Over plagiaat, geestelijk eigendom en iconische meesterwerken. Het gesprek op het voortoneel wordt, lichtelijk asynchroon, in tekst en toonhoogte gespiegeld achter op de speelvloer. ‘Alles wat goed was, maken we nu opnieuw, als motto voor komend werk’, citeert een stagiair een van de acteurs. ‘Ik bedoelde dat toen natuurlijk overdrachtelijk’, reageert de bedoelde speler, Vincent Rietveld, gepikeerd op het achtertoneel. Rob Smorenberg, stagiair van de mimeschool (hij trainde de hele troep) zingt When I Am Laid in Earth uit het geciteerde meesterwerk. Dat trouwens Café Müller is, van Pina Bausch en haar danstroep (1978). Het gesprek tussen voor- en achtertoneel zindert van de urgente vragen. Waar ligt de grens tussen citeren, plagiëren, kopiëren en herscheppen? Wat is een ‘iconisch meesterwerk’ eigenlijk? En: wie bepaalt dat?

Het ‘geciteerde’ meesterwerk volgt na een klein uur. In een verlaten café met veel lege tafels en stoelen bewegen vier dansers op melancholische aria’s van Henry Purcell. Een man ruimt razendsnel alle stoelen en tafels weg zodra de dansers zich door de ruimte bewegen. Een slaapwandelaar doolt met gestrekte armen in haar dunne nachtjapon en botst met de wanden. Een danser arrangeert twee anderen als paar, de geforceerde omarmingen vallen uit elkaar. Als stoorzender fungeert een vrouw met een rode pruik. Dat alles is Café Müller. Ooit, in 1981, rechtstreeks vanuit Carré op de Nederlandse televisie te zien. Met onthutst commentaar van Freek de Jonge. Hier is het originele decor van Rolf Borzik nagebouwd. Waarin zonder ironie een niet-kopie wordt gedanst. Aanvankelijk worden op de caféwanden de beelden getoond van het beroemde origineel, de registratie uit 1985. Je ziet waar het ‘citaat’ afwijkt in ritme, in timing, in preciesheid, in kaalheid.

Die film vervaagt en verdwijnt. Zoals het origineel al lang is verdwenen, met de dood van Pina Bausch ook voorgoed. We kijken naar een van geschiedenis ontdane reconstructie, uitgevoerd door andere lichamen, bezield door het heden, ondersteund door een verlangen naar het herbeleven van schoonheid. Om het denken daarover op te poken spreekt de jonge mimekunstenaar Rob Smorenberg een beeldschone tekst over het Japanse sengu-ritueel. Waarin wordt verteld dat de tempels van de heilige stad Ise steeds weer worden afgebroken om ze exact, en met handen van nu, weer op te bouwen. De creatie van een eeuwig heden in de schoongemaakte vormen van een puur verleden. Ik wist een poos heel zeker dat deze tekst het complete introducerende uur met al die discussies overbodig maakt. Terugdenkend aan deze sterke theateravond realiseer ik me mijn vergissing.


T/m 4 februari 2017 te zien in Alkmaar, Oostende, Maastricht, Den Haag, Gent en Brussel; dewarmewinkel.nl. In Berlijn is een grote overzichtstentoonstelling te zien over het werk van Pina Bausch en haar dansers en ontwerpers. Daarover deze week meer op de website van De Groene

Beeld: Vincent Rietveld in De Warme Winkel speelt De Warme Winkel ( Kurtvan der Elst)