
Op het noordwestelijke puntje van Yonaguni, een klein vulkanisch eiland in de Pacifische Oceaan, de meest westelijke uithoek van het Japanse keizerrijk, bevindt zich een kloof tussen de rotsen bij de zee. Meer dan zomaar een scheur in het landschap is deze kloof een litteken in de tijd. In de achttiende eeuw was dit eiland overbevolkt en om leefruimte te maken, zo gaat de overlevering, werden vrouwen, en met name zwangere vrouwen, gedwongen om de drie meters tussen beide zijden te trotseren. Ze moesten springen voor hun leven.
Vandaag zijn er nog maar weinig mensen over op Yonaguni en fotograaf en filmmaker Charlotte Dumas kwam er in 2015 in eerste instantie voor de wilde paarden die er los rondlopen. Die kleine, slanke paarden zijn ook een overblijfsel van de geschiedenis, de nakomelingen van paarden die ooit voor al die mensen het werk verrichtten, totdat de industrialisatie kwam, de mensen wegtrokken en zij hun nut verloren. Anders dan de vrouwen stappen de paarden nog altijd op het eiland rond.
Op de foto’s van Dumas in Huis Marseille zijn de paarden tot stilstand gekomen. Denken we aan een paard, dan zien we het dier vanaf de zijkant – staart, ronde buik, manen, kleine oren, ronde snoet, één oog – en ook bij Dumas zijn de meeste paarden en profil. In hun klassieke verschijning ligt een gevoel van eeuwigheid verzonken, maar deze paarden zitten vol werkelijk leven – de natte haren van hun vacht en de wilde manen in hun nek verraden een ruig samenleven met zee en wind. Dumas legde de dieren vast in ongemakkelijke poses op onherbergzaam terrein, maar ook op de vlakke, geasfalteerde weg. De schoonheid van de portretten ligt in de vanzelfsprekendheid van hun aanwezigheid op élke plek. De paarden zijn op Yonaguni gebleven, of ze wilden of niet.
Voorafgaand aan de Japanse paarden maakte Dumas werk over Italiaanse politiepaarden, werkpaarden in Noord-Zweden, paarden op de prairie in Dayton, Nevada en paarden van de Arlington National Cemetery waar ze soldaten naar hun laatste rustplaats brengen. Ze fotografeerde wolven in het wild, tijgers in gevangenschap, de honden die na 11 september in het puin zochten naar overlevenden. Steeds zijn het dieren die in direct contact met mensen staan, of eens stonden, de laatste dieren die de mens nog nodig heeft, of ooit nodig heeft gehad. Die wetenschap geeft ze een eigenheid waar we op een foto van Dumas misschien iets in denken te herkennen, een gevoel dat voor even het zwijgen van dier naar mens doorbreekt.
Op Yonaguni deed Dumas jarenlang onderzoek en het hoogtepunt van de tentoonstelling zijn de drie films die ze er maakte, in Huis Marseille voor het eerst samen te zien. De kleur blauw verbindt ze met elkaar, van een buikdoek van een paard tot de schoenveters van een meisje, indigo onttrokken uit inheemse planten. In alle drie vindt een ontmoeting plaats tussen een kind en een paard. De nieuwste film, Ao (blauw), vertoond tussen een haag van blauwe doeken, speelt gevaarlijk dicht bij de kloof. Kinderen dansen daar, in het blauw, misschien voor het eerst in de geschiedenis.
Charlotte Dumas, Ao, t/m 15 mei bij Huis Marseille, Amsterdam. huismarseille.nl