‘Inferior?’ Met ongeloof reageerde Boris Johnson enkele jaren geleden op de suggestie van Jeremy Paxman dat Boris zich intellectueel gezien ondergeschikt acht aan Cameron. Immers, de premier was op Oxford met lof afgestudeerd in philosophy, politics and economics, terwijl Johnson zijn studie klassieke talen op gemiddelde wijze had afgerond. ‘Pie Pie Ie’, sprak Boris met verachting in zijn stem, een studie die in zijn beleving niet kan tippen aan het bestuderen van Sophocles, Socrates en Seneca.
Paxman had een gevoelig punt aangeroerd: de haat-liefdeverhouding tussen Dave en Boris, die beiden naar de kostschool Eton zijn geweest, studeerden in de stad met de droomachtige torenspitsen en daar lid waren van de Bullingdon Club, een befaamd drankgenootschap. In 2005 behoorde Johnson tot de Conservatieven die Cameron steunden bij de strijd om het partijleiderschap. Maar het knaagde aan hem dat de drie jaar jongere Cameron, een omhooggevallen pr-man, de machtigste man van het Verenigd Koninkrijk werd.
Drie jaar later werd Boris als burgemeester van Londen de op één na machtigste man van het land. Hij werd in 2012 herkozen terwijl de Conservatieve Partij elders in het land grote verliezen leed. Downing Street is altijd zijn ambitie geweest en vorige week zette de fietsende burgervader een grote stap door een terugkeer naar het Lagerhuis aan te kondigen, zodat hij meteen in de race is mocht Cameron na een teleurstellend verkiezingsresultaat opstappen.
De eerste zorg is een veilig kiesdistrict, waarbij de voorkeur uitgaat naar Uxbridge South-Ruislip, een soort Amstelveen in het noordwesten van Londen. Vervolgens zal hij vrienden moeten maken in de Conservatieve fractie waar scepsis en jaloezie heersen ten opzichte van het fenomeen Boris.
Johnson ligt echter goed bij de Conservatieve achterban en hij is in staat zwevende kiezers aan zich te binden. Zijn belangrijkste troef is zijn euroscepsis, waarmee hij Conservatieven kan teruglokken die naar de ukip zijn overgestapt. Mocht Boris, die de EU beschouwt als een tweedehands Romeins Rijk, inderdaad premier worden, dan is de cirkel rond. Als eurosceptisch correspondent in Brussel heeft hij eind jaren tachtig immers de basis gelegd voor het huidige sentiment.
Hij is een pias, een Don Juan en het schrikbeeld van elke herenkapper, maar vooral ook een sluwe strateeg.