
Het was een beeld van grote schoonheid, de man en de vrouw die op het podium van de Grote Zaal in het Concertgebouw met natte haren in een kappersstoel zaten, terwijl het Concertgebouworkest onder leiding van dirigent Susanna Mälkki achter hen repeteerde. Het optreden bracht de performances van dadaïsten in Cabaret Voltaire in herinnering, de kappersmantels echoden het kubistische kokerkostuum van Hugo Ball.
Ook dat was toen een vorm van verzet, maar ik vermoed dat de ludieke acties van woensdag 19 januari 2022 in de kunst- en cultuursector minder lang in ons collectieve geheugen zullen blijven. Theater Kapsalon, een initiatief van Sanne Wallis de Vries en Diederik Ebbinge, kreeg die dag navolging van tientallen theaters en ook musea sloten zich aan. In het Fries Scheepvaart Museum konden bezoekers een lesje nautische gymnastiek krijgen, in het Frans Hals Museum krachttraining tussen de schuttersstukken, in het Zeeuws Museum gaf de directeur zelf een sportklasje in de wandtapijtenzaal.
Het werd, al met al, een vrolijke dag waarop de grootste spanning school in de beslissingen van burgemeesters om al dan niet te handhaven, en die met een sisser afliep. Het Centraal Museum in Utrecht, waar de tentoonstelling De botanische revolutie geopend was als tuinierswinkel – voor al uw zaadbommen – sloot na een waarschuwing rond lunchtijd de deuren weer. De Koninklijke Schouwburg Den Haag sloeg een waarschuwing fier in de wind, waarop de handhaving verkondigde dat de zaal om 13.30 uur leeg moest zijn, wat mooi samenviel met het einde van de programmering. Het Concertgebouw kreeg na áfloop van de kappersessie van de gemeente Amsterdam alsnog een ‘officiële’ waarschuwing. Wie op doortastend optreden van de autoriteiten had gehoopt, kwam bedrogen uit, en wie uitzag naar heldhaftig verzet van de cultuursector evengoed.
De cultuursector is wel verweten niet voor zichzelf op te komen, niet mondig genoeg te zijn, het braafste jongetje van de klas. Nu culturele instellingen, bijna twee jaar in de coronacrisis, in actie kwamen, was dat een tandeloos verzet. Natuurlijk, het initiatief was sympathiek en net als de sector tot op het bot toe beschaafd en werd wel degelijk gehoord. Tegelijk was het in het licht van de ware crisis die zich in de kunsten voltrekt een bijna groteske vertoning – niet in verhouding tot de complete uitholling, tot het leed van zelfstandigen, die meer dan de helft van de sector uitmaken.
De actie gaf gezaghebbers ‘creativiteit’ als voornaamste wapenfeit op een presenteerblaadje. Maar kunstenaars zijn geen bende creatievelingen, kunst is geen verkleedpartij. Waarachtig, zult u zeggen, maar denk alleen aan dat dvd’tje van Hugo de Jonge, of neem opnieuw de beslissing om de Bijenkorf boven het museum te stellen, en zo duidelijk blijkt dat nog altijd niet. Opening van de theaters alleen is daarbij niet de oplossing. De kunsten staan stil en de kunst van de toekomst staat meer dan ooit op de tocht.
Staatssecretaris Gunay Uslu liet als reactie op de actiedag op Twitter weten dat cultuur bij de opening van de samenleving hoog op de agenda staat. De Taskforce culturele en creatieve sector presenteerde gelukkig zelf alvast een constructief openings- en herstelplan om ‘wendbaar en weerbaar’ uit de crisis te komen. Compleet met routekaart. Het publiek kan helpen door net als voor een knipbeurt of zumbales – de directeur van De Kleine Komedie vertelde dat het actieprogramma binnen 53 seconden was uitverkocht – vooraan te staan zodra de echte kunst weer opengaat.
Lees meer
P.S. Een kijktip zolang de deuren gesloten blijven: Crazy Days: Een opera die door móet gaan, de documentaire van Sanne Rovers die de jonge hoofdrolspelers van Le Nozze de Figaro volgt bij De Nationale Opera in 2020, en laat zien hoe die opera met iedere nieuwe coronamaatregel verder uitgekleed raakte. Te zien op NPO Start.