
De voornaamste kleuren in Landschap uit 1910 van Jan Sluijters zijn niet helemaal ongelijk, zou ik zeggen, aan de samenstelling van kleuren in het schilderij van Steven Aalders dat Four Colors 1 heet. Wat mij opviel was een tonale verwantschap. Het zijn vier kleuren in een verticale opeenvolging die een vierkant vormen. Ze gaan van blauw naar geel naar lichtgroen naar bruin. De toon is licht, de kleur is koel. In het landschap van Sluijters zit in de bomenrij een eender soort van blauw. De straling van de zon is zo bleekgeel als de vroege ochtendzon. Het is zonsopgang in het schilderij. De kleuren in de lucht zijn nog doorzichtig schoon: geel, gele straling, dan wit met roze, verder weg wit, dan heel lichtblauw. Het licht dat als ijle kleur opengaat in nog koele morgenlucht. De kleuren van het vroege licht, vlekken lichtblauw en vlekken geel, zien we onder in het schilderij terug waar de waarneming van de schilder begint. Er lijkt daar ook water te zijn.
Landschap werd geschilderd toen Sluijters bijna dertig was. Een schilder in zijn eerste bloei dus die een paar jaar eerder in Parijs met toen de modernste kunst in aanraking was gekomen. Hij had het spektakel van kleur ontdekt. Eerder was hij begonnen als atmosferische naturalist in de stijl van de Haagse School. Kleuren waren eerder regenachtig. Er zat veel grijze nevel in het weer. In zijn kleurigheid was Landschap brutaal. Sluijters woonde toen in Laren. Daar in het bosrijke Gooi zal hij het motief voor het schilderij hebben gevonden. Onbekend is waar die plek was. Er was water en een glooiende oever met begroeiing van bloemen, struikgewas, slanke bomen, blauwgroene kruinen. Hij zag die omgeving en daar begon hij, met de ligging van het land en de groepering van bomen en de horizon aan zijn schilderij. Hij moest ergens beginnen, maar dwaalde toen meteen af omdat hij met heftige kleuren bezig wilde zijn, de bontheid van kleur. Dus het schilderij begint met veel lichtblauw en roze en dun geel dat over de breedte van links naar rechts op en neer gaat. Overal daar worden de toetsen kleur onderbroken door veel wit. Het lijkt of het schilderij zich zwevend naar de bomen en het struikgewas de ruimte en het licht in beweegt. Daar zijn ook golvende lijnen rood te zien. Die zijn er alleen in het schilderij. Zo groeide het: de kunstenaar zag eerst allerlei vegetatie van natuur. Toen werd het vegetatie van kleur. Landschap bestaat uit dwalingen van kleuren. In de rommeligheid van de natuur moest de schilder naar de kleur op zoek.

Four Colors 1 van Steven Aalders is een vierkant. Er staan vier kleuren onbeweeglijk naast elkaar. Hun koele toon lijkt enigszins op de ochtendkleuren in het schilderij van Sluijters. Het verschil is dat de vier kleuren in hun strakke vierkant daar staan in roerloze concentratie. Ze zijn zonder gedoe ertussenin.
Ze zijn wat ze zijn. Ze storen elkaar niet met onduidelijkheden. In het schilderij van Sluijters zitten de kleuren vol vibrato zodat hun helderheid artistiek in de war raakt. Bij Aalders zijn het de vier kleuren en die alleen. Er is nog een Four Colors 3 met vier andere kleuren: donkergeel, groen, paars, geel. Dat is een samenstelling die veel warmer is van toon. De kleuren zijn loom daar. Omdat ze stilstaan in het vierkant kunnen we ernaar kijken als door een vergrootglas. Uiteindelijk is schilderen niets anders dan verf te laten bloeien in kleur en licht. Je moet willen geloven wat je ziet. Voor velen is dat niet makkelijk.

Vorige week had ik het over hoe de uitzonderlijke Frans Brüggen dirigeerde: hoe hij met stugge rechte gebaren de muziek terwijl die beweegt heel even tot rust lijkt te brengen, bijna remt, zodat het stil wordt om te luisteren. Zo schildert Steven Aalders ook, met langzame, geduldige streken. Een kleur komt zo tot stilstand. We bekijken hem zonder haast. Ik hoorde Frans Brüggen zeggen dat hij tegen vibrato is. Dat stoort alleen maar de aandacht. In een korte film over het Beethoven-project van het Orkest van de Achttiende Eeuw legde hij uit dat muziek zuiver volgens de partituur gespeeld dient te worden. Het publiek moet er dan leergierig naar luisteren, met verbazing, als hoorde het de muziek voor het eerst. Daarom moest de dirigent het tempo soms wat vasthouden.
Leergierig is een mooi, streng woord. De kleuren die Steven Aalders schildert, zijn op het schilderij met ademloos geduld behandeld. Zo werden ze onverwisselbaar. Je ziet ze als het ware, wonderbaarlijk, in vertraging.
PS Ik zag en hoorde Frans Brüggen in een film van Sieuwert Verster, Nine Steps Into Paradise, een kort verslag van de Beethoven Belevenis in de Doelen, Rotterdam