De marathon (vier uur) gaat over de schijngestalten van leiderschap. Hendrik V (Ramsey Nasr) zien we de kroon vast inpikken van zijn stervende vader. Die scène is gefilmd in de witte ‘ziekenhuisgang’ die achter langs de tot war room annex kroningszaal ingerichte toneelruimte loopt.

Nasr zet de vorst min of meer weg als een bekkentrekkende rauwdouwer. De sterkste scènes, waarin Hendrik vermomd rondzwerft tussen zijn troepen of zijn soldaten hopeloos fel probeert aan te vuren, verdwijnen in toneelmist en speakers. De veldslag komt tot ons via filmbeelden op grote schermen en powerpointpresentaties in de war room. Klein uurtje duurt dit eerste deel.

Voor Hendrik VI wordt de toneelruimte verbouwd, links voor een bedje, (de vorst leest veel in bed), midden voor een grote tafel met een bijbel (de vorst is gelovig). Tijdens de statige optocht, waarmee overigens ieder deel opent, ontvangt Hendrik Zes (Eelco Smits) de kroon. Die komt uit een glazen vriezer in een wit alkoof ergens achter. Vanuit die ruimte opereren vijf koperblazers en een countertenor, die stemmige muziek maken. In Hendrik VI worden voornamelijk de interne spanningen binnen een van de concurrerende grafelijke huizen (York) uiteengezet. Dat spel eindigt in een van de meest bloedstollende scènes van de hele onderneming, de veldslag bij Tewksbury, hier verbeeld als een moorddadig ziekenhuistafereel, met een giftig infuus en kijvende wijven. Maar: op film. We gaan de pauze van een toneelmarathon in middels een gefilmde cliffhanger.

Nog anderhalf uur te gaan voor het hoofdgerecht, Richard III. Hij was al prominent aanwezig in de zojuist genoemde ziekenhuisscène, nu smoort hij eerst in het halfduister achter het toneel zijn voorganger. Hans Kesting speelt de schurk. Hij heeft een ingegroeide wijnvlek in zijn gezicht, vanaf zijn linkeroog, over zijn wang, het laatste rood lijkt als een druppel bloed uit zijn neus te komen. Een eng en ook gemoedelijk smoelwerk. Groot acteur, Hans Kesting. In tekstzegging gaat hij voor naturel en rust, deels ten koste van de retorica en de heartbeat van het blanke vers. Onder de beroemde verleidingsscène op en rond een lijkbaar zet Van Hove een irritant keyboardmuziekje, waardoor alles deels onverstaanbaar wordt. Kesting overspeelt die irritatie ruimschoots door zijn fake-berouw op het randje van geloofwaardig te maken. Ook heeft hij een lekker één-tweetje met een enorme spiegel rechts (waar een camera achter staat). Terwijl Richard zich opmaakt voor zijn kroning wordt het toneel leeggeruimd. Het slot van het stuk is vrijwel helemaal geënsceneerd als de monologue intérieure die we kennen van die andere marathon van Shakespeare-koningen, Ten oorlog.

Een handvol sterke momenten biedt nauwelijks rechtvaardiging voor de ietwat gelikt-slimme toneelavond die Kings of War als geheel is, alsof hij vooral werd gemaakt voor de Engelstalige markt (Londen, New York), waar de productie ongetwijfeld triomfen zal oogsten. Qua regie loopt het allemaal lichtjaren achter bij wat er op onze podia in de voorbije decennia aan sterke omgang met de Shakespeare-stof is bereikt. Oubollig épater le bourgeois-toneel, dat is het eigenlijk vooral.

Kings of War is van 18 december t/m 1 mei te zien in Amsterdam, Parijs en Londen; toneelgroepamsterdam.nl


Beeld: (1) Chris Nietvelt, Janni Goslinga en Hans Kesting in Kings of War. Bron HUMAN; (2) Ramsey Nasr. Foto: Jan Versweyveld