São Paulo – In Latijns-Amerika, de brandhaard van de ‘war on drugs’, rommelt het al jaren. In 2009 verklaarden drie prominente ex-presidenten de ‘oorlog’ als mislukt. Al vier decennia leiden de Verenigde Staten deze kruistocht, maar volgens de ex-presidenten heeft dat alleen maar meer geweld naar Latijns-Amerika gebracht en de drugshandel lucratiever gemaakt.
Mexico telde een ongelooflijk aantal doden in de drugsoorlog: dertigduizend in de afgelopen vier jaar. Vele zwaargewichten van het continent pleiten daarom voor een omslag. Zo ijvert een commissie van wetenschappers onder leiding van Brazilië’s ex-president Fernando Henrique Cardoso, Colombia’s ex-president César Gaviria en Mario Vargas Llosa, winnaar van de Nobelprijs voor literatuur, voor internationale steun om marihuana te legaliseren.
In praktijk is elke beweging in die richting zwaar omstreden. Maar vorige maand kopte de grootste krant van Brazilië, de Folha de São Paulo: ‘Leider PT is tégen McDonald’s en vóór de oprichting van coöperaties voor de verbouw van cannabis’. Paulo Teixeira, parlementsleider van de arbeiderspartij PT, moest zich verdedigen: zijn mening was persóónlijk geuit, niet uit naam van de partij, en natuurlijk ‘uit zijn verband getrokken’. Het illustreert de koudwatervrees om écht stappen in een nieuwe richting te zetten.
Toch zijn die kleine stappen over het hele continent te zien. Tot schrik van het bureau voor drugs en criminaliteit van de VN (UNODC), dat erg van het totaalverbod is, hebben landen als Argentinië, Chili, Peru en Colombia het drugsgebruik (bij kleine hoeveelheden) uit het strafrecht gehaald, in navolging van steeds meer Europese landen. In Brazilië hoeven gebruikers volgens een wet uit 2006 de gevangenis niet meer in. Drugshandelaren worden volgens dezelfde wet trouwens juist strenger aangepakt.
Maar paradoxalerwijs puilen Brazilië’s gevangenissen momenteel juist uit van de kleine drugshandelaartjes – alias gebruikers. Hun aantal is bijna verdubbeld tussen 2006 en 2010, van 45.000 naar 86.000. De meeste van hen werden ongewapend en met kleine hoeveelheden drugs opgepakt. De wet uit 2006 is namelijk volstrekt onduidelijk over wat iemand tot handelaar definieert, volgens critici. ‘Het komt erop neer dat als iemand in de sloppenwijken met drugs wordt opgepakt hij gevangen wordt gezet, maar wanneer een jongen uit de (villawijk) Jardins wordt gepakt hij als gebruiker wordt aangemerkt’, stelt advocaat Pedro Abramovay bitter.
Abramovay was drie weken lang (van 1 tot 21 januari) nationaal secretaris van Justitie in de nieuwe regering van president Dilma Rousseff. Tót hij zich publiekelijk uitsprak voor alternatieve taakstraffen voor kleine drugshandelaars. Dat ging te ver. Brazilië, waar de helft van alle mensen van Zuid-Amerika wonen, is namelijk nog altijd een conservatief land dat drugs zoals marihuana als ‘duivelkruid’ ziet. Zelfs voor medicinale doeleinden is het verboden. Geschiedenisdocent en auteur van een aantal boeken over drugs Henrique Carneiro: ‘Decennialang is de boodschap afgegeven dat het gebruik van marihuana slecht is, maar het drinken van alcohol niet. Die wordt als “godennectar” aangeprezen in reclames met feest en lekkere meiden in bikini.’
Maar er komt ruimte. Teixeira’s idee voor marihuanaplantages in coöperatieverband (om gebruikers uit het misdaadcircuit te halen) zal voorlopig niet worden uitgevoerd, maar de PT, de grootste partij van het grootste land van Latijns-Amerika, heeft wél beloofd ‘het onderwerp ter discussie te stellen’. En dat is al heel wat.