedden op de intensive care? Leeftijdsdiscriminatie mag niet, eiste partijleider Henk Krol van 50Plus al. Hij wil dat dan gekozen wordt voor degene met de beste overlevingskansen. Vooralsnog komen er elke dag nieuwe besmettingen bij. Rutte zei dat het nog weken of zelfs maanden kan duren voordat de maatregelen worden versoepeld, eerder is er kans op nog strengere voorschriften. De kans is inmiddels klein dat het sociale leven al op 6 april weer normaal zal worden. Rijksmuseum Boerhaave zal dan zijn deuren niet kunnen openen. Gesloten: BESMET!