Tegelijk verzet de VVD zich tegen integratiebevorderende maatregelen. Het is de meeste mensen ontgaan dat de VVD nog maar een paar weken geleden heeft geprobeerd om het wetsvoorstel inzake de dubbele nationaliteit te torpederen. Het is gelukkig aangenomen, want de dubbele nationaliteit is bij uitstek een middel om de integratie te bevorderen: het stelt mensen in staat om geleidelijk de overstap te maken naar een Nederlands staatsburgerschap. Maar de VVD stemde ertegen. Waar was de VVD toen er werd gesproken over sociale vernieuwing, over sociale woningbouw, over welzijn, onderwijs, enzovoort? Als je voortdurend roept dat het misgaat met de integratie en geen maatregelen voorstelt of ondersteunt die de integratie bevorderen, dan doe je aan pure stemmingmakerij.‘
Coskun Coruz, van Turkse afkomst en actief lid van onder meer het CDA, Pax Christi en diverse islamitische organisaties in Nederland, windt zich mateloos op over de 'ballonnen’ die Bolkestein bij voortduring oplaat zodra het over minderheden gaat. Als voormalige voorzitter van de Islamitische Raad is hij vertrouwd met de discussie over de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving. Hij kent de standpunten en weet een ding zeker: zoals Bolkestein de discussie voert, moet het in elk geval niet, want het vrijblijvend verdacht maken van allochtonen leidt alleen maar tot bitterheid en frustratie in alle geledingen van de samenleving. Het maakt de verkiezingswinst van de VVD uiterst twijfelachtig. Coruz: ‘Als Janmaat zijn statenleden oproept om bij de Eerste-Kamerverkiezingen op de VVD te stemmen, dan moet dat een gerespecteerde partij toch te denken geven.’
En dat doet het, gezien het feit dat ook Bolkesteins partijgenoten niet gelukkig zijn met de uitkomst van het minderhedendebat van vorige week woensdag. De liberale fractieleider heeft weliswaar zijn kritiek op het huidige migratiebeleid ingeslikt, maar tegelijk aangekondigd dat hij de discussie elk moment kan heropenen. Het minderhedenthema blijft dus een tijdbom onder het kabinet en tegelijk onder zijn eigen partij, want het waren niet alleen de twee coalitiegenoten die hem dwongen om in te binden. Ook in de VVD-gelederen rijst twijfel aan de bedoelingen van de fractieleider. Minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken distantieerde zich onmiddellijk van het idee van verplichte spreiding van allochtonen zoals dat was geopperd door Bolkestein en zijn secondant en woordvoerder voor minderhedenzaken Jan Rijpstra. De vrijwillige spreiding van allochtonen is al onderdeel van het beleid, terwijl verplichte spreiding in strijd is met de grondwet, aldus Dijkstal.
OOK ZIJN UITVALLEN tijdens de provinciale verkiezingscampagne (‘Het wordt tijd voor onaangename maatregelen tegen migranten’) zijn Bolkestein niet door alle liberalen in dank afgenomen. In NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag beschuldigde oud VVD-leider Ed Nijpels hem ronduit van ‘opportunisme’ omdat door zijn welbewust hameren op dit thema ‘een aanzienlijk deel van de CD-stemmen naar de VVD is overgegaan’. Het VVD-kamerlid van Marokkaanse afkomst Oussama Cherribi liet in diezelfde krant zelfs weten ‘gekwetst’ te zijn door het minderhedenstandpunt dat zijn partijgenoten Bolkestein en Rijpstra uitdragen. Ook David Pinto, directeur van het Inter-Cultureel Instituut en Bolkesteins voornaamste adviseur in minderhedenkwesties, is zwaar teleurgesteld dat de fractieleider op het moment supreme terugkrabbelde. Pinto: ‘Bolkestein is het inhoudelijke debat uit de weg gegaan. Hij heeft toegegeven aan de politieke druk van de coalitie en zijn uitspraken teruggenomen, terwijl hij er juist een positief vervolg aan had moeten geven. Je kunt vrijwillige spreiding toch heel goed stimuleren door middel van verhuispremies en goede voorlichting over huisvestingsmogelijkheden in het kader van een inburgeringscontract? Dat had Bolkestein moeten voorstellen. Wat mij betreft had hij het kabinet daarop laten vallen, want het integratievraagstuk is van cruciaal belang voor de Nederlandse samenleving. Door deze negatieve indruk achter te laten, heeft hij geen helderheid geschapen omtrent zijn opvattingen.’
VOLGENS CORUZ is Bolkesteins strategie verre van naief: er is sprake van een duidelijke lijn in de wijze waarop hij het immigratie- thema hanteert. Drie jaar geleden debatteerde hij als voorzitter van de Islamitische Raad Nederland met Bolkestein in het Tweede- Kamergebouw. Coruz: ‘Hij deed daar toen alarmerende uitspraken over de besnijdenis van moslimvrouwen, over het dragen van hoofddoekjes, over bigamie - allemaal dingen die in Nederland volstrekt niet aan de orde zijn. Hij weet ook dat ze niet aan de orde zijn. Het enige wat ik kan bedenken is dat hij het met opzet doet. Het begon met zijn Luzern-rede uit 1991, waarin hij de vrees uitsprak voor een volksverhuizing van islamieten naar Europa. Daarna kwamen die uitspraken over criminele Antillianen. Vorig jaar zocht hij de publiciteit met een zes-puntenprogramma om de opvang van asielzoekers in hun eigen regio te laten plaatsvinden: Europa zou alleen maar Europese vluchtelingen moeten opnemen, Europa voor de Europeanen. Terwijl hij wist dat het in strijd is met het Verdrag van Geneve. En bij de jongste verkiezingen begon hij opnieuw over de asielzoekers, hoewel zijn fractiegenoot Rijpstra met vertegenwoordigers van PvdA en D66 had afgesproken om het te laten rusten. In februari hebben ze nog overleg gevoerd zodat - en ik citeer - “de neuzen in de coalitie dezelfde kant op stonden”. En toch begon Bolkestein erover.
Alhoewel ik in het begin waardering voor zijn moed had om dit onderwerp op de politieke agenda te zetten, zijn er nu, denk ik, legitieme redenen om aan zijn geloofwaardigheid te twijfelen. Om de haverklap laat hij dit soort geluiden horen, levert hij kritiek zonder alternatieven aan te bieden. Hooguit komt hij met voorstellen die al staand beleid zijn, of die indruisen tegen de nationale en internationale wetgeving. Zodra hij daarop wordt aangevallen, zegt hij dat hij verkeerd is begrepen of geciteerd. Dat is toch niet geloofwaardig meer? Zo'n vergissing bega je hooguit een keer, als je nog onervaren bent en de regels van het politieke spel niet kent, maar hij doet het keer op keer. Hij roept bijvoorbeeld vlak voor de verkiezingen op tot een restrictief asielbeleid, terwijl we in Nederland allang zo'n beleid hebben. Zijn voorstellen om de instroom van asielzoekers te beperken, om economische vluchtelingen te weren of criminele allochtonen terug te sturen, zijn al beleid. En dat weet hij als geen ander.
Uit de cijfers van staatssecretaris Schmitz blijkt zonneklaar het effect van het huidige beleid. Om te beginnen bestaat de instroom van immigranten in Nederland al voor 32 procent uit Nederlanders die terugkeren uit onder meer Zuid-Afrika. De terugloop van het aantal asielaanvragen in de afgelopen periode bedraagt elf procent. Van elke vijf asielaanvragen wordt er bovendien maar een gehonoreerd. Ook de instroom in het kader van de gezinshereniging is afgenomen van eenentwintigduizend naar tienduizend. Maar als je Bolkestein hoort, lijkt het wel of horden buitenlanders zich aan de poorten van Nederland verdringen. Waarom neemt hij zijn toevlucht tot die strategie? Om te beginnen om electorale redenen. Het is politiek- strategisch gezien heel handig, want het leidt de aandacht af van gevoelige onderwerpen die de burgers in hun portemonnee raken, zoals de WAO en de AOW. Over het ministelsel - het stokpaardje van de VVD - hoor je Bolkestein niet meer. Over defensie ook niet. Over zulke onderwerpen zwijgt de VVD angstvallig, want die kunnen je de kop kosten. Wat is het enige punt waarmee de VVD veilig kan scoren? De buitenlanders!’
CORUZ: ‘DE WIJZE waarop Bolkestein het thema aansnijdt, wekt eveneens twijfel omtrent zijn bedoelingen. Hij kan nu wel beweren dat hij zich zorgen maakt over de gebrekkige integratie van moslims in Nederland, maar het is zo langzamerhand de vraag of hij wel gelooft in integratie. Het heeft er eerder de schijn van dat hij het schrikbeeld van de stammentegenstellingen en bloedige burgeroorlogen in Afrika, die hij uit eigen ervaring zegt te kennen, op Nederland projecteert. In een bijdrage aan de opiniepagina van de Volkskrant op 31 augustus 1993 schreef hij, teruggrijpend op zijn Afrikaanse jaren in dienst van Shell, dat de door minister Pronk voorgestelde “open-deurpolitiek” tot een stammenstrijd in Europa zal leiden.’
Wat ook de achterliggende gedachte mag zijn, liberaal is het standpunt van Bolkestein in elk geval niet. Coruz: ‘Wat mij werkelijk zorgen baart, is dat zijn opvattingen volledig indruisen tegen de liberale beginselen. Want waar staat het liberalisme voor? Voor het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid, voor de mogelijkheid van burgers om hun eigen kansen te creeren, voor het vrije verkeer van personen, goederen en ideeen. Maar in zijn optiek geldt die vrijheid kennelijk alleen voor blanke Europeanen. Als je als liberaal consequent bent, moet je migratie juist toejuichen.
Natuurlijk ontstaan er problemen omdat bepaalde ontwikkelingen heel snel gaan, te snel voor veel oudere Nederlanders. Maar als er grote problemen ontstaan moet je niet volstaan met grote woorden. Je moet grote investeringen plegen die de integratie bevorderen: in welzijn, onderwijs, sociale woningbouw. Als het daarom gaat, loopt de VVD niet bepaald voorop. Dat kwam tijdens het kamerdebat goed tot uiting omdat mevrouw Groenman van D66 Bolkestein daar herhaaldelijk mee confronteerde. Telkens als het de afgelopen periode over minderheden ging, hielden hij en zijn partij zich afzijdig. De VVD gaat ervan uit dat de markt alles wel zal regelen, maar de markt lost die problemen niet op. Het verschil tussen CDA en VVD is dat wij de oplossing zoeken in solidariteit, in het bevorderen van sociale banden en het ontwikkelen van een dialoog, terwijl het liberalisme altijd wel tolerantie tegenover vreemde culturen heeft gepredikt, maar de dialoog uit de weg is gegaan.’
Volgens Bolkestein is die dialoog juist mislukt omdat - en daar neemt hij een favoriete uitdrukking van Pinto over - de minderheden zijn “doodgeknuffeld”.
Coruz: ‘Dat is regelrechte onzin. Ik durf de stelling aan dat de manier waarop wij in Nederland ons minderhedenbeleid hebben ingericht en uitgevoerd, ons heeft bewaard voor de excessen in de ons omringende lan den, zoals in Solingen, Brixton, Antwerpen. Waardoor onderscheiden wij ons van de Duitsers? Wat doen wij wat de Engelsen niet doen? Wat hebben wij wat de Belgen niet hebben? Ons minderhedenbeleid. Nederland is op dat punt een laboratorium geweest waarin een aantal goede methoden is ontwikkeld. President Mitterrand prijst het Nederlandse minderhedenbeleid zelfs in zijn toespraken. Ik vind het dan ook heel goedkoop om achteraf, nu er in Europees verband een verharding jegens allochtonen optreedt, te roepen dat ons minderhedenbeleid debet is aan de problemen.
Het Nederlandse consensusmodel heeft de allochtonen in hun waarde gelaten, hun eigen identiteit onaangetast gelaten en hun de gelegenheid gegeven om op grote schaal mee te praten over het beleid. Tegelijk hebben we, door het op gang houden van een voortdurende dialoog, voorkomen dat er onoverkomelijke problemen ontstaan. Het CDA is die dialoog aangegaan op basis van de vraag: hoe herken ik mijn eigen geloof in het geloof van die ander? Volgens Bolkestein gaat integratie echter niet gepaard met behoud van de eigen identiteit; het berust volledig op aanpassing. Hij noemt de vorming van islamitische scholen bijvoorbeeld “onwenselijk”. Waar haalt hij het vandaan? De vrijheid van onderwijs is een recht dat verankerd is in de grondwet. Als je daaraan afbreuk wilt doen, ben je geen liberaal.
Wat me nog het meest tegen de borst stuit is dat Bolkestein ons het Duitse immigratiebeleid als voorbeeld voorhoudt. Als er een land is waar het minderhedenbeleid niet optimaal functioneert, is het wel Duitsland. Eigenlijk heeft dat land helemaal geen minderhedenbeleid. Je wordt er als buitenlander ge acht je te gedragen als Duitser, zonder enige achting voor je bijzondere positie of voor je eigen cultuur. De overheid dicteert. De Duitse koepels en organisaties van minderheden zijn ook volstrekt geisoleerd, zowel van elkaar als van de Duitse bevolking. Het resultaat hebben we gezien. De rellen in Solingen spreken boekdelen.’
U voelt dus niets voor gedwongen inburgering?
Coruz: ‘Ik kan me voorstellen dat je in het uiterste geval sancties toepast om integratie af te dwingen, maar waarom zou je niet uitgaan van het eigen initiatief en de verantwoordelijkheid van mensen? En dat is onder allochtonen op grote schaal aanwezig. Daarom is het een goede zaak dat we momenteel van een minderhedenbeleid overschakelen op een algemeen achterstandsbeleid, dat niet meer uitgaat van aparte regelingen voor allochtonen. Alleen op gebieden waar allochtonen specifieke achterstanden hebben, worden aparte voorzieningen getroffen, zoals op het gebied van de taal. Maar wees dan ook consequent. Als je buitenlanders wilt verplichten om Nederlands te leren, moet je daar ook goede taallessen tegenover stellen en geen gebrekkige cursussen met wachtlijsten van twee jaar. En als mensen dan weigeren, mag je sancties invoeren.
Ik ga ervan uit dat er in dit land geen concentraties van allochtonen zijn, maar concentraties van sociale problemen. Geen enkele etnische groep heeft daar het alleenrecht op. Die problemen moet je dus niet per etnische doelgroep aanpakken maar per wijk of stad, door te investeren in mensen en sociale structuren.’
‘WAT MOSLIMS IN Nederland zo langzamerhand de keel uithangt, is dat ze steeds weer met het fundamentalisme worden geassocieerd. Van fundamentalisme in Nederland merk ik weinig of niets, wel van een opeenstapeling van vragen door de jaren heen, van onwetendheid en wantrouwen. De eerste gastarbeiders waren hier immers maar tijdelijk. Nu iedereen begrijpt dat ze blijven - volgens de PvdA'er Rick van der Ploeg heeft de economie over enige tijd zelfs weer nieuwe immigranten nodig - zijn die vragen nog steeds niet beantwoord en leiden ze tot misverstanden, tot irritaties in het portiek en tot angst voor fundamentalistische golven die Nederland zouden kunnen overspoelen.
Wat ik wel signaleer, is een toenemende bewustwording onder moslimjongeren in Nederland. De eerste generatie moslims ging nog op een bijna huiselijke manier met de islam om. Mannen baden vijf maal per dag omdat hun vaders dat deden, vrouwen droegen hoofddoekjes omdat ze hun moeder dat zagen doen. Als je nu een moslimmeisje vraagt waarom ze een hoofddoekje draagt, kan ze je dat haarfijn uitleggen op basis van de koran. Dat is het resultaat van het Nederlandse onderwijs, van de mondigheid die de Nederlandse samenleving van je eist. Ik zie die jongeren dan ook niet tussen de wal en het schip belanden, zoals vaak wordt beweerd, maar ik zie ze juist hun eigen weg vinden. Ik noem dat geen integratie, maar intercreatie. Ik merk aan de veranderingen in de functie van de moskee, de rol van de imam en de visie van de jongere generatie dat dat proces van intercreatie nog steeds voortgaat. Het zal ook in de volgende generatie doorgaan.
De Arabische filosoof Ibn Chaldoen heeft eens gezegd dat ware integratie pas in de vierde generatie plaatsvindt. Daar geloof ik in. Maar dan moeten we investeren in mensen, in solidariteit en zelforganisatie en dat weigert de VVD te doen. Voor de landelijke verkiezingen van vorig jaar riep Bolkestein toch dat Nederland weer moet terugkeren naar de christelijke waarden en normen? Welnu, solidariteit is bij uitstek zo'n christelijke waarde. “Haal de vreemdeling binnen Uw poorten”, staat in de bijbel. Laat hij dat dan ook waarmaken en het christendom niet als uithangbord voor de verkiezingen gebruiken.’