Hij was toen pas zestien. Prachtig beschrijft hij hoe hij ‘voetje voor voetje over de opengebarsten hete aarde’ naar zijn slachtoffer toe liep. Zijn hele leven sleept hij de ‘kwellende herinnering’ aan die huiveringwekkende gebeurtenis op die bloedhete dag op de Russische steppe met zich mee. Steeds weer keren ‘al mijn sensaties van toen met dezelfde hevigheid terug’, waardoor het leven van de jongeman voor altijd getekend is.
Maar het leven is niet wat het lijkt, en door een keten van toevallige ontmoetingen komt hij erachter dat zijn slachtoffer nog leeft. De man is schrijver geworden in Engeland, onder de naam Alexander Wolf.
En dan past Gazdanov een schrijverstruc toe waarin je moet willen geloven, om de roman voluit te kunnen genieten: Wolf blijkt ook de rechtstreekse liefdesrivaal van de journalist. Moeilijk is het niet deze ‘toevalligheid’ te accepteren, omdat Gazdanov schrijft in de aloude Russische verteltraditie en je aan de haren het verhaal in sleept. Gajto Gazdanov (1903-1971), Russisch schrijver uit de emigré-literatuur, was van 1919 tot 1921 soldaat op de Krim, vertrok in 1923 als zoveel Russische intellectuelen naar Parijs, en voorzag in zijn levensonderhoud als taxichauffeur en journalist. Hij vermengt zijn Russische wortels dan ook met een existentialistisch mensbeeld – het boek werd geschreven in Parijs in de jaren veertig. Wolf, de jongeman en de vrouw die zij beiden begeren, Jelena, spelen met hun ‘werkelijke’ persoonlijkheid en lijken hun levens te laten bepalen door toevallige ontmoetingen. Wie is nu eigenlijk slachtoffer en wie dader? En is er een ‘werkelijk gebeurde’ versie van de moord?
Als de twee mannen elkaar eindelijk ontmoeten, is niet de jongeman, maar juist Alexander Wolf het prototype van de moordenaar. Tegelijk gedraagt Wolf zich als een ‘ter dood veroordeelde’, verslaafd aan morfine. Zijn liefdesaffaire met Jelena Nikolajevna overleeft zijn romantische hang naar de dood niet; zij houdt het niet meer uit en vlucht van Londen naar Parijs. De ‘koelheid’ die de jongeman in zijn liefdesaffaire met Jelena van haar ondervindt, is het gevolg van haar ervaringen met Wolf.
En zo is dus niet Alexander Wolf, maar zijn vermeende moordenaar het échte slachtoffer – totdat aan het einde opnieuw de rollen worden omgekeerd. Schuld wordt boete, boete wordt schuld. Een nabokoviaanse dubbele omkering – zoals ook de uitweidingen over een bokswedstrijd tussen de Fransman Dubois en de Amerikaan Johnson en het voortdurende met zichzelf in gesprek zijn van de hoofdpersoon aan Nabokov doen denken. Jelena, met haar verveeld-aristocratische gedrag, lijkt dan weer weggelopen uit een verhaal van Tsjechov. ‘Om wille van heftige sensaties was ze tot alles bereid’, noteert de jongeman. Zo wil ze in haar dronkenschap ’s nachts bonbons uitdelen aan Parijse kind-hoertjes. Toch lijkt geen enkele ervaring haar uit haar koele lethargie te bevrijden. Een memorabele romanfiguur, deze Jelena.
Het nawoord van de Duitse vertaalster Rosemarie Tietze bevestigt Gazdanovs positie tussen de Russische en de Franse literatuur. Tietze poneert de interessante bewering dat Gazdanov niet eerder werd ontdekt omdat hij in het Russisch en niet in het Frans schreef, waardoor hij vastzat aan de kring van zeer conservatieve emigré-recensenten. Die hadden niet veel op met het Parijse existentialisme, waardoor Gazdanov zich heeft laten inspireren. Maar ook in Rusland verscheen pas voor het eerst iets van zijn hand in 1988.
De ontdekking van een vergeten schrijver gaat altijd gepaard met vergelijkingen. Met de huidige ‘herontdekking’ probeert een keur aan parelduikende internationale uitgevers een opvolger te creëren van John Williams’ Stoner en Hans Fallada’s Alleen in Berlijn. De uitgevers van die boeken hebben nu de handen ineen geslagen en geven samen Het fantoom van Alexander Wolf uit. In november publiceert uitgeverij De Wereldbibliotheek een heruitgave van Gazdanovs debuutroman Een avond bij Claire.
Is Gazdanov inderdaad een volstrekt originele stem? Nee; voor een nieuwe kijk op het emigrantenleven leunt hij te veel op de literatuur van zijn voorgangers en tijdgenoten. Maar de fenomenale vertelstem van de anonieme jongeman, die voor het leven getekend is door de Russische geschiedenis, maakt Het fantoom van Alexander Wolf uniek.