Als het er in de Franse presidentsverkiezingen al hard aan toe ging, dan moet dat allereerst binnenskamers geweest zijn. Ségolène Royal heeft haar onfortuinlijke kandidatuur niet alleen binnen haar partij, maar ook op haar inmiddels voormalige levenspartner François Hollande moeten bevechten. Toen het erop aan kwam, gaf slechts één dreigement de doorslag: ‘Als je Jospin erbij haalt om mij tegen te houden, zie je je kinderen niet meer terug.’
Dat melden althans de schrijfsters van het boek La femme fatale, twee journalisten van Le Monde met voldoende reputatie om hen serieus te nemen. Zo tekent zich een wrang tafereel af. De presidentskandidate, die bij uitstek de politieke emancipatie van de Franse vrouw moest belichamen, valt op het beslissende moment terug op het meest traditionele sekserecht van de huisvrouw: de exclusieve aanspraak van de moeder op haar kinderen.
Dat dreigement zal menig vader bekend voorkomen die ooit verwikkeld is geweest in een scheiding, zoals die zich inmiddels ook tussen Royal en Hollande heeft voltrokken. Als puntje bij paaltje komt, weet hij dat hij machteloos staat tegenover een archaïsch rolpatroon met stilzwijgend aanvaarde privileges. Wanneer de moeder dwars ligt, kan de vader hoog of laag springen, maar hij ziet, in de woorden van Royal, zijn kinderen niet meer terug. Dus zwicht hij in het scheidingsproces, doet onredelijke concessies en is desnoods bereid zich te vernederen, opdat hem dit lot bespaard blijft.
Aan de oppervlakte treedt die chantage zelden. Gewoonlijk is een dreigement, of zelfs de suggestie ervan, in de privé-sfeer al voldoende – zoals dat ook bij het verhoopte Franse presidentskoppel het geval was. En zo geldt de getroffen schikking als ‘minnelijk’ ten overstaan van de rechter die nillens willens het voornaamste wapen vormt in de daarachter schuilgaande afpersingspraktijk.
Het is de vraag of het in Nederland nu verplicht gestelde omgangscontract daaraan veel zal veranderen. Er staan vrouwen heel wat drukmiddelen ter beschikking om tegenover de rechtsprekende macht alsnog hun triomf binnen te slepen, zoals in de jaren negentig het spook van de incest en de ‘hervonden herinnering’ bewees. Inmiddels neigt de mode eerder naar de beschuldiging van huiselijk geweld, dat in deze context altijd als een exclusief mannelijke ondeugd geldt, hoe vaak inmiddels ook is aangetoond dat beide geslachten elkaar op dat punt weinig toegeven.
Vaders zien zich intussen in een ijzeren tang genomen. Maatschappelijk, politiek en ideologisch kunnen zij zich niet meer met goed fatsoen vertonen wanneer zij hun kinderen niet in overtuigende mate bemoederen. Ook zij verschonen luiers, bieden een luisterend oor, helpen met huiswerk en rijden hun kinderen op de achterbank van hot naar her. Van hen wordt verwacht dat zij zich emotioneel even diep aan hun nageslacht binden als van oudsher de moeder deed. En in overgrote mate doen zij dat ook, zelfs zonder dat daarvoor al die uitwendige druk nodig geweest zou zijn, want bevaderen is een prachtig ding.
Maar wanneer het in het huwelijk misgaat, blijkt deze overgave plotseling een aankondiging te zijn geweest van de totale capitulatie waarin de vader zich bij zijn scheiding schikken moet. Dan geldt het archaïsche hoederecht van de moeder – ondanks alle verlichte wettelijke bepalingen en daarbovenuit – niet alleen feitelijk als het sterkste. Dat moederrecht wordt nog eens extra effectief doordat de vader de toewijding aan zijn kinderen ziet omslaan in een onverbiddelijk chantagemiddel.
Datgene wat hij tot op dat moment evenzeer zelf verlangde als hij het maatschappelijk moest betonen, zijn gehechtheid aan zijn kinderen, wordt nu de emotionele zwakke plek waarmee zijn (bijna voormalige) echtgenote hem naar believen kan bespelen. Wat hem voorheen maakte tot de lieve en gewaardeerde man die hij was, blijkt nu de valstrik te zijn die hem geen enkele uitweg laat. Zou hij niet wérkelijk zoveel van zijn kinderen houden, dan zou hij de zorg en tijd die hij aan hen besteedde inmiddels wellicht het liefst vervloeken.
Van het gerecht of de politiek heeft hij in ieder geval niet veel te verwachten. Ontvoeringen van kinderen, door een van de ex-echtgenoten meegenomen naar het buitenland, komen in overgrote mate op rekening van moeders, meldde onlangs de Volkskrant, maar de pers halen die gevallen nooit. Het zijn de ontvoerende vaders die aan de schandpaal komen en de beroofde moeders die de sympathie ontvangen. Voor een paar door de vader meegenomen kinderen wil een minister nog wel eens afreizen naar een islamitisch land. Een vader die zijn kinderen al naar een andere EU-natie ziet verdwijnen, moet het doen met de meewarige spijtbetuiging van de rechtbank niets voor hem te kunnen doen.