De twee hebben iets, maar of dat liefde is valt te betwijfelen. Zeker naar geldende romantische maatstaven. Het lijkt de genadeloze opzet van de schrijfster om haar lezers van alle kinderlijke, humanistische houvast te beroven. Dit is het leven: drassig en surrealistisch reëel. Als je geluk hebt behoor je tot de soort die erom kan lachen.
Tiffany wordt niet geil van Stephen, ze voelt weinig meer dan vage vertedering. Erger: wanneer ze voor hem naar oostelijk Europa trekt (waar ze een gewonde rotskruiper adopteren, surrogaat voor een kind) vervalt ze in een ongemotiveerde volgzaamheid waaruit geen vlucht bestaat. Het komt echter niet bij Tiff op om Stephen te verlaten, het is geen optie, en misschien is dat feit alleen wel het rauwe soort romantiek dat de lijm vormt: ‘We did that classic couples thing, where you delegate functions to each other and end up losing basic competencies, but we were always together, so it was no problem.’
Dat dit vanzelfsprekende samenzijn even kwetsbaar is als de bedreigde vogelsoorten die het stel fascineren komt ook nooit bij haar op. De noodlijdende natuur is het slachtoffer in hun milieu-activistische visie, maar ondertussen woekert een feministische natuurramp. Zink de almachtige bestraft haar moderne bourgeois-vrouwtje met een soort negentiende-eeuws determinisme revisited. De ironie van dat alles ontgaat de verteller overigens niet helemaal: ‘Steven and I loved nature more than ever when we’d decided to ignore its effects in our own lives.’
Het is volgens deze auteur duidelijk niet de taak van een romanschrijver om je deze hilarische desolaatheid te laten begrijpen op een psychologisch niveau. En hoop ook maar niet op een moraal om goede sier mee te maken. The Wallcreeper is een esthetische, filosofische en humoristische ervaring. En als je je afgeschrikt voelt door de tamelijk gruwelijke plot zoals ik die hierboven oneerbiedig heb samengevat, laat je dan vooral overtuigen door het plezier, de slimheid en de virtuositeit waarmee de kleine roman gemaakt is. Nell Zink is een uitzonderlijk stilist. Iemand die, in de woorden van Jonathan Franzen (over wie zo meer), een bezoek aan de supermarkt tot een intrigerend verhaal weet om te smeden.

Het zit ’m bijvoorbeeld in haar gave metaforen – ‘I cried like a drift log in heavy surf’ – en het karakter waarmee ze die hanteert – ‘He proceeded to dance as if he had never seen me, or any other human being, before in his life. Cranes came to mind.’ Zink slaat een toon aan gespeend van zelfmedelijden en lijzigheid. Ze is hard, soms ronduit kil maar in haar stilistische eigenheid, haar oog voor mooie, vitale details en haar weigering om eenduidig te zijn gaat een ruimhartigheid schuil. Daar moet je voor open staan; op het eerste gezicht heeft het boek, dat zich deels in de technoscene van Berlijn afspeelt, vogels als onderwerp heeft en een cultstatus geniet, een hoog hipstergehalte. Maar misschien is cool – in de geest van Miles Davis en Joan Didion, bedoel ik – een passender, tijdlozer en rechtvaardiger kwalificatie.
Bijna onuitstaanbaar cool is ook de ontstaansgeschiedenis van The Wallcreeper. Zink (1964), net als haar hoofdpersoon woonachtig in Duitsland en liefhebber van vogels, reageerde op een vogelgerelateerd artikel van de grote boze Jonathan Franzen. Franzen, die gewoonlijk geen lezerspost beantwoordt, vond de mail van Zink zo buitengewoon erudiet en geestig dat hij haar vroeg of ze niet een roman had om te publiceren. Ze stuurde hem een manuscript dat ze had liggen, Sailing towards the Sunset by Avner Shats, iets met een vrouw die half zeehond is en een Mossad-agent. Franzen was onder de indruk, maar het werk leek hem te raar om een publiek te vinden. Uit een zekere irritatie schreef Zink vervolgens in drie weken The Wallcreeper.
Drie weken. In een profiel in The New Yorker merkt ze daarover typerend provocatief op dat de standaard, mannelijke manier van aanpak zou zijn om zo’n eindeloos geval te hebben liggen waaraan je al werkt sinds je zeventien bent. Niet voor haar. Ze maakt graag kleine dingen om er ook weer snel klaar mee te zijn.
Laat meer mensen dat talent ontwikkelen, denk je (oneerlijk) als je The Wallcreeper leest. Waar haar compacte debuut in zekere zin als een knipoog naar Franzens slagschip Freedom kan worden opgevat, hervertelt Zinks tweede boek Mislaid het meesterwerk van die andere vermeende vrouwenhater, The Human Stain.
Maar denk niet te makkelijk dat in deze schrijfster een nieuwe feministische kameraad gezocht moet worden. Vrees Nell Zink vooral. Haar project is ondoorgrondelijk maar ze lijkt ons een oeuvre voor te gaan zetten waarin het met vrouwen niet goed gesteld is. En al helemaal niet met de liefde. Die zal ons uit elkaar scheuren. Again. Als een valk een rotskruiper.
Beeld: Nell Zink is een uitzonderlijk stilist. Foto David Levenson / Getty Images