
Tien jaar geleden had ze nog lang blond haar en droeg ze een strakke glimmende halterjurk. ‘My man’s gone now’, zong ze, met verrassend diep stemgeluid, begeleid door een jazzy trio. Haar donkere temerige uithalen, de geloken oogopslag, de gekooide tekst, brachten Billie Holiday in gedachten, de Billie Holiday die de ondeugden van haar man bezingt en weet dat ze nooit van hem los zal komen.
Inmiddels zijn we vier albums verder – de nieuwste, Lilies, verscheen deze maand – en kijken we aan tegen een ondoorgrondelijke diva die niet gauw met iemand anders te vergelijken valt. Of je zou Melanie De Biasio moeten bestempelen als een kruising tussen Jimi Hendrix, Forrest Gump en Antigone, zoals ze dat zelf deed in een interview. De donkere korte coupe, de swingende performance en de bezwerende zang hebben haar slepende muziek een krachtige en eigen impuls gegeven. ‘What’s that look upon your face’, knalde ze er met kennelijk plezier uit tijdens haar optreden op Into The Great Wide Open (2014), met de voeten op de drassige grond stevig het ritme aangevend, begeleid door een enkele trommelaar. In hetzelfde jaar gaf ze acte de présence in Later with… Jools Holland op de bbc. ‘Let’s sing the way through it, how about a new way to pray.’
‘Blues à la Belge’ noemt landgenoot en collega-musicus Arno Hintjens haar, specifieker nog de ‘blues van Charleroi’. Het is inderdaad waar ze vandaan komt, de Waalse industriestad gelegen in een streek die ook wel ‘le pays noire’ wordt genoemd vanwege het rijke en roerige verleden als mijnregio. Na de Tweede Wereldoorlog werd een grote groep Italianen binnengehaald als de spreekwoordelijke gastarbeiders, maar de mijnen zijn niet meer, evenmin als de ooit bloeiende staalindustrie. Misschien dat de neergang de bewoners ontvankelijk maakte voor de blues, het is in ieder geval opvallend hoezeer die wenende muzieksoort floreert in Charleroi.
De Biasio (1978) werd geboren uit het huwelijk tussen een Waalse en een Italiaan. Als haar ‘roots’ als muzikante ter sprake komen, noemt ze haar geboortestad steevast. Haar ouders luisterden naar Pink Floyd, The Doors, Led Zeppelin, maar zelf was ze ontvankelijk voor de bluescultuur van Charleroi, ook al heeft ze als kind een tijdlang gedacht balletdanseres te zullen worden. Op haar twaalfde maakte ze deel uit van een plaatselijk gerenommeerd dansgezelschap dat een tournee door Canada maakte. De muziek was toen al een concurrerende rol gaan spelen in haar leven. Op haar achtste begon ze dwarsfluit te spelen, het instrument dat ze nog steeds ter hand neemt bij haar optredens, en dat een grote sferische rol speelt in haar nummers. De dwarsfluit beschouwt De Biasio als een verlengstuk van haar stem. ‘Het is de perfecte manier voor mij om door te gaan wanneer ik stop met zingen’, zegt ze hier zelf over. ‘Het is een natuurlijk verlengde van mijn stem.’ Zo beschouwt ze het zingen weer als het verlengde van haar lichaam, dat nog steeds op dansen is afgesteld. Aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel koos ze voor de jazz-richting, omdat ze hier nog het meest de blues in voelde. Voelen staat centraal in de muziekopvatting van De Biasio. Met haar zwoele stem laveert ze tussen jazz, elektronica en pop. Ze is gek op Nirvana, nog steeds. Toen haar onlangs voor een Nederlandse radiozender werd gevraagd haar eigen muziek te typeren, kwam ze aan met termen als ‘ruimte’, ‘tijdloos’, ‘stilte’ en ‘fluweel’. Donkere jazz, misschien moet je het zo bestempelen, zei ze. Maar wat dat dan is? ‘Ik weet het niet. _You tell me…’_ Haar stijl? ‘Het is bij mij meer een kwestie van vibratie dan van stijl.’ Wat drijft je als artiest? ‘Liefde.’ Niet iedereen komt ermee weg, maar zij wel. Luisteren naar De Biasio is deel uitmaken van een intieme nachtclubact, het type act dat voorbij komt zeilen in een David Lynch-film. _‘Fear is knocking on our door, and love is calling us for sure.’_ Ze is zoet, ernstig, mysterieus.Melanie De Biasio treedt 4 november op in de Lutherse Kerk