Woensdag 5 november zit hij eerst in de Tweede Kamer voor een gesprek met de leden van de Vaste Kamercommissie Financiën. ’s Avonds houdt hij een lezing in Paradiso om na afloop in gesprek te gaan met Joris Luyendijk.
Kapitaal in de 21ste eeuw is een van die boeken waar veel mensen ook zonder het gelezen te hebben een overtuigende samenvatting van kunnen geven: we keren terug naar het erfkapitalisme van voor 1914 met zijn geprononceerde inkomens- en vermogensverschillen doordat de politieke krachten die tijdens de lange twintigste eeuw de natuurwetten van het kapitalisme hadden uitgeschakeld (r > g) zijn weggevallen.
Oorlog, financiële repressie, inflatie, massademocratie, politieke mobilisatie en de verzorgingsstaat zijn de factoren die volgens Piketty de twintigste eeuw tot de meest gelijke ooit hebben gemaakt – in de VS en Europa althans. Aan het begin van de 21ste eeuw hebben de meeste van deze factoren afgedaan. In plaats van repressie hebben wij kwantitatieve verruiming, in plaats van inflatie deflatie, in plaats van massademocratie kaderdemocratie, in plaats van politieke mobilisatie politieke apathie, terwijl de redistributieve verzorgingsstaat van weleer door mondialisering en belastingontwijking van onder en boven wordt uitgekleed. En dus worden de rijken veel rijker, de armen armer en wordt de middenklasse van links en rechts bedreigd. Terug naar de toekomst dus.
Toch is er een fundamenteel verschil tussen nu en een eeuw geleden. In het fenomenale The Economic Consequences of the Peace dat de Britse econoom John Maynard Keynes in de zomer van 1919 in twee maanden over de in zijn ogen desastreus verlopen vredesonderhandelingen in Versailles schreef, staat een beknopt overzicht van de wereld van voor 1914. In het eerste hoofdstuk van het boek, getiteld Europe before the War, doet Keynes een belangrijke constatering.
Ik citeer: ‘Europa was zo georganiseerd dat er een maximale accumulatie van kapitaal kon plaatsvinden. Ook al ging de levensstandaard van de massa er tussen 1870 en 1914 maar mondjesmaat op vooruit, de samenleving zat zo in elkaar dat het grootste deel van de economische aanwas terechtkwam bij diegenen die de minste aandrang tot consumptie hadden. De “nieuwe rijken” van de negentiende eeuw waren niet gewend aan een ostentatief uitgavenpatroon en prefereerden de macht van investeringen boven het plezier van consumptie. Sterker, het was de ongelijke verdeling van kapitaal die de immense aanwas van productieve investeringen mogelijk maakte, die de belle époque zo uitzonderlijk maakte. Dit vormde de voornaamste legitimering van het vooroorlogse kapitalistische systeem. Als de nieuwe rijken hun pas verworven rijkdom hadden gespendeerd ter eigen vermaak en genot, dan zou de massa al lang de ketens van zo’n regime hebben afgeworpen.’
Hier schrijft Keynes met zoveel woorden dat het ongelijke kapitalisme van voor 1914 was gebaseerd op een impliciet sociaal contract. De kapitalist mocht van het proletariaat veruit het grootste deel van de economische koek opeisen mits hij het investeerde in plaats van consumeerde.
Flash forward naar 2014. De duizend grootste niet-financiële, beursgenoteerde ondernemingen ter wereld zitten op historisch ongekend hoge kasreserves ter waarde van meer dan 3500 miljard dollar, deels buitengaats aangehouden. Daar staan lage investeringen tegenover, vooral bij de twintig procent met de grootste kasreserves – denk Apple. In plaats daarvan besteden beursgenoteerde ondernemingen een toenemend deel van hun reserves aan het terugkopen van eigen aandelen om de koers op te blazen en de bonuspakketten van bestuurders te infleren. Van waardecreatie naar waarde-extractie, in de woorden van politiek-econoom Lazonick. Een groeiend aantal studies, waaronder die van Piketty en zijn makkers Atkinson en Saez, laat zien dat de aandeelhoudersideologie een scherpe bijdrage heeft gehad aan stijgende inkomens- en vermogensongelijkheden. Bestuurders, bankiers, advocaten, hedgefund- en private equity fund-managers bevolken de bovenste sporten van het loongebouw.
Anno 2014 bouwen de nieuwe rijken er geen fabrieken of bibliotheken van maar spenderen ze het aan een triptiek van Francis Bacon à raison van 142,4 miljoen dollar, aan appartementen in One Hyde Park van twintig miljoen pond, aan jachten van vijftien miljoen euro, aan Loro Plano-herenvesten afgezet met beverbont van zevenduizend euro, aan Julien MacDonald-jurken van achttienduizend pond, aan Patek Philippe-herenhorloges van 44.000 pond, en aan onvergetelijke vakanties op de Malediven.
Het impliciete sociale contract tussen arm en rijk is al lang verbroken. Keynes zou zich verbazen over de politieke stilte. Misschien kan Piketty daar volgende week iets aan doen.
Lees verder over Piketty in ons archief:
- ‘Wie niets bezit heeft het gevoel buiten de samenleving te staan’ - Casper Thomas in gesprek met Piketty in Parijs
- Tot de zon ontploft - Tweegesprek Piketty en David Graeber, over kapitaal, schuld en toekomst
- Nuttig tegengif - Bespreking van Kapitaal in de 21ste eeuw door Ido de Haan. ‘Thomas Piketty is ook een begaafd historicus’