Films waarin een proces langdurig wordt gevolgd – de Chinese ‘live’ door boven op de bouw te zitten bij het prachtig gelegen dorpje Zhonghuopu, waar gigantische pijlers verrijzen om het dal te kunnen overbruggen; de Nederlandse in terugblik middels talking heads en archiefbeelden, waarbij de Hedwige-kwestie gereconstrueerd, geduid en in context geplaatst wordt. Afgewisseld met beelden van die ook al zo fraaie Zeeuwse plek waar natuur en mega-economische belangen grensoverschrijdend samenkomen en dus botsen. Schoonheid die maar deels, en door het getijdensysteem steeds wisselend, te zien is en waarvan het voortbestaan door zichtbare én onzichtbare veranderingen bedreigd wordt. Waarbij zowel schoonheid als bedreiging zich deels ‘onder de oppervlakte’ bevindt: de soortenrijkdom en de effecten die gigantisch continu baggeren daarop heeft. Terwijl ‘onder de oppervlakte’ tegelijk metafoor is voor wat zich in politieke besluitvorming, publieke opinie en achterkamers afspeelt.

In The Road speelt ecologie geen directe rol: het gaat om dorpelingen, wegenbouwarbeiders, partijfunctionarissen, politie en last but not least om hoofdpersoon Meng, die het particuliere bedrijfsleven vertegenwoordigt. Hij is troubleshooter van de bouwonderneming. Als aan het eind van de film het wegstuk officieel geopend is (de viering in tegelijk groots-communistische en klungelige stijl) trekt hij vierhonderd kilometer verder om zijn zegenrijk werk bij een nieuw project voort te zetten. Zegen voor het bedrijf dan, want zijn core business lijkt het afpoeieren, intimideren en met een fooi lijmen van straatarme dorpsbewoners en migratiearbeiders – louter querulanten die op geld uit zijn, in zijn opinie.

Zoals oma Ou en haar zoon, wier dak steeds meer gaten telt door bij explosies wegspringende rotsstukken. Hadden ze de (ongetwijfeld lage) vergoeding voor slopen van het huisje maar moeten accepteren. Trouwens, waarom repareren ze het zelf niet even – stenen genoeg. Zoals de mensen die de graven van hun voorouders niet willen ruimen, heilige bomen waaronder geesten huizen niet willen verplaatsen. Wat moet je met zoveel achterlijkheid?

Gelukkig staat de plaatselijke partij-overheid achter Meng: desnoods arresteren ze dwarsliggers. Maar niet altijd: op zijn beurt wordt Mengs bedrijf afgeperst door verkeerspolitie en lokale wegenautoriteiten en kost het een vracht aan enveloppen met inhoud om de staatsbouwinspectie akkoord te laten gaan met ernstige constructiefouten (sinds 2007 zijn er 37 bruggen ingestort). Tegen uitbuiting protesterende arbeiders worden door een kongsi van bedrijf, partij en maffia het ziekenhuis in geslagen. Een mirakel dat deze film gemaakt kon worden.

Zo gruwelijk gaat het in Zeeland en Den Haag natuurlijk niet. Het onbehagen over wat hier allemaal speelde en speelt rond regionale, nationale en internationale belangen, door aanstaande verkiezingen en partijbelangen ingegeven opportunisme, ego’s, de invloed van Europa – dat voel je meer in de onderbuik. Of onder het oppervlak. Het is geen vrolijk weerzien met Veerman, Balkenende, Koppejan, Verburg en bovenal Bleker. Een mooie, beschouwende, deels autobiografische voice-over van de maakster zelf.

Digna Sinke, Onder de oppervlakte, VPRO 2Doc, maandag 1 februari, NPO 2, 20.25 uur; Zhang Zanbo, The Road, EO 2Doc, dinsdag 9 februari, NPO 2, 23.00 uur


Beeld: documentaire The Road van Zhang Zanbo (filmstill)