Twee maanden nu marcheren inwoners van Hongkong massaal door hun stad en het blijft een adembenemend gezicht: mensen die dicht opeengepakt staan tussen Hongkongs hoogbouw, en slogans roepen die weerkaatsen tegen het spiegelglas. Het is een opmerkelijke parallel met die andere Chinese protesten die de wereld in haar greep hielden, op het Tiananmenplein in Beijing, precies dertig jaar eerder. Die protesten eindigden met een bijzonder gewelddadig optreden van het Chinese leger, dat weliswaar de controle van de regering herstelde, maar ook wereldwijd het beeld vastzette van China als hard en autoritair land. Datzelfde scenario kan in Hongkong niet, want de stad is weliswaar deel van China maar heeft haar eigen bestuur. Toch gaan de zaken duidelijk de verkeerde kant op.
De slogans die tegen de flats weerkaatsen, betroffen anderhalve maand lang protesten tegen een uitleveringswet. Die is inmiddels uitgesteld, maar dat heeft de protesten niet gesmoord. Wat twee maanden geleden een beweging tegen één specifieke wet was, is vertakt naar een veel breder probleem, waarbij demonstranten niet alleen demonstreren tegen die wet, maar ook tegen politiegeweld, tegen de indruk dat Hongkongs bestuur vooral China’s belangen dient en niet die van de stad, tegen het inperken van democratie, en tegen de beweerde samenwerking tussen oproerpolitie en de gevreesde misdaadbendes van de stad, de ‘triades’. Dat laatste zou gebeurd zijn bij een metrostation, waar mannen in witte T-shirts met stokken reizigers aftuigden die in meerderheid terugkeerden van een demonstratie in het stadscentrum.
Of het triades waren of niet, dat willekeurige geweld tegen burgers was er in ieder geval wel, en er zijn meer tekenen dat de situatie op een gevaarlijk spoor zit. Boos op de Chinese manipulatie die een deel van de demonstranten achter het harde optreden vermoedt, vielen ze de vertegenwoordiging van de Chinese overheid aan en schreven daar met spuitverf: ‘Jullie leerden ons dat vreedzame marsen nutteloos zijn.’ Omineuzer is dat tussen de slogans sinds twee weken leuzen zitten met een beduidend andere inhoud dan daarvoor. ‘Neem Hongkong terug! Revolutie van onze tijd!’ is een terugkerend refrein.
Dat zijn in China geen onschuldige teksten. Het leiderschap van het land is al sinds de burgeroorlog die Mao’s communisten aan de macht bracht geobsedeerd met de eenheid van het land. De eindeloze hoogspanning met Taiwan, de compromisloze benadering van Tibetaanse autonomie en de recente campagnes om de Oeigoerse minderheid onder strikte controle te brengen, zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Daarbij zijn de protesten, omdat ze zo zichtbaar zijn in de wereld en omdat Chinese media er zelf relatief veel over hebben bericht, een zaak van nationale prestige. Dat betekent dat het middengebied waar demonstranten en de Chinese overheid elkaar kunnen ontmoeten rap geslonken is. In studies naar China’s optreden in de wereld wordt het land regelmatig ‘een meedogenloze statuszoeker’ genoemd, en dat beïnvloedt de Chinese manoeuvreerruimte in zo’n publieke confrontatie aanzienlijk.
Maar doorgaan alsof dit alleen een zaak van ‘extremisten’ is die ‘samenwerken met westerse krachten’, zoals de Chinese partijkrant People’s Daily nogal voorspelbaar schreef, of doen alsof dit alleen een zaak van economische moeilijkheden en ontwikkeling is, is voor China een doodlopende weg. Vorige maand wees een opiniepeiling van de Universiteit van Hongkong uit dat meer stadsgenoten zich ‘Hongkonger’ voelen en minder ‘Chinees’ dan ooit. Ook de instemming met Beijings Hongkong-beleid was lager dan ooit. Het lijkt er gevaarlijk veel op dat China de loyaliteit van een hele generatie Hongkongers heeft verspeeld – in ieder geval nu.
Evengoed kan dit alles ook uitlopen op een bestendiging van Hongkongs autonomie en een uitbouw van haar vrijheid. Het is een inspirerend gezicht om de massale demonstraties daarvoor te zien: de levende illustratie dat Chinezen vrijheid en democratie niet als decadente westerse waarden beschouwen. De ‘bouwhelmrevolutie’, zoals deze soms wordt genoemd, levert dan meer op dan de ‘paraplurevolutie’ van vijf jaar geleden. De metafoor is een stuk minder mooi, maar misschien wel constructiever.