Als een muziekgenre het schopt tot het repertoire van de Berliner Philharmoniker, is het genre op sterven na dood. De oorsprong ervan ligt dan inmiddels diep begraven onder rokkostuums en winstgevende verkoopcijfers. Dit jaar overkomt het de rapmuziek. De Brit Sir Simon Rattle, sinds september van dit jaar chef-dirigent van het prestigieuze en doorgaans conservatieve orkest van Berlijn, zette onlangs met twaalf Berliner cellisten de rap The Flower Is a Key op de plaat, ook wel bekend als Een rap voor Mozart (cd: Round Midnight). Rattle rapt. En het zij maar direct gezegd: het is niet om aan te horen, alleen al om het Duitse accent waarmee de cellisten het Engels zingzeggen.

Ook de 61-jarige maar nog altijd populaire popzanger Tom Jones, bekend van hits als Green Green Grass of Home, Delilah en het recentere Sex Bomb, vergrijpt zich op zijn nieuwe cd (Mr. Jones) aan de rapmuziek. De plaat is geproduceerd door Wyclef Jean, de man die als muzikant rauwe hiphopnummers als PJ’s schreef, over het leven in Amerikaanse achterstandswijken, maar die zonder gêne ook bewerkingen maakte van mierzoete nummers als Jones’ What’s New Pussycat? De rap-cd van Jones, slap en niet eens lachwekkend, wordt zelfs door Jones-fans niet gewaardeerd, terwijl die doorgaans wel wat wispelturigheid van hun held gewend zijn. Een Jones-fan op het internet: «Don’t try to be hip Tom!»

Voor beide sterren lijkt de weg geëffend door het onwaarschijnlijke succes van de blanke rapper Marshall Mathers, alias Eminem (1974), een bleek mannetje dat opgroeide in de achterstandswijken en woonwagenkampen van Kansas City en autostad Detroit. Eminem is inmiddels de best verkopende rapartiest ooit. Sinds hij werd ontdekt door de vermaarde hiphopproducent Dr Dre, voormalig lid van de beruchte band N.W.A. (Niggers With Attitude), nemen zelfs zwarte muzikanten hem serieus.

Eminem vermengt in zijn pakkende en zwartkomische rapnummers autobiografie met forse beledigingen. Vooral zijn moeder en ex-vrouw Kim moeten het ontgelden. Eminem verheerlijkt de verkrachting van zijn moeder, en de ontrouw van zijn vrouw wreekt hij in verschillende songs door een hoorbaar gruwelijke, door hemzelf gesimuleerde moord. Juist de grofste nummers betekenden zijn doorbraak. De cd met het meest extreme taalgebruik, The Marshall Mathers LP, opent met de zin: «Door deze plaat te kopen heb je zojuist zijn kont gelikt.» Inmiddels hebben meer dan tien miljoen mensen dat gedaan.

De strijd die Eminem als blanke jongen moest voeren in een overwegend zwart milieu in de achterstandswijken van Detroit, is door Hollywood tot een film gesmeed. In de eerste twee weken van vertoning bracht 8Mile alleen al in Amerika 85 miljoen dollar op. In januari komt de film naar Nederland. Van de soundtrack, hier al wel verkrijgbaar, zijn wereldwijd al meer dan drie miljoen exemplaren verkocht. Eminem toont zich in de film een serieus te nemen acteur, anders dan zijn collega-rapartiest Snoop Doggy Dog die eerder een karikatuur van zichzelf neerzette in de film Out of Sight. Maar anders dan in Eminems pakkende teksten laat Hollywood de jonge rapartiest de Amerikaanse droom dromen en ontneemt de rap daarmee definitief haar revolutionaire en antimaatschappelijke elan, hoe kapot de auto’s en afgebladderd de kelders en verlaten huizen in de film ook zijn.

Twee weken na verschijning is een van de bioscopen op Times Square nagenoeg volledig gevuld met zwarte Amerikanen. Ze kijken naar Marshall Mathers die zichzelf speelt. Zijn vrienden — ook allemaal zwart — noemen hem pesterig «Rabbit». Het konijn heeft zijn haren nog niet wit geverfd en is een goedwillende maar voortdurend in het nauw gedreven jongeman die burgerwaarden als trouw, werkzin en familieliefde hoog in het vaandel houdt. Dat is opvallend, omdat Eminem in de muziekwereld juist naam maakte met (zijn) woedende, homofobe, vrouwonvriendelijke en op seks en suïcide gerichte teksten. Ook zijn persoonlijk leven strookt niet met de familieliefde die hem in 8Mile wordt toegedicht. Zijn oma kwalificeerde hem eerder als «walgelijk» en verweet hem zijn «vuile taal», «woede» en «respectloosheid», wat naast zijn talent voor taal de pijlers zijn waar het succes van Eminem op rust. Zijn ex-vrouw Kim sneed haar polsen door nadat Eminem een plastic opblaaspop naar haar gelijkenis tijdens een concert bruut misbruikte en vermoordde. Ook een tatoeage baart opzien. De naam Kim wordt gevolgd door een veelzeggend «Rot in Pieces». Zijn blonde, verlopen hippiemoeder (in de film prachtig vertolkt door Michelle Pfeiffer), spande een smaadrechtszaak tegen hem aan.

Ook zijn omgeving ziet hem niet als een doetje. Een rivaliserende rapper stapte naar de politie nadat Eminem hem bedreigde met een automatisch pistool, en als kind lag Eminem eens tien dagen in coma na een vechtpartij. Het kwam zijn populariteit waarschijnlijk ten goede. Zijn allereerste cd, waarop Eminems taal nog lang niet zo «explicit» is, werd een flop.

Tot nu toe stond Eminem ambivalent tegenover de klachten over zijn muziek en de zorg (tot in de Amerikaanse Senaat toe) over de invloed van zijn songs op zijn jonge fans. Aan de ene kant toont Eminem zich trots op de politieke dimensie van zijn teksten (die gebundeld zijn in Angry Blonde, uitgegeven door Regan Books in 2001), aan de andere kant waarschuwt hij zijn fans vooral niet zijn voorbeeld te volgen en verklaart hij veelvuldig dat men zijn woorden niet serieus moet nemen, omdat het hier een «grap» en fictie betreft.

Maar in deze nieuwe mijlpaal in het leven van Marshall Mathers, de uiterst succesvolle film 8Mile, is alle ambiguïteit verdwenen. Eminem is een jongen die er allemaal niets aan kan doen. Schuld voor aanvankelijke uitzichtloosheid ligt voornamelijk bij zijn moeder, een wispelturige, volstrekt egoïstische, op seks beluste junk. Ook zijn idee van relationele trouw houdt moeilijk stand in zijn vriendenkring, waardoor hij uiteindelijk, onder de ogen van zijn vijfjarige zusje, flink in elkaar wordt geslagen door een groepje zwarte rivalen. Anders dan hijzelf zijn het opgeblazen egotrippers in te dure kleren wier rapgroep toepasselijk The Free World heet.

Marshall hoorde op zijn negende voor het eerst een rapnummer. Naar verluidt was hij meteen verkocht. Vanaf zijn veertiende ging hij zelf rappen. Het was de enige uitlaatklep die hij had, vertelde hij later, en de ideale expressievorm voor zijn woede. «Omdat je erin kan zeggen wat je wilt. Rock-’n-roll en R&B vond ik te simpel, en je had te weinig ruimte om iets te zeggen — te weinig woorden.» In Detroit doet hij als enige blanke mee aan rapwedstrijden. Die wedstrijden vormen het uitgangspunt van de film 8Mile. De wedstrijden zijn een geformaliseerde variant van het in zwart Amerika bekende fenomeen «playing the dozens», ook wel cracking, signifying of snapping genoemd. De gedachte van dit «spel», of deze kunstvorm wellicht, is dat twee radde praters elkaar om beurten zo hard mogelijk beledigen. Je mag de belediging spelen via elkaars moeder, achtergrond, lelijkheid et cetera. Soms komt het niveau niet hoger dan: «Je moeder is zo dik dat ze alleen luchtfoto’s van haar kunnen maken», of: «Ze is als een bibliotheek, open voor al het publiek.» Maar in andere gevallen, zeker in de garages en kelders waar de rap ontstond, kan het playing the dozens uitdraaien op interessante en spitsvondige duetten, strak van metrisch rijm, waarin niets of niemand wordt gespaard.

De sociaal-wetenschappers Percelay, Ivey en Dweck schreven het boek Snaps: The African American Art of Verbal Warfare (HarperTrade 1994) over het fenomeen. Ze beschreven het spel als «the blues of comedy», een traditie die stamt uit de slaventijd en waarin voornamelijk armoedige omstandigheden werden uitvergroot. «Bij jou thuis zijn ze zo arm dat de laatste keer dat jullie een warme maaltijd hadden was toen het huis in brand stond.»

Het enthousiasme en instemmend gejoel van de omstanders bepalen bij playing the dozens wie de winnaar is. Ook als iemand zijn «cool» verliest gaat het mis, of als hij «verstikt»; als hij plotseling verstomt door het verbale geweld van zijn tegenstander.

In 8Mile is het vooral deze laatste variant, de knock-out, die het spel op cruciale momenten beslist. Gesteld tegenover een vijandig, luid schreeuwend volledig zwart publiek, bevriest ook Eminem in het begin van de film. Aan het slot, hoe kan het ook anders, weet hij zijn opponent het zwijgen op te leggen. Hij speelt het spel goed, door grover maar vooral intelligenter te rappen. Als hij in de finale als eerste moet schelden, zeikt hij bijvoorbeeld niet zijn tegenstander maar zichzelf af. Ja, ik ben een «white trash boy» (en hij laat zijn witte billen zien), «I do live with my mom in the trailorpark», om af te sluiten met het moordende «so go on/ tell them something about me/ they don’t know». En passant heeft hij het publiek erop gewezen dat zijn opponent weliswaar «cool» oogt en zwart is, maar opgegroeid is als zoon van ouders uit de middenklasse die, tot overmaat van ramp, een gelukkig huwelijk hadden, de uncoolest thing to have natuurlijk.

Buiten de wedstrijdjes ritmisch schelden toont Rabbit zich vooral gelaten en onaangedaan. Hij zegt in de film één keer «dank je wel» en dat is wanneer hij overuren mag maken in de autoassemblagefabriek, waar hij gevaarlijk en geestdodend werk verricht. Als je, eenmaal uit de bioscoop, ook nog hoort dat de blanke trash rapper — altijd woedend op bevoorrechte buitenwijkkinderen, jongensbandjes en «smerige homo’s» («…hate fags? The answer is yes») — een duet heeft gezongen met de salonfähige glibber (én homo) Elton John, dan staat de geloofwaardigheid van al zijn teksten op losse schroeven.

Dit als bezwaar tegen de artiest aan te voeren is natuurlijk cultureel volstrekt incorrect, aangezien het in de kunst niet om geloofwaardigheid, maar om verbeelding gaat. Toch illustreren de samenwerking met John en de film 8Mile fraai het lot van de rapmuziek en de werking van een oude sociaal-culturele wet. Toen Elvis de aanvankelijk zwarte rock-’n-roll onder een groot publiek verspreidde, verloor dat genre definitief alles wat het interessant maakte, niet zozeer muzikaal, als wel maatschappelijk. Nadat Dr Dre hem had ingelijfd bij het label Death Row, dat ook sterren als Snoop Doggy Dog en de vermoorde 2Pac populair maakte, wisten zij gezamenlijk de rauwe, voorheen volledig zwarte gangsta rap door te laten dringen tot de jongeren in de suffe, groene forensenbuurten waar Amerika zo rijk mee is bedeeld. De film geeft nu zelfs de óuders in die buurten een geruststellend schouderklopje.

Ook hier in Nederland wordt het vast de uittip van Cosmopolitan en Avenue. De oude Eminem zal nog worden gemist, want, zoals hij zelf al voorspelde op zijn derde cd: «…we need a little controversy/ Cause it feels so empty without me.»