Onlangs kon het hoveniersbedrijf dat door Stadsdeel Zeeburg in Amsterdam was ingehuurd om 35 iepen te kappen niet aan het werk omdat er drie meisjes in drie bomen zaten. Ze hingen er te protesteren. Een paar dagen later zijn de bomen alsnog gekapt. Toen ik over de actievoerders las, werd ik spontaan erg moe, misschien zelfs wel een beetje boos.

De kap had te maken met een herinrichting van het Javaplein en de Javastraat in de hoofdstad. Ik heb overigens niemand aan de gevels van het huizenblok aan het Javaplein zien hangen, toen slopers de boel tegen de vlakte kwamen gooien. Vanwaar toch die woede om bomen en de onverschilligheid inzake de gebouwen? In een stad? Ik ben een enorme bomenliefhebber, maar óók woon ik in de stad. Kenmerk van een stad is de dynamiek ervan, een steeds veranderende of groeiende omgeving waar wonen, werken en verkeersstromen voorop staan. Een stad is géén ecosysteem. Bij stadsontwikkeling is het soms noodzakelijk de schop in de omgeving te zetten. Dat daarbij bomen sneuvelen waar bewoners aan gehecht zijn, is niet plezierig, dat doet zeer, maar meestal komt er iets voor terug. Zo ook in de Javastraat. ‘Bij de herprofilering investeert het stadsdeel in de aanplant van een forse boom met 40 – 45 cm. omtrek en een hoogte van rond de tien meter’, staat te lezen in het ontwerp. De boomsoort is de Acer rubrum ‘Red Sunset’, een van de mooiste esdoorns die er zijn. De term ‘investeert’ is toepasselijk: stadsdeel Zeeburg is een smak geld kwijt aan zulke grote bomen.

Nadat ik mijn moeheid van me afgeschud had, herinnerde ik me een mevrouw met een kek hoedje dat op het plein voor mijn huis boomverzorgers die wilgen met watermerkziekte aan het kandelaberen waren de huid vol schold. ‘Blijf toch met je poten van die bomen af!’ blèrde ze, terwijl de boomverzorgers bezig waren de wilgen te redden. Zo ongeveer, maar dan net weer anders natuurlijk, zit het in deze zaak ook. De drie actievoersters kwamen trouwens na twee dagen niet meer opdagen. Ze moesten weer studeren, of werken, of hun woning stofzuigen.