Centraal Planbureau-directeur Pieter Hasekamp kwam vorige week met een opmerkelijk essay in het financieele dagblad. Daarin waarschuwde hij voor de gevaren van bitcoin, en adviseert een ‘totaalverbod’ op productie, handel en bezit van cryptomunten. Een ban leidt volgens hem tot een waardedaling en het einde van cryptomunten.

Nog in 2018 voerde het CPB op verzoek van de Tweede Kamer een risicorapportage uit over cryptovaluta. Hasekamp was toen nog geen CPB-directeur. De conclusie: strengere regelgeving voor cryptovaluta is niet nodig.

Wat verklaart de ommezwaai? De aanleiding voor de zorgen in de Kamer was de vorige bitcoinbubbel, die kleiner was dan de huidige. In december 2017 schreef ik over de koers van (toen) zeventienduizend dollar: ‘Vorige maand was het zesduizend, in augustus vierduizend, een jaar geleden nog zevenhonderd dollar.’ Na een paar dagen piekte de koers op 16.271 dollar en viel toen terug naar uiteindelijk minder dan drieduizend dollar een jaar later. In 2019 en 2020 stond de munt al weer rond de tienduizend dollar. In de volgende hype, die begon in oktober 2020, klom bitcoin tot boven de 50.000 dollar in april; dat is intussen al weer minder dan 30.000.

Er zijn mensen die de vorige paragraaf spannend vinden. Ik vind het slaapverwekkend. Ik hou van cijfers omdat ze me informatie kunnen geven. Dat geldt niet voor de cijfers van bitcoinkoersen. Die betekenen niets, en staan dus vrijelijk aan ieder ter beschikking voor een eigen verhaal. Bitcoins zijn digitale tulpenbollen, geen serieus beleggingsproduct en ook geen geld in de zin van maatschappelijk betaalmiddel. Er zijn in Nederland tweehonderd bedrijven die het hip vinden om bitcoin als betaalmiddel te accepteren – wat niet nodig is, want ook hun klanten betalen bijna altijd in euro’s.

Bitcoins zijn digitale tulpenbollen, geen echt beleggingsproduct

Figuren als Elon Musk die in januari plotseling voor vijf miljard aan bitcoins kocht, daarmee de koers opstuwde en toen weer uitstapte, helpen intussen de jojo in beweging te houden. Het lijkt er bovendien op dat de lage rente, de enorme corona-spaartegoeden en grote verveling tijdens de lockdown veel burgers de bitcoins in dreven. Een leger van commentatoren, zonder uitzondering ook zelf investeerders, doet hard zijn best het spel uit doorzichtig eigenbelang een serieus aanzien te geven. Het blijft, monetair gezien, geneuzel in de marge van het niveau Willem Middelkoop.

Dus waarom schrijft de CPB-directeur erover? Het blijft onduidelijk. Het concreetst is zijn angst dat ‘hoe langer we wachten, hoe groter de negatieve gevolgen van de uiteindelijke crash’. Natuurlijk komt er een crash, dat ziet een kind. Maar alles wijst er nu juist op dat de gevolgen van een crash voor de economie nihil zullen zijn. Als het monetaire beleid zo ruim blijft, komt er trouwens daarna een volgende coinbubbel. Het doet er allemaal niet zo veel toe.

Hasekamp is ook bezorgd dat voorzichtige regulering averechts werkt: ze legitimeert cryptovaluta als een bonafide financieel product. Dat klopt: het bankentoezichtcomité in Basel wil regels voor cryptovaluta opstellen, en toen dat vorige week donderdag bekend werd schoot de bitcoinkoers omhoog. Want (niet vertellen aan libertaire bitcoin-anarchisten) ook de grillige markt in bitcoins vaart wel bij overheidsregulering.

Met zijn pleidooi voor een ban doet Hasekamp precies wat hij vreest: bitcoin belangrijker maken dan die is. Zijn advies is koren op de molen van de coinwappies die in crypto’s een vorm van monetaire bevrijding zien en voor wie centrale banken (en nu dus ook planbureaus) de vijand zijn. Een totaalverbod: dat is precies wat je kunt verwachten, want de elites zijn doodsbang dat coins hun wereld van staatsdwang en geldmonopolie onderuit gaan halen. Zo lezen de coinliefhebbers die er ideologisch instaan Hasekamps advies.

Ze leven in een fantasiewereld, een voorrecht dat ik ze niet wil ontnemen. In de echte wereld intussen zijn er andere zaken die de aandacht vragen van het Planbureau. Europa gaat in dit jaar van corona-afbouw zijn tweede grote monetaire solidariteitstest tegemoet. In Nederland kan de omvang van belasting- en vastgoedschulden een nare verrassing worden. Centrale banken moeten opkoopprogramma’s ontwerpen die de reële economie steunen en niet slechts de financiële markten. Ze moeten een strategie vinden om uit de negatieve rente te komen. In Hasekamps plaats zou ik als advies geven: laten we het spelen met bitcoins en maantrips aan Musk overlaten, en weer aan het werk gaan.