Als een primeur breed wordt overgenomen, als je columnisten of essayisten worden geciteerd in de kranten, als er wordt stilgestaan bij stijgende oplagecijfers is de sfeer op de redactie al snel een tikje opgewekter dan gewoonlijk. Maar als je het nieuws haalt vanwege een ‘kwestie’ voelt dat een stuk ongemakkelijker. Je komt, net als Alice in Wonderland, opeens aan de andere kant van de spiegel terecht en ervaart wat het in deze tijd van woeste mediadynamiek betekent om zelf onderwerp van nieuws te zijn. Dan zie je al snel dat feiten leiden tot verhalen, of om het in jargon te zeggen: ‘frames’, die de werkelijkheid geweld aandoen.

Daarom hier eerst een zo sec mogelijk overzicht van de feiten. Op 27 december verstuurden wij een persbericht waarin wij bekendmaakten dat onze directeur/uitgever Teun Gautier per direct was teruggetreden. De week daarvoor had hij redactie en bestuur van De Groene Amsterdammer laten weten dat hij anderhalf jaar eerder, in het voorjaar van 2012, een lening van 17.000 euro had verstrekt aan Edwin de Roy van Zuydewijn. Dat bedrag was afkomstig uit de kas van De Groene, het werd niet direct aan De Roy overgemaakt, maar contant verstrekt aan een tussenpersoon en was bedoeld om De Roy in de gelegenheid te stellen aan een boek over het koningshuis te werken. De lening werd in vier maanden terugbetaald, wederom niet door een overschrijving maar door stortingen in delen. (Hoofd)redactie en bestuur waren niet op de hoogte gesteld van deze financiële transactie. Het was ook niet de bedoeling dat De Groene het boek van De Roy zou uitgeven of een voorpublicatie zou krijgen, de lening was bedoeld om De Roy te helpen een moeilijke periode te overbruggen.

De Groene Amsterdammer verliest een energieke en aimabele uitgever die een grote rol heeft gespeeld in het succes van ons blad de afgelopen jaren

De afgelopen maanden gingen wij ook journalistiek aan de slag met de kwestie-De Roy van Zuydewijn. We publiceerden in De Groene Amsterdammer van 28 november een artikel waarin werd onthuld dat de overheid niet alleen geheim onderzoek had gedaan naar De Roy zelf maar ook naar zijn familie. Auteur van dat stuk en redactie wisten toen niets van de lening aan De Roy. Die kwam pas aan het licht toen een vervolgverhaal, dat was bedoeld voor het kerstnummer, door de redactie nog onrijp werd bevonden. Toen de journalist aan De Roy meldde dat het stuk nader onderzoek behoefde en zou worden doorgeschoven, ontstak De Roy in woede en vertelde van de lening. Teun Gautier bevestigde een dag later het – indirecte – zakelijke contact tussen hem en De Roy, lichtte vervolgens het bestuur in en stelde zijn functie aan hen ter beschikking. Het bestuur besloot hem onmiddellijk op non-actief te stellen.

De vraag is vervolgens waarom redactie en bestuur dit incident hoog opnamen. In de eerste plaats ging het om een financiële transactie die buiten de bevoegdheden van de statutair directeur vallen. De Groene Amsterdammer is er niet om leningen te verstrekken, hoe goed bedoeld ook. In de tweede plaats is De Roy van Zuydewijn onderwerp van politiek en maatschappelijk debat, hij is zogezegd een ‘onderwerp’ voor De Groene. Aan zo’n onderwerp moet de redactie onafhankelijk en integer kunnen werken. De lening doorkruiste die onafhankelijkheid; zij zou de schijn kunnen wekken dat wij een primeur hebben ‘gekocht’. In de derde plaats ligt het primaat van de inhoudelijk-journalistieke beslissingen bij de redactie en niet bij de uitgever. Kwaliteitsmedia werken niet voor niets met een redactiestatuut dat de redactionele onafhankelijkheid waarborgt. En redactionele onafhankelijkheid houdt in dat de uitgever zich om commerciële noch om ideologische redenen met de journalistieke keuzes mag bemoeien. In de vierde plaats heeft uitgeverij De Groene Amsterdammer een tweekoppige leiding – de directeur/uitgever en de hoofdredacteur – waarbij het goed gebruik is om gevoelige besluiten gezamenlijk te nemen. Als de hoofdredacteur vermoedt dat beslissingen grote financiële consequenties kunnen hebben overlegt zij met de uitgever; als de uitgever voor zakelijke beslissingen staat die in verband gebracht kunnen worden met de redactionele inhoud van De Groene betrekt hij de hoofdredacteur daarbij. Dat laatste is, zoals gezegd, in dit geval niet gebeurd.

De consequentie van dit incident is buitengewoon verdrietig. De Groene Amsterdammer verliest een energieke en aimabele uitgever die een grote rol heeft gespeeld in het succes van ons blad de afgelopen jaren. De betaalde oplage van De Groene steeg na het aantreden van Teun Gautier in de lente van 2009 van 13.000 exemplaren in de loop der jaren naar zo’n 20.000 nu. Ook de laatste hoi-cijfers laten, ondanks de malaise in bladenland, weer een oplagestijging zien. De omzet verdubbelde in diezelfde periode tot 3,5 miljoen euro. We verhuisden naar een nieuw pand en ontplooiden tal van nieuwe initiatieven. Daarbij mag wel worden opgemerkt dat het nieuwe journalistieke elan van De Groene Amsterdammer bovenal te danken is aan onze gedreven en getalenteerde redactie.

De Groene Amsterdammer en Teun Gautier zijn in goed overleg uit elkaar gegaan. Wij betreuren het vertrek van Teun zeer en zullen alles op alles zetten om de stijgende lijn van de afgelopen jaren voort te zetten.