Zo ook in Natal, waar de Arena das Dunas het decor vormde voor vier duels in de groepsfase. Timmerlieden stropen de mouwen op om provisorisch ogende tussenschotten en panelen, die een maand of drie geleden her en der zijn aangebracht, te demonteren. Een afzonderlijk groepje concentreert zich op het verwijderen van alle Fifa-gerelateerde decoraties. Weer anderen zijn bezig met het opdoeken van de vip-tenten en niet te vergeten het volumineuze perscentrum. Kortom: alle sporen van het WK worden gewist.

Wil iedereen zo snel mogelijk het wereldkampioenschap vergeten? Moet de sportieve ontmaskering van de Goddelijke Kanaries vandaag nog worden uitgewist? Het debacle van de Braziliaanse ploeg aan het eind van het toernooi roept bij velen associaties op met de begrafenis van een collectief erfgoed. ‘Nee hoor, deze voortvarendheid heeft niets te maken met de tegenvallende prestaties van onze selectie’, benadrukt communicatiemedewerker Juliana Corbari. ‘De werkelijke reden is dat de Braziliaanse competitie binnenkort wordt hervat.’

De gloednieuwe Arena das Dunas, waarvan het mooi vormgegeven interieur gelijkenis vertoont met de voor de regio kenmerkende zandduinen, heeft 45.000 zitplaatsen. De verwachting is echter dat in de praktijk telkens slechts een fractie van deze tribunecapaciteit bezet zal zijn. In de hele deelstaat Rio Grande do Norte, waarin Natal ligt, heeft namelijk geen enkele voetbalclub een supportersschare die groot genoeg is om het stadion te vullen. Geen enkel plaatselijk team speelt op dit moment in de Braziliaanse serie A.

Ook de clubs in speelsteden als Brasilia, Manaus en Cuiaba acteren niet op het hoogste niveau. ‘Het is uiteraard te gek voor woorden dat daar straks gevoetbald wordt in vrijwel lege stadions. Zeg maar gerust spookstadions’, vindt sportjournalist Carlos Gil, de ‘Mart Smeets’ van TV Globo. ‘Het is bovendien een gigantische verspilling van geld dat zulke dure accommodaties zijn verrezen, enkel en alleen om de organisatie van het WK te plezieren.’

De cbf, de Braziliaanse voetbalbond, speelt nog wel met de gedachte om in de toekomst in deze stadions af en toe een interland te organiseren. En misschien bij toerbeurt de nationale bekerfinale. ‘Maar dat is natuurlijk slechts een doekje voor het bloeden’, zegt Gil. ‘Dan wordt de capaciteit van zo’n stadion hooguit één keer per jaar echt gebruikt.’