Ik ben twee dagen te gast in Gent. Wat maak ik mee? De late middagproduktie op mijn eerste dag heet Nachtelijk symposium. Auteur- regisseur is Erik de Volder. In het Nieuwpoorttheater zien we een familiebedrijf in crisis. Moeder, drie zoons, twee schoondochters, een huisknecht en een verloren (gestorven?) gewaande vader. Verknipte personages zijn het, spelend in ernstig verwrongen houdingen. Je zou de speelstijl grotesk kunnen noemen. Maar is er eigenlijk wel sprake van een stijl? Het geheel oogt als een reeks truukjes. Worden de truukjes bij mekaar gehouden door een verhaal? Er is een soort van verhaal. Maar de kunstig getoonde truukjes en het belabberd vertelde verhaal willen maar niet bij elkaar komen. Na een kwartier wou ik weg. Toen duurde de onderneming nog een uur.
De formatie Blauw Vier speelde op dit festival Georg Buchners tekst Leonce en Lena, over een ledige prins en een al even ledige prinses, die tot elkaar (in ieder geval: tot een huwelijk) veroordeeld lijken. De ellendige situatie van de staten waarin ze wonen, wordt verwoord door de vader van een van hen. Die heeft een knoop in zijn zakdoek gelegd, teneinde te onthouden dat hij een volk regeert. Maar de arme koning is vergeten waarom hij een knoop in zijn zakdoek heeft gelegd.
Is die tekst (ruim anderhalve eeuw geleden geschreven) melig? Neen! Deze enscenering is echter zeer melig. Mooie vormgeving, prachtige (jonge, onervaren) acteurs. Maar: geen noodzaak. Waarom moet deze tekst, nu, hier, door deze mensen, zo worden uitgevoerd? Geen idee! Ik gaf het na twintig minuten op.
Scholieren uit Vlaanderen presenteerden de volgend avond hun Impressies van Claus, scenes uit het werk van de gelauwerde Vlaamde schrijver Hugo Claus. Ik heb begrepen dat de fascinaties van de organisatoren bij dit Victoria-festival vooral gaan in de richting van het spelen van jongeren voor jongeren. De avond met scenes uit Claus’ werk moest daarvan een lichtend voorbeeld zijn. Wel, dat werd die avond niet. Een collage uit Omtrent Deedee, of Wachten op Deedee, of uit het scenario voor de Claus-film Het sacrament - de bronnen waren me niet helemaal duidelijk - werd nog het meest draaglijke onderdeel van een verder zeer irritante serie scenes.
Heb ik iets gemist? Gaat het Vlaamse jeugd- en jongerentheater dwepen met amateurisme? Wat vinden Eva Bal, Ignace Cornelissen en de makers van La Galafronie daarvan? Ik heb ze op het festival nauwelijks gesproken. Er waren sowieso weinig theatermakers.
Enig lichtpunt tijdens deze treurige dagen in Gent was In het spoor van Miles, een produktie van het organiserende gezelschap Victoria (in samenwerking met de Italiaanse groep Piccoli Principi). Wat een mooie voorstelling was dat! Alessandro Libertini vertelde een uur lang waarom hij zo gek is van de muziek van Miles Davis. Hij liet die prachtige trompetklanken niet alleen horen, hij bewandelde ze ook. (Hoe dat in zijn werk gaat kan ik niet uitleggen. Daarvoor moet u de voorstelling zien.)
Miles schijnt geboren te zijn tijdens een orkaan. Het geluid van die orkaan heeft zich in zijn oren vastgezet. Het is een niet aflatend geruis geworden. Hoe dat geluid klinkt, dat laat Alessandro Libertini in de voorstelling In het spoor van Miles horen. Hij zegt de produktie gemaakt te hebben voor kinderen vanaf drie jaar. Ik bemoei me met dat soort keuzen gewoonlijk niet. Nu maak ik een uitzondering. Lieve meneer Libertini! Schroef die leeftijdsgrens omlaag! Families, come together! Miles Davis- liefhebbers (ik denk dat jullie ondertussen boven de vijfentwintig zijn): bezoek deze voorstelling! En neem uw kinderen mee! De voorstelling In het spoor van Miles was het meest liefdevolle college over jazz dat ik ooit hoorde.