
Bereid je voor op twee enorme kletsmajoors. Als je de menselijke conditie nu echt wil vangen toon je haar praatziek, moet Joeri Vos gedacht hebben, artistiek leider van De Veenfabriek en schrijver en regisseur van Recht, deel twee uit een drieluik dat mensen portretteert rond een aanpalende wereldramp. In de sociale-dramady voert hij twee advocaten ten tonele, die wel en niet het goede voor hebben met de rechten van de mens. Kinderen van hun tijd, behept met een woordenschat die mansplaining bevat, maar nog niet met een set sociale vaardigheden (of morele inzichten) die voorgenoemde mansplaining kan omkatten naar een gelijkwaardiger manier van uitwisselen. Wat in het klein mooi weergeeft wat in het groot misschien geldt voor het overgrote deel van de altijd maar traag ontwakende mensheid: hoe komen we van abstract inzicht naar tastbare verandering? Van praten naar handelen?
We treffen ze in een nachtclub, waar whisky en wodka vloeien, waar Vrouwe Justitia paaldanst en een steengoede band (bestaande uit Shanice Redan, Bastiaan Woltjer en Berend Jak) zo nu en dan het onthechte gezever overstemt. Het advocatenduo probeert een speech voor te bereiden voor het 75-jarige jubileum van De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Phi Nguyen en Roland Haufe spelen de concullega’s weergaloos, ritmisch, weird. Gaandeweg wordt hun nacht weirder, waarin ze ‘alle wereldproblemen gaan oplossen’. Ze zijn vreselijk, ze zijn aandoenlijk, ze zijn onuitstaanbaar en alles wat we hebben, noteerde ik over hen, ook weer iets dat je in het groot over de gehele mensheid kunt noteren.
Vos, die ik wel het onechte kind van Oleg Popov en Herman Heijermans wil noemen, schreef ongeveer dertig sociaal geëngageerde toneelstukken, en hanteert aangenaam clowneske uitspattingen. Waar je de tekst hoofdig kan noemen wordt dat opgevangen door spelregie en muziek. Het zelfbewustzijn van zijn personages is ook hier manifest, bij een bijzonder chaotische beweging: ‘Beeld je uit wat er in je hersenen gebeurt of zo?’
De paaldanseres en de serveerster op toneel, gespeeld door Niki Verkaar en Milena Haverkamp, lijken net als de twee advocaten hun eigen lot te besturen, en vervolmaken het even verveeld en geëngageerd. Het gaat in Recht overwegend over hoe mannen met vrouwen omgaan, waarbij valt te beargumenteren dat de vrouwenrollen geschreven zijn om mannen iets over zichzelf te leren.
Ware het niet dat de paaldanseres ook Vrouwe Justitia speelt in een dansroutine. Over haar leren we dat ze vooraleerst naakt werd geporteerd en dat haar blinddoek geen symbool is voor de blinde rechtvaardigheid, maar in de Middeleeuwen werd toegevoegd, uit protest: ‘De enige manier waarop je dit recht kunt noemen, is als je blind bent voor al het onrecht dat ons tot dit punt geleid heeft.’
Het recht bestaat uiteindelijk, net als het oergeestige gepalaver van de advocaten, uit woorden. Vos getuigt met Recht van een moedeloos maar halsstarrig geloof in wat die kunnen uithalen.
Voor speeldata: veenfabriek.nl