Eenmaal aan de overkant klimmen ze met hun reddingsvesten nog aan over een hek. Tegen zonsopgang ketenen ze zich aan elkaar vast op de startbaan, omgeven door spandoeken met daarop ‘Climate crisis is a racist crisis.’ Een Facebook-filmpje waarin Black Lives Matter-activisten hun standpunt toelichten, wordt binnen enkele uren honderdduizenden keren bekeken.

Terwijl Europa genoot van een historisch hete september vond in Engeland dit even verrassende als verwarrende protest plaats. De dag erna stonden de Engelse kranten vol met sarcastisch commentaar. Natuurlijk was klimaatverandering racistisch, schreef The Sun, want alles was toch racistisch tegenwoordig? En eerlijk is eerlijk, ‘klimaatverandering is racistisch’, dat klinkt mal. Wat heeft de opwarming van de aarde te maken met politiegeweld? En wat betekent de inmenging van Black Lives Matter voor het klimaatdebat?

Het protest op de luchthaven is een plotselinge, spectaculaire uiting van een langzame evolutie binnen Black Lives Matter. In 2014 sprak Naomi Klein de piepjonge beweging aan in een stuk getiteld Waarom #blacklivesmatter het klimaatdebat moet omvormen. ‘Nauwelijks verholen ideeën van raciale superioriteit hebben tot nu toe elk aspect van de reactie op klimaatverandering beïnvloed’, schreef Klein. Kort daarvoor hadden Filippijnse klimaatactivisten een soort hommage gebracht aan Black Lives Matter door hun protestmethode te kopiëren. Ze waren buiten de klimaatconferentie in Lima gaan liggen alsof ze dood waren. Niet een sit-in, noemen activisten dat, maar een die-in. Activisten van Black Lives Matter vroegen eerder op dezelfde manier aandacht voor racistisch politiegeweld. Effectief, beargumenteerde Klein, was de boodschap van de Filippijnse groep dezelfde als die van Black Lives Matter: we weigeren om stilletjes dood te gaan.

Of het nu was vanwege Klein of niet, tegen 2015 begonnen de leiders van de beweging klimaatverandering op te nemen in hun praatjes op universiteitscampussen. Het paste goed bij hun overtuiging dat racisme niet een kwestie was van individuele vooroordelen, maar van systematische achterstelling. Significanter nog was de paragraaf over milieuvervuiling in de officiële beleidssuggesties die Black Lives Matter afgelopen zomer publiceerde in A Vision for Black Lives. ‘Zwarte mensen behoren tot de groepen die het hardst geraakt worden door klimaatverandering. Als we niet serieus aan de slag gaan met het reduceren van uitstoot zal de planeet heter en heter worden en zullen Zwarte mensen de dupe worden.’

Black Lives Matter reageert op een verschijnsel dat wetenschappers the climate gap noemen. Bij een hittegolf in Los Angeles lopen bijvoorbeeld vooral zwarte Angelenos gevaar. Ze sterven twee keer vaker dan andere inwoners van de stad. Hitte vangende torenflats en asfaltwegen maken de binnenstad, waar disproportioneel veel Afro-Amerikanen wonen, tot een levensgevaar. Ook de directe gevolgen van vervuiling vallen vaker ten deel aan zwarte Amerikanen, die mede dankzij inkomensongelijkheid en discriminatoire huizenpraktijken vaker naast fabrieken en snelwegen wonen. Dichter bij huis weten we dat zwarte Britten 38 procent meer kans maken om vervuilde lucht in te ademen. Nederlandse onderzoeken hierover zijn schaars, maar het zou interessant zijn om uit te zoeken of bijvoorbeeld de schadelijke effecten van fijn stof of industrie disproportioneel bepaalde etnische groepen of mensen met lagere inkomens treffen.

De tweede groep waar Black Lives Matter op focust is de populatie van landen bezuiden de Sahara en kleine eilandstaten. In een opiniestuk in The Guardian schrijft een vertegenwoordiger van Black Lives Matter UK: ‘We zeggen niet dat alleen zwarte mensen geraakt worden door klimaatverandering, maar het zijn gemeenschappen in het mondiale zuiden die het hardst geraakt worden.’ Met name Afrikaanse landen lopen het risico om ontwricht te worden door klimaatverandering. Wanneer een oprukkende woestijn mensen in beweging brengt, is politieke onrust een kwestie van tijd.

Zelfs de meest ambitieuze klimaatdoelen bestaan bij de gratie van een bereidheid om kuststroken, steden en hele landen te offeren. Wat als die bereidheid niet een teken is van de inherente kortzichtigheid van de mens, maar van impliciete hiërarchieën – wie verdient sympathie en wie wordt genegeerd?

Neem Kiribati, een kleine eilandstaat in de Stille Oceaan. Zelfs als alle landen zich houden aan de afspraak om de opwarming van de aarde te beperken tot twee graden boven pre-industriële niveaus kan dat het land in alle waarschijnlijkheid niet redden. Met een groep andere landen heeft Kiribati actie gevoerd onder de slogan 1.5 to stay alive. En zelfs dan is de toekomst onzeker. In een recente lezing zei Anote Tong, de president: ‘Dit is de realiteit: wij staan nu aan de frontlinie. En als wij verdwijnen omdat de internationale gemeenschap ons niet is komen helpen, dan zullen anderen volgen.’ De inwoners bereiden zich voor op de mogelijkheid dat hun land aan het einde van deze eeuw niet meer bestaat.

De veranderingen zijn nu al voelbaar. President Tong: ‘Mensen zeggen dat klimaatverandering een kwestie van speculatie is, dat we de impact pas in de toekomst gaan voelen. Maar de werkelijkheid is anders.’ Vorig jaar werd Kiribati geraakt door een hevige wervelstorm. Zoiets hoort niet voor te komen in hun stuk van de Stille Oceaan. Het lokale ziekenhuis werd verwoest en de bomen die veel mensen van hun levensonderhoud voorzien werden uit de grond gerukt. Desondanks, merkte Tong droogjes op, legt het land het in de berichtgeving over klimaatverandering meestal af tegen de ijsberen. ‘Oké, ik voel mee met de ijsberen. Maar vergeet niet: ook wij zitten diep in de problemen.’

De meeste milieuorganisaties proberen mensen aan te sporen tot actie door te appelleren aan hun eigenbelang en het belang van hun kinderen. ‘Help nu onze aarde te beschermen!’ staat er op de website van Greenpeace, onder een foto van een ijsbeer. ‘Klimaatverandering raakt ons allemaal.’ Maar die slagzin verhult evenveel als hij verheldert. Niet iedereen wordt gelijk getroffen door een opwarmende aarde. Ja, zegt Black Lives Matter, klimaatverandering raakt ons allemaal, maar machtige mensen het laatst en het minst. Wie zich geen technologische oplossingen kan veroorloven, wie niet kan verhuizen, wie weinig politieke invloed heeft, die zal het eerste slachtoffer zijn.

Hiermee verschuiven de activisten van Black Lives Matter de focus van klimaatactivisme van een individualistisch frame waarin vooral het eigen gedrag moet worden verbeterd, naar een onrechtvaardigheidsframe: klimaatverandering staat niet los van maatschappelijke ongelijkheid, maar weerspiegelt en versterkt die. Hoewel dat perspectief Black Lives Matter ongetwijfeld op beschuldigingen van slachtofferschap zal komen te staan, kan het potentieel ook nieuwe energie geven aan het gevecht tegen de opwarming van de aarde.

Het zou bovendien een bijzonder bondgenootschap zijn, want historisch gezien heeft de milieubeweging niet altijd de verbinding gezocht met diverse gemeenschappen. Sommige prominente, vroege milieuactivisten in Amerika en Europa waren eugenetici en trotse racisten. In een prachtig essay in The New Yorker tekent Jedediah Purdy, een hoogleraar aan Duke University, die geschiedenis op. Het geïdealiseerde beeld van de schone natuur vormde voor de vroege milieuactivisten een expliciet contrast met een vervuilde, raciaal gemengde samenleving. Sommigen zetten zich even sterk in voor bedreigde diersoorten als voor het in hun ogen bedreigde witte ras.

Hoewel de huidige milieubeweging natuurlijk niet kan worden afgerekend op racistische voorgangers zijn echo’s van die vroege geschiedenis soms merkbaar in discussies over migratie of overbevolking. Het blad van Milieudefensie schrijft: ‘Enerzijds leeft er de intuïtieve en soms ook uitgesproken sympathie voor het idee dat een groeiende bevolking de draagkracht van de aarde ondermijnt. Hoe minder zielen, hoe meer vreugd. Zie het succes van het concept van de ecologische voetafdruk. Anderzijds zijn diezelfde organisaties besmuikt om het probleem te agenderen vanwege de foute geschiedenis.’ De uitvinder van de ecologische voetafdruk, William E. Rees, is zelf een pleitbezorger van een volledige immigratiestop om het milieu te beschermen.

Het essay in The New Yorker concludeert: ‘Het kan alleen maar goed zijn om te erkennen hoeveel milieuprioriteiten en denkpatronen het gevolg zijn van een debat onder witte mensen, van wie sommigen geïnspireerd werden door vooroordelen of rassenleer, over het karakter en de toekomst van een land dat ze beschouwden als het hunne en verwachtten te houden.’ Door zwarte gemeenschappen radicaal centraal te stellen, rekent Black Lives Matter al dan niet bewust af met een etnocentrisch perspectief binnen het milieuactivisme. Juist de gemeenschappen die in eerste instantie door sommige milieuactivisten werden gezien als een gevaar, omdat ze te veel kinderen zouden krijgen of simpelweg omdat ze niet wit waren, worden hiermee uitgenodigd om milieuactivisme op te pakken.

En ook voor Black Lives Matter als beweging valt er iets te winnen. De manier waarop de protesten tegen London City Airport zijn opgepikt laat zien dat de achterban van Black Lives Matter het een interessant idee vindt, klimaatracisme. Met het uitgebreide A Vision for Black Lives kan Black Lives Matter laten zien dat ze niet alleen boos zijn, maar ook een analyse hebben van de maatschappelijke structuren die zwarte mensen benadelen én een plan om die structuren te ontmantelen. Deze maand is de beweging begonnen met iets wat ze nog nooit eerder deed: lobbyen in Washington voor beleidsverandering. Een totale desinvestering uit fossiele brandstoffen is een van hun speerpunten.

Aan de communicatie moet nog wat gewerkt worden. De rechter die zich moest uitspreken over de negen demonstranten die City Airport hadden bezet was nog niet helemaal overtuigd van het racistische karakter van klimaatverandering. ‘Ik vind het nogal moeilijk om het verband te zien tussen een Amerikaanse beweging die zichzelf Black Lives Matter noemt, die protesteert tegen politiegeweld tegen zwarte Amerikanen… – ik zie niet wat dat te maken heeft met klimaatverandering en London City Airport.’ De demonstranten kwamen weg met voorwaardelijke straffen van achttien maanden tot drie jaar. De rechter voegde toe: ‘Maar ik twijfel niet aan de oprechtheid van jullie ideeën.’


Beeld: die-in protest van Black Lives Matter tegen politiegeweld in Saint Paul, Minnesota.