Londen – Eigenlijk had ik mijn zoontje op Tweede Kerstdag naar de opening van het vossenjachtseizoen bij Chiddingstone Castle willen meenemen, maar op het laatste moment kozen we voor een ander traditioneel tijdverdrijf op Boxing Day: voetbal. Over het bezoek aan Millwall tegen Wolves zou hij nog lang napraten. Zijn vocabulaire was die middag met meerdere vierletterwoorden verrijkt, in diverse combinaties. Ook de man die telkens een vinger omhoog stak, maakte indruk. ‘Papa, he is technically swearing.’
De wedstrijd tussen de degradatiekandidaat en de koploper van de Championship eindigde in 2-2. Wat we toen, verkleumd zittend op de Cold Blow Lane-tribune, niet konden bevroeden was dat het lelijke eendje van het Engelse voetbal aan het begin stond van een onwaarschijnlijke opmars. Nog slechts één keer zou het verliezen, op Nieuwjaarsdag, en vier maanden later staat Millwall, bekend van het credo No One Likes Us – We don’t Care, op de zesde plek. Promotie naar de Premier League lonkt.
De Premier League? Die was niet bedoeld voor een ensemble als Millwall, maar voor sjieke clubs met superspelers en supermanagers, verhandeld door supermakelaars en betaald door superrijke eigenaren. En opeens is daar een ploeg met spelers die voornamen als Lee, Steve, Tony, Jake, Harry en Aiden dragen, afdankertjes van andere clubs. Een ploeg ook met beruchte fans die vorig jaar na het winnen van de play-offs als eersten het veld van Wembley wisten te bezetten.
Het zou wat zijn om de geblindeerde bussen van Chelsea, Arsenal en Liverpool te zien manoeuvreren langs de sloperijen, schroothandelaren en God’s Grace Day Care, onder de spoorboog die toegang biedt tot The Den waar tot voor kort clubs als Bury en Gillingham te gast waren. Het is een plek waar een kop thee een pond kost en geen ‘match day-sjaaltjes’ worden verkocht. De enige souvenirs waar Millwall-fans om geven, zijn de straatnaamborden van Cold Blow Lane, de straat van de oude, helaas gesloopte, Den.
Wat de fans verlangen is dat de spelers even hard werken als de dokwerkers die de club hebben opgericht. Het veroveren van de bal is belangrijker dan het bezitten ervan. Daarom roept een harde tackle evenveel bewondering op als een schaarbeweging, zo niet meer. Het spel weerspiegelt de achterban. Tekenend is dan ook het antwoord dat een Nederlandse vriend kreeg die, op The Den, op zoek zei te zijn naar mooi voetbal: ‘Then you’re in the fucking wrong place, mate.’