
De serie Alien-films gaat over buitenaardse monsters die zich eerst in microscopische vorm in menselijke lichamen nestelen en vervolgens na een bloederige ‘geboorte’ op grote schaal dood en verwoesting zaaien. Regisseur Ridley Scott borduurt in de nieuwste aflevering getiteld Alien: Covenant voort op het thema van kolonisatie, van het lichaam, maar ook van werelden.
Het verhaal is gesitueerd vlak voor de gebeurtenissen uit de eerste film van eind jaren zeventig waarin de bemanning van het vrachtschip Nostromo ten prooi valt aan de buitenaardse wezens. ‘Nostromo’ verwijst naar Joseph Conrads gelijknamige roman waarin kolonisatie een rol speelt, en in de nieuwe film is er een verdere conradiaanse resonantie wanneer blijkt dat een androïde, of synthetische mens, genaamd David, als een Kurtz uit Heart of Darkness heer en meester is op een verre planeet waar het ‘kolonisatieruimteschip’ Covenant landt. Het schip bevat zowel ingevroren mensen als menselijke embryo’s en het doel is om een bewoonbare planeet te vinden waar de menselijke soort kan voortbestaan. Zoals in de vorige films vormt zich een mooie ironie – de kolonisator wordt gekoloniseerd.

Het moet gezegd: in Alien: Covenant zijn er narratieve ongerijmdheden, bijvoorbeeld wanneer de menselijke kolonisten zich in het geheel niet over infectiegevaar in de nieuwe wereld bekommeren. En toch, wie ertoe in staat is over deze weeffouten heen te kijken wordt rijkelijk beloond: Scotts nieuwe film is een wonder om te aanschouwen, een visueel verbluffend werk dat op dit punt op hetzelfde niveau staat als klassieke inschrijvingen in het genre, zoals zijn eigen Blade Runner (1982). De planeet waar David heerst lijkt op de aarde, in die zin dat er natuur in de vorm van bossen en rivieren is. De bemanning van de Covenant, waaronder een synthetische mens genaamd Walter die een kopie van David is, voelt zich al gauw thuis (waarbij je wilt uitschreeuwen: infectiegevaar, jongens, lezen jullie dan niet je sci-fi…) Dan treffen ze David die hen naar de overblijfselen van een antieke beschaving leidt waar ooit de ‘Ingenieurs’ woonden, en de vraag hoe David hier terecht is gekomen en waarom hij zich er zo thuis voelt, raakt de kern van de hele serie.
Behalve door de vormgeving wordt Alien: Covenant gedragen door een fabuleuze performance van Michael Fassbender in de rol van zowel David als Walter. In de beginscène zien we hem in gesprek met zijn maker, de eigenaar van Weyland Corporation. Ze praten over existentiële kwesties: is het menselijk leven het gevolg van toeval of van een daad van hogerhand? David neigt naar dat laatste. Hoe kan het ook anders, hier staat hij immers oog in oog met zijn maker. Fassbenders gelaatsexpressie is angstaanjagend: hij is een artificieel wezen, maar in hoe hij kijkt is er een blinde rationaliteit merkbaar die voor ons heel herkenbaar is. Dit is de moderne mens, gedreven door technologische vooruitgang en de hunkering naar welvaart.
Wanneer David later op de planeet van de Ingenieurs aan een sonnet van Percy Bysshe Shelley refereert, Ozymandias (1818), is de nachtmerrie compleet. Hij neemt de regels letterlijk: ‘My name is Ozymandias, king of kings/ Look on my works, ye Mighty, and despair!’ De koloniserende mens die almaar streeft naar grootsheid, die geen capaciteit bezit voor het begrijpen van dichterlijke ironie, is gedoemd tot ondergang.
Nu te zien