De hervorming van de gezondheidszorg heeft veel weg van een klucht. Er is de patiënt die zich ineens als kritische consument hoort te gedragen. Er zijn de artsen die zich tot ondernemers dienen te ontpoppen, met een scherp oog op de kosten. En dan zijn er nog de pogingen een prijskaartje te hangen aan alles wat zich in de behandelkamer afspeelt. Dat resulteerde aanvankelijk in een systeem van niet minder dan dertigduizend Diagnose Behandel Combinaties. Deze zijn inmiddels vervangen door 4400 dot-producten. Die nieuwe afkorting staat voor – geen grap – ‘dbc’s Op weg naar Transparantie’.

Een decennium na het begin van dit dolle experiment met ‘geregu­leerde marktwerking’ is die transparantie nog altijd ver te zoeken. Alle betrokkenen klagen over de ondoordringbare rompslomp. Een oligopolie van vier enorme zorgverzekeraars bepaalt vrijwel alles. De overheid betaalt. Die publieke kosten stijgen bovendien jaar in, jaar uit. Een tendens die vooralsnog alleen gestopt lijkt te kunnen worden door te snoeien in de kwaliteit. Aanhangers van het marktdenken wijzen erop dat de burger uit steeds meer verschillende polissen kan kiezen. De prijzen daarvan dalen bovendien (eigen risico en bijdragen niet meegerekend) en het aantal overstappers neemt toe. Maar daarmee is wel zo’n beetje alles gezegd. Marktwerking? In de zorg is men sinds 2006 vooral bezig met ‘marktje spelen’.

Onder de misleidende noemer van ‘markt- werking’ wordt politiek bedreven

Inderdaad, dat had een briljante klucht kunnen zijn. Maar helaas is dit geen grap. Als je ze namelijk maar vaak genoeg herhaalt, kunnen zelfs de meest zotte ideeën uiterst reële gevolgen krijgen. Dat geldt ook voor het marktdenken. De huisartsen hebben dit aan den lijve ondervonden. Als ondernemers vallen zij onder de Mededingingswet. Wat dat betekent, werd in 2012 duidelijk. De Landelijke Huisartsen Vereniging kreeg een boete van 7,7 miljoen euro opgelegd. Wegens kartelvorming. Gezamenlijk optrekken bij contractonderhandelingen met zorgverzekeraars durven de huisartsen sindsdien niet meer. Het gevolg? ‘Er was een soort vacuüm ontstaan dat volledig werd opgevuld door de verzekeraars. Zij ondervonden geen enkele tegenkracht’, zo blikt een arts terug in de onthullende reconstructie in De Groene van deze week.

Het leidt tot een merkwaardige gang van zaken. De vier verzekeringsgiganten mogen intern al hun activiteiten coördineren. Maar op grond van hetzelfde ­mededingingsbeleid moeten de duizenden huisartsen strikt voor zichzelf handelen. Gelukkig weigeren zij dat spelletje nog langer mee te spelen. ‘Haal de huisarts uit de greep van de Mededingingswet’, luidt de eerste eis in het massaal ondertekende manifest van de actiegroep Het Roer Moet Om.

Aan dat krachtige protest lijkt de Autoriteit Consument en Markt nu voorzichtig gehoor te geven. Afgelopen weekend werd bekend dat huisartsen hun krachten mogen bundelen bij onderhandelingen met zorgverzekeraars. Zij het met een fors voorbehoud: zodra dit nadelig uitpakt voor patiënten grijpt de concurrentiewaakhond alsnog in.

Het is niettemin een belangrijke eerste stap. En het maakt duidelijk waar het bij de veranderingen in de zorg werkelijk om draait. Niet om een markt, maar om botte macht. De overheid heeft de zorg­verzekeraar met opzet oppermachtig gemaakt. Zij zijn de stormram waarmee opeenvolgende ministers hoopten de gevestigde belangen te door­breken en de zorgkosten terug te dringen. Onder de misleidende noemer van ‘marktwerking’ wordt zo politiek bedreven. Dat kun je doen, maar dan moet je niet vreemd opkijken als ook je tegenstrevers zich met politieke middelen willen verzetten. Door zich te organiseren, bijvoorbeeld. Dat is hun goed recht.