In een spraakmakend interview met NRC Handelsblad in augustus 1989 ging Hans van Mierlo in op de klimaatcrisis. Die zomer was het beroemde essay van Francis Fukuyama verschenen, waarin deze het einde van de geschiedenis verkondigde. De Koude Oorlog was immers voorbij en een tijdperk van ideologische luwte diende zich aan. De oprichter van D66 was het daar hartgrondig mee oneens. ‘Nu is het milieu de oorlog die dreigt’, zo stelde hij. Hij voorzag een terugkeer van de overheid, want dat was de enige actor die ‘een ingrijpende verandering in ons gedrags- en consumptiepatroon’ kon afdwingen. Dit moest allereerst beklonken worden in internationaal verband: ‘De buitenlandse politiek moet gevoerd worden alsof het steeds kruisraketten betreft. Als we dat niet doen, dan gaan we eraan, daar ben ik van overtuigd.’

Ik moest terugdenken aan dit interview toen ik de presentatie zag van minister Rob Jetten over de aanvullende klimaatplannen van het kabinet. Er zat een iconisch momentje in. Na een uitleg over nieuwe subsidieregelingen ging er een dikke streep door de slogan ‘Een beter milieu begint bij jezelf’. Daarvoor in de plaats kwam ‘Samen de knop om’.

De bedoeling is duidelijk. De tijd dat het milieu hoofdzakelijk als een individueel gedragsprobleem werd gepresenteerd is voorbij. De overheid neemt zelf weer het voortouw. Ik vroeg me af of dit dan de revolutie was die Van Mierlo voor ogen had. Of Rob Jetten (en met hem de Europese Unie) nu de ambities van zijn voorganger vervult.

Ik heb er een dubbel gevoel over. Aan de ene kant voelt het als een opluchting dat de politiek na decennia van traineren en vooruitschuiven, van koketteren met de eigen onmacht, eindelijk eens verantwoordelijkheid neemt. Tegelijkertijd is het toch moeilijk om in dit programma de revolutie te herkennen die Van Mierlo toen predikte en die we als samenleving nu nodig hebben.

Wat opvalt aan de nieuwe plannen is dat vooral de wortel en niet de stok wordt gehanteerd. Er zou geen draagvlak zijn voor strengere maatregelen om de prijs van bijvoorbeeld vliegen en vlees eten meer in lijn te brengen met de werkelijke kosten. De grondtoon van ons klimaatbeleid is dat we de uitstoot kunnen verminderen zonder onze levensstijl en economisch systeem daadwerkelijk te veranderen. Het is de bekende mantra van de vvd. ‘We gaan onze manier van leven niet veranderen’, zei Dilan Yeşilgöz in 2018, toen vvd-woordvoerder klimaat, energie en gaswinning. ‘We gaan wel de doelen halen omdat we gaan investeren in innovaties en we gaan hier gewoon een succes van maken als Nederland.’

Bij de nieuwe plannen hanteert men vooral de wortel, niet de stok

Het is dezelfde riedel als bij de stikstofcrisis: innovatie als bezweringsformule tegen verandering. Het is afkomstig uit een ecomodernistisch wereldbeeld waarin de technologie uiterst maakbaar is, terwijl mens en samenleving opvallend rigide zijn. Om deze reden is het ecomodernisme ondanks zijn progressieve uitstraling een behoudende kracht. In een essay over de bbb noemde Bas Heijne het een onweerstaanbare gedachte voor veel Nederlanders: het idee dat je alle problemen kunt oplossen zonder je leven wezenlijk te veranderen.

Voor alle duidelijkheid, ik ben geen tegenstander van technologische innovatie. Het gaat me hier om het afschuiven van eigen verantwoordelijkheid op de magische belofte van een technologisch panacee. Neem de elektrische auto. Het voornemen is dat er in 2035 een einde komt aan de verbrandingsmotor. Dat betekent dat het huidige Nederlandse wagenpark van negen miljoen voertuigen elektrisch wordt.

Een recente studie van de onderzoeksafdeling van het Natural History Museum in Londen laat zien wat er daarvoor aan grondstoffen nodig is. Voor het Verenigd Koninkrijk alleen al zou er tweemaal de wereldwijde jaarlijkse winning van kobalt nodig zijn, de jaarlijkse wereldproductie van neodymium, driekwart van de winning van lithium en de helft van de wereldwijde koperproductie. Voor Nederland gaat het om grofweg een derde daarvan. Bijkomend probleem is dat de meeste van deze grondstoffenvoorraden momenteel in het bezit zijn van China.

Nu zal de productie van deze grondstoffen ongetwijfeld opgeschaald worden. Dat zal ook moeten. Maar wie een beetje doorleest over dit thema ontdekt al snel dat een verandering van onze manier van leven redelijk onontkoombaar is. Of, om Hans van Mierlo nog eens aan te halen: ‘Als we met z’n allen aan de mobiliteit kapotgaan, wat is dan nog de menselijke waarde van mobiliteit?’

We zullen het dus met minder auto’s moeten doen. Dat hoeft helemaal niet erg te zijn, want als forens in de file staan is niet het grootste genot dat in de wereld te verkrijgen is. Wie mensen echter in de waan laat dat we door kunnen op oude voet, zal later hun toorn oogsten. We koersen dan af op een herhaling van de stikstofcrisis, maar dan op grotere schaal.

Het crisisbesef van Van Mierlo wordt node gemist. Om hem nog eenmaal aan te halen: ‘We gaan jaren tegemoet die doodlopen – bijna letterlijk – of revolutionair worden.’