
Sent: Friday, January 4, 2019 5:44:48 PM
From: A. Koekoek
To: Mehmet Yamali
Subject: Re: Gesprek over het geloof
Beste Mehmet,
Super dat u met mij het gesprek aan wil gaan over onze beide religies! Om het gesprek te starten, zou ik u graag de volgende vraag willen stellen: Wat betekent het geloof voor u?
Met vriendelijke groet,
Andréa
Het is de eerste brief die Andréa Koekoek (17) uit Stuifzand aan Mehmet Yamali (44) uit Amsterdam stuurt. Ze kent de man niet, ze heeft ook geen idee hoe hij eruitziet, noch hoe oud hij is – ‘Ik heb hem niet gegoogeld, het kwam niet in me op…’, zegt ze achteraf ook zelf wat verbaasd. Andréa Koekoek, die in haar laatste jaar vwo van de reformatorische middelbare school in Kampen zit, moet als eindexamenopdracht voor het vak ‘religie, mens en samenleving’ het gesprek aangaan met een ‘andersdenkende’ – een atheïst, hindoe, boeddhist, jood, moslim. Ze stuurt e-mails met dit verzoek naar een paar moskeeën en hindoetempels – een atheïst vond ze minder interessant, ‘dan kom je al snel uit op evolutie, abortus en euthanasie’, zegt ze terwijl ze gaat zitten op de tuinbank op het terras bij haar ouderlijk huis. Mehmet Yamali, allround medewerker in de Fatih-moskee in het centrum van de hoofdstad, was de enige die reageerde.
Uiteindelijk zullen ze drie maanden corresponderen, bijna zeventig A’4tjes vol, 21.283 woorden, over hun beider religies, de overeenkomsten, de verschillen, over wat geloven voor hen betekent, hun vragen en de theologische interpretaties. Ze delen verzen uit de koran en de bijbel, teksten van soefi-mysticus Rumi, psalmen en predikers. ‘Ik had niet verwacht dat het zo diepgaand zou zijn, en zo persoonlijk’, zegt Andréa. ‘Ik heb veel geleerd, er ontstond een echt gesprek.’
Op vr 4 jan. 2019 om 18:57 schreef Mehmet Yamali:
Geloof is hoop, betekenis geven aan het leven. Weten dat er een schepper is die met barmhartigheid over je waakt en op je wacht.

Saturday, January 5, 2019 4:28:39 PM
Beste Mehmet,
Dank u wel voor uw antwoord! Ik zou graag een vervolgvraag willen stellen (als u daar geen bezwaar tegen heeft natuurlijk): Wat voor consequenties heeft het geloof voor u in het dagelijks leven? Als u vragen aan mij heeft, hoor ik het graag!
Met vriendelijke groet,
Andréa Koekoek
Andréa Koekoek schreef aan haar witte bureautje voor het raam – ‘ik hoor hier altijd de vogels zingen, zie de schapen in het weiland’ – in haar tienerkamer, boven in haar ouderlijk huis. ‘Soms zat ik de halve nacht achter mijn computer, ging ik eindeloos in de bijbel zoeken’, vertelt ze. Ook de koran is ze gaan lezen. ‘Mehmet is beter onderlegd dan ik, heeft meer levenservaring. Hij wist veel van het christendom, ik weinig van de islam, dat is nu beter. Ook ben ik meer over mijn eigen geloof gaan nadenken. Geloof gaat over God, maar het raakt de diepste kernen van je zijn.’
Mehmet Yamali schreef in zijn woning achter de moskee, op een krukje van zijn dochter, met een toetsenbord op schoot en de televisie als beeldscherm. Ook hij zat soms hele nachten na te denken over wat hij zou schrijven, te lezen in de koran of de bijbel. ‘We maken allemaal een reis. Een goed persoon wil altijd goed zijn, ongeacht zijn geloof of ongeloof. Als we zo naar de wereld gaan kijken, zijn er geen problemen meer.’
Op vr 11 jan. 2019 om 15:42 schreef Mehmet Yamali:
Beste Andréa,
Ik zat op een christelijke basisschool. Er werd elke maandag uit de kinderbijbel gelezen. God was een naakte man op een wolk met een lange baard. Dit vond ik heel fascinerend. Op mijn elfde begon ik te lezen over alle religies…
Andréa had nog nooit contact gehad met iemand die moslim is, ze was (en is) nog nooit in een moskee geweest, ze kende de islam alleen uit het nieuws – ‘van aanslagen en zo’, en altijd negatief. En ze dacht dat moslims niet zozeer de koran lazen, dat het meer om de regels ging. Daarom ging een van haar eerste vragen over het paradijs. ‘Ik vroeg me af: hoe kan je zonder verlosser tot God komen?’ zegt ze terwijl ze een schaal met roze en gevulde koeken voorhoudt.
Tuesday, January 15, 2019 10:19:36 AM
Beste Mehmet,
(…) Zelf lees ik elke dag in de bijbel en elke christen probeert zijn of haar leven ernaar te richten. Zeker de tien geboden spelen daar een grote rol in. Hoe is dat met de koran voor u persoonlijk en voor uw medemoslims? Ik vroeg me wel af, alleen dat is misschien best wel een persoonlijke vraag: denkt u dat er moslims én christenen in het paradijs zullen zijn later?
Met vriendelijke groet,
Andréa Koekoek
Op di 15 jan. 2019 om 21:56 schreef Mehmet Yamali:
Mijn visie is, als iemand oprecht gelooft, en accepteert dat er één God is, zal die persoon uiteindelijk in de hemel terechtkomen. Wat denk jij? Zou ik in de hemel komen? Zou God mij met barmhartigheid onder zijn hoede nemen?
‘Hier hebben we het veel over gehad’, vertelt Andréa. ‘Met de verlosser heb je zekerheid dat je in de hemel komt, in de islam moet je het zonder verlosser doen, op eigen kracht. Dat lijkt me heel moeilijk. Zo wist Mohammed bijvoorbeeld niet of hij in het paradijs zou komen.’ Ze vroeg aan Mehmet hoe hij daarmee omging. ‘Hij zei dat hij daar niet mee zat, dat hij probeerde goed te leven’, zegt Andréa. ‘Dat vond ik bijzonder.’
Andréa is het tweede kind van vier. Ze woont met haar twee broers (19 en 16), haar zus (14), en sinds kort ook twee pleegkinderen van zes en drie, nog thuis. Ze vormen een hecht gezin, haar moeder is fulltime huisvrouw en moeder, haar vader is mede-eigenaar van twee kaasverwerkingsfabrieken, die haar opa ooit oprichtte. De familie Koekoek is al decennia verbonden met de regio. ‘Koekoek en kazen, die gaan hier al heel lang samen’, lacht ze. Zo staan andere familieleden met hun kaaskraam elke zaterdag op de markt in onder andere Hoogeveen. En ook hun kerkgemeenschap, de Gereformeerde Gemeenten in Noordscheschut, waar de 190 leden een hechte ‘club’ vormen, zoals Andréa het noemt, bestaat voor een groot deel uit familie. Stuifzand ligt niet in de zogenaamde bible belt, maar ze worden hier wel geaccepteerd, zegt ze. ‘De buren houden zich op zondag rustig.’
Ze is ‘heel orthodox’ opgevoed. ‘Maar ik ben niet wereldvreemd, ben nieuwsgierig en open’, zegt ze met zachte stem. ‘Wij zijn orthodoxe christenen, over ons wordt vaak gezegd: “Zodra het leuk wordt, zijn ze weg”.’ Andréa glimlacht, ze zit keurig rechtop in de kussens van de houten bank, de briefwisseling met Mehmet uitgeprint voor haar op de tuintafel, haar handen op haar schoot. ‘De positie van vrouwen wordt ook vaak negatief beschreven’, vervolgt ze. ‘Dat we verplicht zijn rokken te dragen bijvoorbeeld. Ik vind dat niet moeilijk, dit is wat God van me vraagt.’ Niet dat ze nooit heeft getwijfeld. ‘Er zijn om me heen mensen die zich minder aan de regels houden, daar was ik soms wel eens jaloers op. Dat is een makkelijker leven. Maar ik ben nu meer overtuigd. Het geeft mijn leven diepgang.’
Van: A. Koekoek
Verzonden: maandag 21 januari 2019 13:31
Aan: Mehmet YamaliOnderwerp:
Re: Gesprek over het geloof
Beste Mehmet,
Dank u wel voor uw antwoord. U vertelt dat Jezus niet is gestorven, maar opgenomen. Inderdaad lees ik dat in soera 4:158. Toch wordt in soera 3:144 gesteld dat alle boodschappers voor Mohammed zijn overleden. Hoe moet ik dat zien? Ik vroeg me nog iets af. Ook ongelovige mensen hebben vaak goede intenties. Ze proberen goed te leven, lief te zijn voor hun medemensen en hulpvaardig te zijn. Ze krijgen spijt als ze boos zijn geworden en proberen om voortaan geduldiger te zijn. Valt dit onder goede intenties? Gaan deze personen naar het paradijs of is daar echt een geloof voor nodig? (…)
Groeten, Andréa
Andréa heeft net haar vwo-diploma gehaald, nu heeft ze een vakantiebaantje bij de Hema. Daar vraagt ze in de kantine altijd even om stilte voor het eten, om te bidden. Meestal is ze dan de enige. ‘Ik probeer mijn leven in te richten zoals God het wil.’ Daarom ging ze ook naar een reformatorische middelbare school in Kampen, ook al kostte het haar dagelijks een uur met de schoolbus heen en een uur terug, het kwartier fietsen naar de bushalte nog niet meegerekend. Dat betekende dat ze om zeven uur van huis ging en om half vijf thuiskwam. ‘Best pittig’, zegt ze nu. Maar er was daar echt aandacht voor haar religie, met een dagopening, lezen uit de bijbel, gesprekken over het geloof. Ze gaat in het najaar beginnen aan de pabo in Gouda, ook een reformatorische school. Na drie jaar hoopt ze dan als lerares op een basisschool te gaan werken. Kinderen zijn enthousiast en open, dat trekt haar aan.

Op ma 21 jan. 2019 om 20:21 schreef Mehmet Yamali:
Beste Andrea,
(…) God is alwetend. Wij kunnen daar geen uitspraak over doen. Er is wel één ding. Een goed persoon is niet per se gelovig, zoals een gelovig persoon ook niet per se goed is. Een goed mens moeten we allemaal zijn, ongeacht ons geloof. We geven er betekenis aan door ons geloof.
(…) Ik ken het Christelijke geloof vrij goed. Ik ga ook regelmatig naar kerken. Ik woon ook kerkdiensten bij. Ik ben geen huis-, tuin- en keukenmoslim.
Ik wil afsluiten met een vraag. Ik accepteer alle profeten van Adam tot en met Mohammed. Ik bid voor God. Ik ben God dankbaar voor elke adem die ik krijg. Ik vraag vergiffenis aan God voor de fouten die ik maak en/of heb gemaakt. Ik toon berouw, probeer niemand pijn te doen. Zou God een christelijke zondaar boven mij verkiezen?
Andréa bewondert de open houding van Mehmet. Hoe hij probeert te leven voor God. En dat terwijl hij het best moeilijk heeft gehad. ‘Ik heb niet zoveel tegenslag in mijn leven gehad als hij’, zegt ze. Ook heeft ze er nooit last van gehad dat ze christen is. ‘Ik ben wel benieuwd hoe ik het dan zou doen. Vroeger zijn christenen vaak vervolgd, die gingen dan zingend de brandstapel op. Ik weet niet of ik dat zou kunnen.’ Soms, bijvoorbeeld toen het ging over de Nashville-verklaring, doet het haar pijn hoe fel er wordt gereageerd op de orthodoxe christenen. ‘Ik snap dat sommige woorden bekrompen en ouderwets overkomen, ze zijn gebaseerd op een tweeduizend jaar oud boek. Maar ik accepteer andere mensen, het zou fijn zijn als anderen ons ook accepteren.’ Ze wil dat niet vergelijken met hoe er over moslims wordt gepraat. ‘De islam wordt veel negatiever weggezet dan wij.’
Verzonden: Tuesday, January 22, 2019 7:09:43 PM
Aan: Mehmet Yamali
Onderwerp: Re: Gesprek over het geloof
Beste Mehmet,
(…) Ik geloof dat er een hel en een hemel bestaat. Ik geloof dat er mensen zijn die naar de hemel gaan en dat er mensen zijn die naar de hel gaan. Maar wat ik níet geloof, is dat de goede mensen naar de hemel gaan, en de slechte mensen naar de hel… God kiest dus niet een mens omdat die mens zo goed leeft. Als dat zo zou zijn, zou de hemel leeg zijn, want er is níemand die goed leeft. Daarom is het juist zo’n troost dat het nog kan. Zelfs de grootste zondaar kan bekeerd worden. Nooit hoef je te zeggen: ‘Nu heb ik te veel gezondigd, nu kan het voor mij niet meer.’
(…) Daarmee kom ik tot een beantwoording van uw vraag. U, met uw leven aan wie iedereen een voorbeeld kan nemen (en dat meen ik oprecht) bent niet beter dan de grootste misdadiger, sorry voor deze formulering. Ik ook niet, zeker niet. Wel is Gods genade in uw leven duidelijker dan bij anderen, en dat stemt tot grote dankbaarheid.
U bent ook zeker niet slechter dan christelijke zondaren. Het is niet zo dat (vanuit ons perspectief gezien) moslims minder ‘kans’ hebben om in de hemel te komen dan christenen. Want God kiest niet op grond van religie, ras, goede werken, of iets anders. God kiest omdat Hij dat wil, en Hij kiest wie Hij maar wil. Jezus is gestorven voor degenen die God gekozen heeft. En dat is maar gelukkig ook.
Ik hoop dat ik u niet gekwetst heb, want dat is echt niet mijn bedoeling. Het blijft overeind dat ik veel bewondering heb voor de manier waarop u uw geloof belijdt, uw openheid richting anderen, uw goede intentie om God oprecht te dienen. Dat leert mij om zelf in de spiegel te kijken over het belijden van mijn geloof, en over wie ik ben voor God.
Vriendelijke groet,
Andréa

Op di 22 jan. 2019 om 22:52 schreef Mehmet Yamali:
Beste Andrea,
Dank voor je eerlijke antwoord. Je hoeft niet bang te zijn om mij te kwetsen. Ik vind het juist fijn dat je eerlijk tegen mij bent. Zo kunnen wij van elkaar leren.
Op vr 25 jan. 2019 om 10:11 schreef A. Koekoek:
Beste Mehmet,
Als ik onze mails over dit onderwerp zo teruglees, denk ik dat de hoofdvraag is: weet God wat ons gedrag gaat zijn, of bestuurt Hij het ook? Heeft Hij een plan met óns leven of weet Hij van tevoren wat voor plan wíj hebben met ons leven? Ik denk dat God dat is. Dat wil niet zeggen dat wij bij elke slechte daad kunnen zeggen ‘dat is God’. Wij zijn geen pion op Gods schaakbord. Eerder een muzikant in Gods grote orkest. Hij geeft ons de juiste partij, en wij zijn verantwoordelijk voor de juiste uitvoering ervan.
Graag zou ik ook een nieuw onderwerp willen aansnijden. Ik heb dit onderwerp tot nu toe bewust vermeden omdat ik de islam niet in een bepaalde hoek wil zetten, maar ik denk dat ik het nu wel aandurf om erover te beginnen: geweld. De islam staat vaak bekend als een zeer gewelddadige godsdienst. Zelf denk ik (zeker na de gesprekken met u) dat dat niet een eerlijke kijk op de religie is, maar hoe kijkt u daar zelf tegen aan?
Groet,
Andréa
Mehmet Yamali loopt regelmatig ’s avonds vanaf zijn huis aan de Rozengracht naar de Dam, en weer terug. Tijdens een van die wandelingen dacht hij: ‘Ik ben nu meer dan veertig jaar in Nederland, wat heb ik bijgedragen?’ Hij voelt zich meer verbonden met Nederland dan met Turkije. Zo wil hij ook hier worden begraven, in tegenstelling tot zijn vader die op de begraafplaats van zijn geboortedorp ligt, vertelt Mehmet terwijl hij aan een tafeltje gaat zitten achter in de kleine Effendy Bakery & Cafe, een Turkse bakker naast de moskee waar hij werkt. Het café is min of meer zijn tweede huiskamer, geeft hij toe, sinds hij na zijn scheiding zes jaar geleden hier in de buurt een kamer huurt. Hij staat op en bestelt twee lahmacuns, Turkse pizza’s, met vers sinaasappelsap.
Hij wil naar buiten treden, iets bijdragen, ‘lijmen’, verbinden, verduidelijkt hij. Dat deed hij ook al vanuit de moskee, door bijvoorbeeld de kelder open te stellen als tentoonstellingsruimte voor ‘open ateliers’ en theatervoorstellingen, samen te werken met synagogen en kerken. Maar hij wil nu buiten de moskee deze rol vervullen. Hij is al gaan praten bij de gemeente. ‘Hoe kunnen we beter samenleven?’ zegt hij. ‘Daar gaat het om. Mensen moeten beseffen dat we niet meer leven in een puur joods-christelijke samenleving. Wij zijn er ook, moslims, atheïsten, boeddhisten. We kunnen niet meer vasthouden aan de traditionele manier van leven.’
Mehmet is geboren in een dorp in de buurt van Karaman in Turkije, als jongste van zeven. Een nakomertje. Zijn vader, die boer was, verkocht op een dag alles en vertrok naar Nederland. Hij vond direct werk, onder andere bij de Maggi-fabriek waar hij zoutzakken van 25 kilo sjouwde en ze leegde in een grote bak (het zout tastte zijn longen aan, later zou hij daaraan overlijden). Toen Mehmet een jaar oud was, liet zijn vader zijn moeder en alle kinderen overkomen. Ze trokken in bij een zwager in Amsterdam-Oost en woonden met achttien mensen op een driekamerwoning. Later kreeg de familie een eigen woning is Amsterdam-West. ‘Ik weet nog dat ik voor het raam, een schuifraam, stond en auto’s telde op de Einsteinweg, de ring om de stad, de rode, de blauwe…’

Op za 26 jan. 2019 om 22:25 schreef Mehmet Yamali:
Hi Andrea,
(…) Ik ben blij dat je open kan zijn tegenover mij. Dat vind ik niets meer dan eerlijk. Zelf woon ik vanaf mijn eerste verjaardag in Nederland. Ik heb zowat alles gehoord. Mijn naam was fout, mijn uiterlijk was niet Nederlands genoeg (by the way, ook niet Turks genoeg). Als kind en puber was ik regelmatig de stink-Turk, sinds 9/11 terrorist. Ik kan wel wat hebben.
Hij had een aardrijkskundeleraar die in de klas – hij was de enige jongen van Turkse afkomst – zei over gastarbeiders: ‘Die gaan niet meer weg, het zijn “onze Turken”.’ Hij vond het zo kleinerend. ‘Hoezo waren wij van hem? Waren wij zijn huis-Turk?’ Hij neemt een hap van zijn pizza. ‘Mijn dochter is in Amsterdam geboren. Is ze nog steeds “onze Turk”? Wanneer horen wij erbij?’ Mehmet voelt zich vaak deel van een verloren generatie: hij hoort niet bij de eerste generatie migranten, maar ook niet echt bij de tweede die hier is geboren. Hij voelt zich ‘net niet’. Dat is misschien ook wel de reden dat hij zo graag wil verbinden. ‘Ik was heel klein toen ik kwam, ik heb nooit de bagage gekregen, geen taal, geen kennis van dit land.’
Toen hij voor het eerst naar school ging, sprak hij geen Nederlands. ‘Daar zat ik dan’, zegt hij. ‘Ik paste er niet bij, gedroeg me anders, ik zag er anders uit.’ Hij had zijn uiterlijk niet mee. ‘Ik had een stekelkop en dikke brillenglazen’, grimast hij en wijst naar zichzelf. Maar zijn Cito-toets maakte hij goed en hij kreeg vwo-advies. Op de middelbare school ging het mis. ‘We waren arm, ik had geen Adidas-schoenen, ik wist niet wat Nike was. Het had geen betekenis voor mij, ik had het ook nooit als gemis ervaren.’ Het eerste jaar voelde hij zich al niet op zijn plek, het tweede jaar werd hij gepest. Toen brak het. Hij lag huilend in zijn bed. ‘Het heeft alles veranderd’, zegt hij. ‘Het was plus, plus, plus.’
Hij ging niet meer naar school, zakte van havo naar mavo, en nog lager. Zijn ouders hadden niets door, hij verzon smoesjes, ze begrepen het toch niet, kwamen nooit op school. Toen hij een jaar of achttien was en zich realiseerde dat hij veel slimmer was, en ouder, dan de rest van de klas, besloot hij via de meao op het hbo te komen. Hij droomde ervan internationale economie in Tokio te gaan studeren. Maar in het laatste jaar werd hij ziek. Hij werd bewusteloos opgenomen in het ziekenhuis en bleek een auto-immuunziekte te hebben. Sindsdien kampt hij met zijn gezondheid. Op dit moment zit zijn nierfunctie op nog maar negen procent – een tikkende tijdbom – en wacht hij op een niertransplantatie.
Verzonden: Monday, January 28, 2019
8:13:11 PM
Aan: Mehmet Yamali
Onderwerp: Re: Gesprek over het geloof
Beste Mehmet,
(…) Ik vind het heel erg voor u wat u schrijft. Inderdaad is Nederland niet echt een tolerant land wat dat betreft, en daar zijn we allemaal debet aan. Hoe is dat binnen de moskee? Zitten daar ook autochtone Nederlanders tussen of is het inderdaad een allochtone groep?
(…) Dank u wel voor uw reactie over geweld. Begrijp ik goed dat u tegen terroristen aankijkt als mensen die in naam van religie moorden plegen? Zullen er onder hen ook mensen zitten die dat onwetend en echt uit geloofsovertuiging doen? Of zijn het vooral op wraak en macht beluste mensen die de religie als excuus gebruiken? Hét woord dat altijd met geweld geassocieerd wordt is de jihad. … Hoe moet ik dat zien? In welk opzicht vraagt de jihad om geweld en in welk opzicht roept ze juist op tot vrede? Zou u dat willen uitleggen?
Het was niet mijn bedoeling om u emotioneel te maken, sorry. Maar wel bedankt dat u het deelt. U leert me wel naar binnen kijken. Ik vraag me dan af: wat doe ik om het onrecht in de wereld te stoppen, mensen en kinderen te redden? Ik denk inderdaad dat het echt onze plicht richting God is dat we Zijn wereld beschermen. Zijn kwetsbare schepsels. Jezus geeft daar ook Zijn zegen op, en zal dat in de eeuwigheid ook doen.
Hartelijke groet,
Andréa
Mehmet trouwde met een meisje uit Karaman – ‘het was liefde op het eerste gezicht’ – en haalde haar naar Nederland. Ze kregen samen een zoon (17) en een dochter (8), maar in de loop der jaren groeiden ze uit elkaar. Zijn dochter ziet hij ieder weekend, met haar heeft hij een speciale band. Hij ziet een groot verschil met zijn eigen jeugd. ‘Ik ben als vader geen buitenstaander, maar mijn dochter heeft nu een ander probleem: of de samenleving haar wel of niet insluit.’

Op ma 28 jan. 2019 om 23:01 schreef Mehmet Yamali:
Hi Andrea, (…) Ik heb geen wraakzucht of ben niet verbitterd. Mijn lot bracht mij hier en ergens anders op de aarde zou ik hetzelfde doen. Ik hou van Nederland.
Terroristen zijn gewoon moordenaars. Ik denk dat het alleen om onwetenden en op macht beluste personen gaat. Iemand kan niet uit geloofsovertuiging een moord plegen. Dat mag helemaal niet. De Koran zegt dat als iemand een onschuldig persoon doodt, hij zal berecht worden alsof hij de hele mensheid heeft uitgemoord. Religie en idealen zijn altijd misbruikt…
Hoe zou een Nederlandse islam eruitzien? Daar probeert hij een antwoord op te vinden. Het geloof van zijn ouders was cultureler dan hoe hij het beleeft. ‘Ze leefden zoals ze het gewend waren, er was nog geen moskee, ze baden thuis, vastten, zoals iedereen het deed, zo hoorde het bij ons’, zegt hij terwijl hij een koffie bestelt. ‘Ik geloof dat ik dicht bij de kern van mijn geloof zit.’ Mehmet Yamali staat binnen de moskeegemeenschap bekend als de ‘liberale’ moslim – ‘te vrij’. ‘Maar ik zeg: het werkt niet zoals we het nu doen. We moeten een andere weg zoeken. Je niet meer vastklampen aan je eigen normen en waarden.’ Dat geldt, benadrukt hij voor beide kanten, zonder dat je je geloof hoeft te verloochenen, of je afkomst.
Er gebeurt veel in zijn leven op dit moment, hij vindt het spannend. ‘Nederland is een bijzonder land. Ik zou mijn best niet doen als ik geen hoop had. Nederland kan dat. Dat geloof ik echt. We moeten niet koppig zijn. Die openheid wordt onze nieuwe identiteit.’
Sent: Tuesday, March 26, 2019 6:59:28 PM
To: Mehmet Yamali
Subject: Re: Gesprek over het geloof
Beste Mehmet, (…) Het wordt ook tijd om deze mailopdracht in te leveren… Ontzettend bedankt voor uw diepgaande antwoorden, ik heb er ontzettend veel van geleerd! Zou ik u nog kunnen bereiken als ik tegen dingen aanloop of vragen heb over de islam?
Hartelijke groet,
Andréa Koekoek
Het was zijn idee om te proberen hun correspondentie uit te laten geven. ‘Wat Andréa en ik op papier laten zien is een andere manier van met elkaar omgaan.’ Hij hoopt mensen ermee te inspireren. ‘De een is niet superieur aan de ander. Ieder mens is gelijk. Wie zijn wij om te oordelen? Wie zegt dat mijn geloofsbeleving oprechter is dan die van een ander?’
Andréa heeft een tien gekregen voor de briefwisseling. Haar docent was onder de indruk. ‘Twintig pagina’s had ook volstaan’, had hij gezegd. Ook Andréa zou het mooi vinden als het een boek werd. ‘Zowel voor christenen als moslims’, zegt ze. ‘Een gesprek tussen twee mensen uit heel verschillende werelden, zonder stereotyperingen, naast elkaar, in een open sfeer. Een bak info met uiteenzettingen over leerstellingen en teksten.’