De crux van die film is dat een doodgewone jongen – zoon van een stakende mijnwerker, moeder dood – balletdanser wordt. Het drama zit hem in het gewone, het alledaagse, het rauwe en dan die ene jongen die stiekem danslessen gaat volgen, die op weg gaat zijn milieu te ontstijgen, aan het einde van de film gesymboliseerd door een megasprong van de inmiddels volwassen Billy die danst in het Zwanenmeer. Een broeierige, kwade jongen is het, met een noordelijk accent en een dementerende oma die steeds maar ‘I could have been a ballet dancer’ blijft zeggen, totdat vader, oudere broer en Billy uit één mond zeggen: ‘Will you shut up!’
Nu is er een Nederlandse versie van de musical, afgelopen maand in première gegaan. En al die jochies, die om en om hun rollen spelen, want als je een kind bent, mag je niet elke avond werken. Een bepaald soort jochies, om het maar eens eufemistisch uit te drukken. Keurige kinderen, met een huig-r, of een verhemelte-tongpunt-r. Met kokette gebaartjes en nekjes en hoofdjes, misschien aangeboren, mogelijk aangeleerd tijdens de vele maanden balletles die ze nodig hadden voor de rol. Tutjes, sorry dat ik het zeg, maar ik kan moeilijk mijn boerenachtergrond van me afschudden als ik zoiets zie. Een van de jochies had zo'n engelachtig gezichtje, daar viel niet eens een kwade blik op te béitelen. Er zullen ook wel ouders gezeten hebben in het publiek. Ook keurige mensen, geen enkele vader zal mijnwerker zijn, geen enkele moeder is dood, waarschijnlijk alle grootouders nog in leven. De musical zal suikerzoet zijn, al mag en kan ik daar niets over zeggen, want ik zag hem niet. Ik kan me niet herinneren ooit naar een musical geweest te zijn, omdat ik me dood zou schrikken en me plaatsvervangend zou schamen als er vanuit toneelspel ineens iemand een liedje gaat zingen. Nu ineens valt mij feel-good – suikerzoet in, als vertaling die nog rijmt ook.
Hoe dan ook: de oorspronkelijke rauwe en felrealistische film zal verworden zijn – dat kan toch niet anders met zulke hoofdrolspelertjes? – tot zoet kerst- en ander donkere-dagen-vermaak voor het hele gezin, in, hoe kan het anders, het Circustheater te Den Haag.