
Op het Haagse dashboard knipperen alarmlampjes die aangeven dat het virus bezig is, aldus premier Rutte, ‘aan een gevaarlijke opmars’. Een tegenslag die aangeeft hoe paradoxaal de omgang met de sluimerende ziektebron is. Juist omdat de besmettingsgraad keurig gedaald was, nam in de zomer het reizen door Europa toe en trad er een algehele verslapping van het naleven van de maatregelen op.
Maar het is nu géén begin maart, toen iedereen werd overvallen door de pandemie, paniek uitbrak, de samenleving op slot ging en het kabinet volgens kapitein Rutte ‘moest varen op zicht in een dichte mist’. Een reconstructie van die eerste maand door de redactie van De Groene Amsterdammer laat dit beeld zien: hoe een milde bezorgdheid in beperkte kring over de mysterieuze uitbraak in Wuhan na de eerste registratie op 27 februari van Patiënt Nul in Nederland in één klap veranderde in een crisissfeer. Het gevoel ‘dit gaan we niet redden’ verspreidde zich in het kielzog van de stromen doodzieke mensen op de ic’s.
Door de draconische maatregelen kwam er opmerkelijk snel – eind maart – grip op de besmetting en de angst. Daarmee nam de kritiek, uiteraard, toe op de ‘intelligente aanpak’ van het kabinet, onder meer op de testcapaciteit en het gebrek aan mondkapjes voor het verplegend personeel. Sowieso lag het accent in de coronadebatten continu op het arbitraire nut van mondkapjes. In de reconstructie verzucht landbouwminister Carola Schouten dan ook dat het in de Tweede Kamer daar wel wat minder over mag gaan en meer over de lijn en richting van het kabinetsbeleid om het virus te bestrijden. ‘Dat geeft legitimatie aan de dingen die we doen.’
Toch schortte het toen, en inmiddels een half jaar later nog steeds, niet aan draagvlak voor het kabinetsbeleid. Op het protest van Viruswaanzin, complotdenkers of tegengas vanuit de Tweede Kamer na – in een democratie welkom – lijkt iedereen zich in het collectieve lot moedig te schikken, mede dankzij de kolossale financiële injectie van het kabinet in de economie. Maar dat neemt niet weg dat de prijs voor de maatschappelijke solidariteit met de risicogroepen, met de algehele volksgezondheid, hoog is. Al die mensen die hun broodwinning zagen verdampen, of door de social distancing eenzaam of somber zijn. Scholieren die geen feestelijk afscheid van hun schooltijd konden nemen, studenten die geen introductiedagen kunnen lopen – verloren rites de passage waar je als volwassene niet je schouders over moet ophalen.
Een tweede lockdown moet dan ook koste wat het kost voorkomen worden. Het cbs voorspelt samen met minister van Financiën Wopke Hoekstra dat dit voor de toch al neergesabelde economie (daling van ruim acht procent) desastreus uitpakt. En psychologen buitelen over elkaar heen om te waarschuwen dat we die klap mentaal nauwelijks aankunnen.
Is het nodig? Door voortschrijdend inzicht vaart het kabinet niet meer in een dichte mist. De les uit de Groene-reconstructie is dat de aanpak meer vanuit het mondiale en Europese perspectief bekeken moet worden, gecombineerd met het nationale en regionale perspectief. ‘In die mix ligt de sleutel van maatwerk, draagvlak en uiteindelijk een uitdovend virus.’
Over het virus, de verspreiding, de risicogroepen en het ziekteverloop is bovendien veel meer bekend. Er zijn inmiddels wereldwijd ruim duizend wetenschappelijke artikelen over verschenen en artsen behandelen Covid-19-patiënten adequater dan in het begin – zo worden ze minder snel aan de beademing gelegd.
En om de verspreidingsgraad weer af te buigen zal iedereen echt moeten meewerken met testen, eventuele quarantaine en bron- en contactonderzoek. Verder geen tijd meer vermorsen met de ggd-capaciteit op orde krijgen. Anders wordt het toch de app CoronaMelder die vws-minister De Jonge nu met een spoedwet juridisch op orde wil krijgen. Daar kleeft een andere onaangename prijs aan.